Uitspraak
derde kamer
nr. 30.439
28 juni 1995
TB
Staatssecretaris van Financiëntegen de uitspraak van het
Gerechtshof te 's-Gravenhagevan 15 juni 1994 betreffende na te melden aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[X] B.V.te
[Z]voor het jaar 1990 opgelegde aanslag in de vennootschapsbelasting.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof, dat deze uitspraak heeft vernietigd en de aanslag heeft verminderd tot een aanslag naar een belastbaar bedrag van ƒ 235.140,--. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
Belanghebbende heeft bij vertoogschrift het cassatieberoep bestreden.
Enig aandeelhouder en directeur van belanghebbende is [A] . Deze bezit tevens 25% van het geplaatste aandelenkapitaal ad ƒ 40.000,-- in de in 1990 opgerichte besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [B] B.V. (hierna: [B] ). De overige 75% is in handen van drie andere aandeelhouders. Deze laatste drie aandeelhouders, alsmede belanghebbende, hebben ieder een langlopende lening van ƒ 75.000,-- aan [B] verstrekt, waarbij geen aflossingsverplichting is overeengekomen en rente slechts wordt vergoed indien het resultaat van [B] het toelaat. Tevens verstrekten zij ieder een kortlopende, direct opeisbare lening van ƒ 45.000,--, waarover een rente wordt vergoed gelijk aan de wettelijke rente. Voor de nakoming van haar verplichtingen uit voormelde leningen is door [B] geen zekerheid verstrekt. Over het jaar 1990 leed [B] een verlies van ƒ 149.741,--, resulterend in een negatief eigen vermogen per eind 1990 van ƒ 109.741,-- en over het jaar 1991 een verlies van afgerond ƒ 170.000,--, resulterend in een negatief eigen vermogen van ƒ 280.287,-- per eind 1991. Belanghebbende heeft ten laste van haar winst een bedrag van ƒ 70.000,-- op de verstrekte lening van ƒ 75.000,-- afgeboekt. De Inspecteur heeft voormelde afboeking niet aanvaard op grond van zijn standpunt dat in casu geen sprake is van een zakelijk verantwoorde transactie, maar van een verkapte kapitaalverstrekking.