ECLI:NL:HR:1995:AA3033
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- W. Wildeboer
- J. Zuurmond
- H. Herrmann
- F. Fleers
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van B&W bij legesverhoging voor paspoortaanvraag na diefstal
In deze zaak gaat het om de vraag of de burgemeester en wethouders (B&W) van de gemeente Terheijden bevoegd waren om de leges voor een nieuw paspoort te verhogen met ƒ 86,--, nadat het oude paspoort van belanghebbende, X, was gestolen tijdens een treinreis. X had een nieuw paspoort aangevraagd, maar kon het oude paspoort niet overleggen bij de aanvraag. De gemeente stelde dat de verhoging van de leges gerechtvaardigd was omdat de niet-overlegging van het oude paspoort niet aan overmacht was te wijten.
De Hoge Raad heeft op 8 februari 1995 uitspraak gedaan in deze cassatiezaak, waarbij het beroep van X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch werd verworpen. Het Hof had eerder geoordeeld dat er voldoende rechtvaardiging was voor de tariefsdifferentiatie, afhankelijk van de vraag of het oude paspoort al dan niet als gevolg van overmacht niet kon worden overgelegd. De Hoge Raad bevestigde dat het oordeel van het Hof juist was en dat de gemeente een redelijke grond had om de extra kosten door te berekenen aan de aanvrager.
De Hoge Raad oordeelde verder dat de argumenten van X in zijn cassatieberoep niet opgingen. De Hoge Raad vond dat het Hof correct had geoordeeld over de eisen die artikel 270 van de gemeentewet stelt aan de vermelding van de grondslag en het tarief van de heffing. Ook het oordeel van het Hof dat de niet-overlegging van het oude paspoort geen gevolg was van overmacht, werd door de Hoge Raad onderschreven.
Ten slotte oordeelde de Hoge Raad dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak van de Hoge Raad werd gedaan door vice-president Stoffer en de raadsheren Wildeboer, Zuurmond, Herrmann en Fleers, in aanwezigheid van waarnemend griffier Loen.