ECLI:NL:HR:1995:AA1677
Hoge Raad
- Cassatie
- A. van der Linde
- J. Bellaart
- M. van der Putt-Lauwers
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1990
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 4 maart 1994. De zaak betreft een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1990, waarbij aan belanghebbende een belastbaar inkomen van ƒ 127.810,-- was opgelegd. Belanghebbende heeft, met schriftelijke toestemming van de Inspecteur, rechtstreeks beroep ingesteld bij het Hof, dat de aanslag heeft gehandhaafd.
Na de uitspraak van het Hof heeft belanghebbende cassatie ingesteld en daarbij verschillende klachten aangevoerd. De Staatssecretaris van Financiën heeft in een vertoogschrift het cassatieberoep bestreden. De Hoge Raad heeft de klachten beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft ook de proceskosten in overweging genomen en geoordeeld dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is op 29 maart 1995 vastgesteld door de raadsheer A. van der Linde als voorzitter, samen met de raadsheren J. Bellaart en M. van der Putt-Lauwers, en is in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier Van Hooff.