ECLI:NL:HR:1995:AA3062
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- Wildeboer
- Zuurmond
- Herrmann
- Fleers
- Rechtspraak.nl
Cassatie over kapitaalsbelasting en de status van onderlinge waarborgmaatschappijen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 maart 1995 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure van de naamloze vennootschap X N.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 26 april 1994. De zaak betreft de voldoening van kapitaalsbelasting door belanghebbende, die een bedrag van ƒ 629.550,-- had voldaan op aangifte in verband met de inbreng van een gehele onderneming door de onderlinge waarborgmaatschappij A U.A. in het vermogen van belanghebbende. De Inspecteur had besloten geen teruggaaf te verlenen op het bezwaar van belanghebbende, waarna het Hof de uitspraak van de Inspecteur heeft bevestigd.
Belanghebbende heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld. In de beoordeling van de middelen heeft de Hoge Raad vastgesteld dat de regeling van de kapitaalsbelasting inhoudt dat de Nederlandse wetgever, gebruikmakend van de bevoegdheid uit de Europese richtlijn, een onderlinge waarborgmaatschappij zonder in aandelen verdeeld kapitaal niet als kapitaalvennootschap aanmerkt. Dit oordeel van het Hof is door de Hoge Raad als juist beoordeeld. De Hoge Raad oordeelde verder dat de Nederlandse wetgeving, die geen aanspraak op vrijstelling van kapitaalsbelasting toekent aan A U.A. omdat deze geen lichaam met een in aandelen verdeeld kapitaal is, niet in strijd is met de Europese richtlijn.
De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten en heeft het beroep van belanghebbende verworpen. Dit arrest is vastgesteld door vice-president A. Stoffer als voorzitter, en de raadsheren Wildeboer, Zuurmond, Herrmann en Fleers, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Loen, en is op 8 maart 1995 in het openbaar uitgesproken.