ECLI:NL:HR:1995:AA1578
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Urlings
- A. Zuurmond
- H. Herrmann
- M. Fleers
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag in het recht van successie en opvoeding door de erflaatster
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 8 maart 1994, betreffende een aanslag in het recht van successie die aan haar was opgelegd na de verkrijging uit de nalatenschap van A, die in 1991 overleed. De aanslag bedroeg ƒ 234.026,-- en werd na bezwaar door de Inspecteur gehandhaafd. X ging in beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde.
In cassatie voerde X aan dat zij vóór haar 21e levensjaar gedurende ten minste vijf jaren uitsluitend door de erflaatster als een eigen kind was onderhouden en opgevoed, zoals bedoeld in artikel 19, lid 2, van de Successiewet 1956. Het Hof verwierp dit standpunt, omdat X geen feiten had aangetoond die het oordeel rechtvaardigden dat de erflaatster haar ook buiten de periode van december 1941 tot eind januari 1944 als een eigen kind had onderhouden.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet onjuist had geoordeeld over het begrip 'opvoeden' en dat het oordeel van het Hof niet onbegrijpelijk was. X had de bewijslast en had geen nader bewijs aangeboden ter ondersteuning van haar standpunt. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten en verwierp het beroep.
Dit arrest is op 3 mei 1995 vastgesteld door de vice-president Stoffer als voorzitter, en de raadsheren Urlings, Zuurmond, Herrmann en Fleers, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Den Ouden, en op die datum in het openbaar uitgesproken.