ECLI:NL:HR:1995:AA1615
Hoge Raad
- Cassatie
- Z. Zuurmond
- A. Herrmann
- J. Fleers
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag inkomstenbelasting en voorzieningen voor gehandicapten
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 20 mei 1994, betreffende de hem opgelegde aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1991. De aanslag was gebaseerd op een belastbaar inkomen van ƒ 75.834, en na bezwaar werd deze door de Inspecteur gehandhaafd. Belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde.
In cassatie heeft belanghebbende aangevoerd dat de kosten voor de uitbreiding van zijn woning, die noodzakelijk was voor zijn meervoudig gehandicapte dochter, als aftrekbare kosten moeten worden aangemerkt. De uitbreiding bestond uit een aanbouw van ongeveer 16 m2, die als speel- en verblijfsruimte diende. De totale bouwkosten bedroegen ƒ 54.894, waarvan belanghebbende een tegemoetkoming van ƒ 37.212 ontving op basis van de Regeling Geldelijke Steun Huisvesting Gehandicapten.
De Hoge Raad oordeelt dat de voorzieningen van bouwkundige aard, zoals de woningaanpassing, niet kunnen worden aangemerkt als hulp- of kunstmiddelen in de zin van artikel 46, lid 3 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964. Dit oordeel is in lijn met eerdere jurisprudentie en de resolutie van de Staatssecretaris van Financiën. De Hoge Raad verwerpt het beroep van belanghebbende, en acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
Dit arrest is vastgesteld op 7 juni 1995 door de raadsheer Zuurmond als voorzitter, en de raadsheren Herrmann en Fleers, en is in het openbaar uitgesproken.