ECLI:NL:HR:1995:AA1607
Hoge Raad
- Cassatie
- A. van der Linde
- J. de Moor
- C.H.M. Jansen
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep van fiscale eenheid tegen naheffingsaanslag omzetbelasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de fiscale eenheid X N.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, die betrekking heeft op een naheffingsaanslag in de omzetbelasting voor het tijdvak van 1 januari 1987 tot en met 31 december 1987. De belastingplichtige ontving een naheffingsaanslag van ƒ 66.784,-- aan enkelvoudige belasting en ƒ 16.696,-- aan verhoging. Na bezwaar werd de aanslag verminderd, maar het besluit om geen verdere kwijtschelding van de verhoging te verlenen, bleef in stand. De belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde en het besluit handhaafde.
Tegen deze uitspraak heeft de belanghebbende cassatie ingesteld en drie middelen van cassatie voorgesteld. De Staatssecretaris van Financiën heeft in een vertoogschrift het cassatieberoep bestreden. De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft ook de proceskosten beoordeeld en geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is op 24 mei 1995 vastgesteld door de raadsheer Van der Linde als voorzitter, samen met de raadsheren De Moor en C.H.M. Jansen, en is in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier Van Hooff.