ECLI:NL:HR:1995:AA3073
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- A. Bellaart
- C.H.M. de Moor
- M. van der Putt-Lauwers
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag omzetbelasting en de kwalificatie van inlegzolen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende, X, tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 12 november 1993. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het tijdvak van 1 januari 1990 tot en met 31 december 1990. Aan belanghebbende was een naheffingsaanslag opgelegd van ƒ 5.584,-- aan enkelvoudige belasting, welke na bezwaar door de Inspecteur was verminderd. Belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde.
In cassatie heeft belanghebbende aangevoerd dat de inlegzolen die hij aanmeet en plaatst, niet als steunzolen moeten worden aangemerkt, maar als podokinesiologisch instrument. Dit instrument zou volgens belanghebbende moeten worden gezien als een spierstimulator, die de lichaamshouding en -beweging van de patiënt verbetert. Het Hof oordeelde echter dat de inlegzolen niet voldoen aan de criteria om in het verlaagde btw-tarief van 6% te vallen, zoals vermeld in de relevante belastingwetgeving en resoluties.
De Hoge Raad heeft het middel van cassatie beoordeeld en vastgesteld dat het Hof niet heeft onderzocht of de inlegzolen als spierstimulatoren kunnen worden aangemerkt. Desondanks oordeelde de Hoge Raad dat de inlegzolen, zoals beschreven door belanghebbende, niet als spierstimulatoren in de zin van de belastingwetgeving kunnen worden gekwalificeerd. De Hoge Raad verwerpt het beroep en acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is op 8 maart 1995 vastgesteld en in het openbaar uitgesproken.