ECLI:NL:HR:1995:AA3116
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Zuurmond
- M. Fleers
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag inkomstenbelasting en kantoorruimte in de woning
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, die op 31 mei 1994 een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1991 had opgelegd. De aanslag was vastgesteld op een belastbaar inkomen van ƒ 65.826,--. Belanghebbende heeft met toestemming van de Inspecteur rechtstreeks beroep ingesteld bij het Hof, dat de aanslag heeft verminderd tot een belastbaar bedrag van ƒ 65.626,--. De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht.
Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. De Staatssecretaris van Financiën heeft een vertoogschrift ingediend. De Hoge Raad beoordeelt de middelen die door belanghebbende zijn ingediend. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen die berusten op de opvatting dat het begrip kantoorruimte in de woning van de belastingplichtige gelijk is aan het begrip werkruimte, falen. Dit omdat het Hof op juiste gronden heeft geoordeeld dat deze opvatting niet kan worden aanvaard.
Daarnaast faalt ook de klacht van belanghebbende dat het Hof een te beperkt begrip kantoorruimte hanteert, omdat de aangehaalde uitlating in Infobulletin 91/639 geen grond biedt voor deze opvatting. De Hoge Raad concludeert dat de middelen ook voor het overige falen en dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, aangezien de middelen niet leiden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of rechtsontwikkeling.
Wat betreft de proceskosten en het griffierecht, ziet de Hoge Raad geen aanleiding om de Staatssecretaris van Financiën te veroordelen tot vergoeding van het griffierecht aan belanghebbende, noch om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. De Hoge Raad verwerpt uiteindelijk het beroep van belanghebbende.