ECLI:NL:HR:1995:AA3106
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- W. Wildeboer
- J. Urlings
- A. Zuurmond
- H. Herrmann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen van een in Mexico wonende belanghebbende
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 22 augustus 1994, betreffende de hem opgelegde aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1990. De aanslag was gebaseerd op een belastbaar binnenlands inkomen van ƒ 50.454,--. Na bezwaar tegen de aanslag, handhaafde de Inspecteur deze, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, waarop belanghebbende cassatie instelde.
In cassatie werd vastgesteld dat belanghebbende, geboren in 1911, in 1990 in Mexico woonde en gebruik had gemaakt van de mogelijkheid tot premiebetaling onder de Algemene Ouderdomswet (AOW). Een deel van zijn AOW-uitkering, ter waarde van ƒ 15.143,--, was verkregen door deze premiebetaling. De centrale vraag in cassatie was of dit gedeelte van de AOW-uitkering onder de periodieke uitkeringen van publiekrechtelijke aard viel, zoals opgenomen in artikel 30a van de Wet op de inkomstenbelasting 1964.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof terecht geen onderscheid maakte tussen uitkeringen die voortvloeien uit premiebetalingen onder de AOW, zowel voor als na 1990. Beide categorieën uitkeringen vallen onder artikel 30a van de Wet. De Hoge Raad verwierp het beroep en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest werd op 20 september 1995 vastgesteld door de vice-president Stoffer en de raadsheren Wildeboer, Urlings, Zuurmond en Herrmann, en werd in het openbaar uitgesproken.