ECLI:NL:HR:1995:AA1546

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 maart 1995
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
29999
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A. Stoffer
  • W. Wildeboer
  • J. Zuurmond
  • H. Herrmann
  • M. Fleers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen naheffingsaanslag loonbelasting en beoordeling van klachten

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, die betrekking heeft op een naheffingsaanslag in de loonbelasting. De naheffingsaanslag, opgelegd over het tijdvak van 1 januari 1986 tot en met 31 december 1989, bedraagt ƒ 4.795,-- aan enkelvoudige belasting zonder verhoging. Na bezwaar van belanghebbende heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, wat leidde tot het cassatieberoep van belanghebbende.

Tijdens de cassatieprocedure heeft de Staatssecretaris van Financiën een vertoogschrift ingediend. Belanghebbende heeft op 10 november 1994 nog een nader geschrift ingediend, maar dit werd niet in behandeling genomen omdat het na de wettelijke termijn voor cassatie was ingediend. De Hoge Raad beoordeelt de klacht van belanghebbende, maar komt tot de conclusie dat deze niet tot cassatie kan leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klacht niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of rechtsontwikkeling.

De Hoge Raad oordeelt verder dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van belanghebbende, waarmee de uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is gewezen door de vice-president Stoffer als voorzitter, en de raadsheren Wildeboer, Zuurmond, Herrmann en Fleers, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Den Ouden, in raadkamer op 22 maart 1995.

Uitspraak

gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 22 oktober 1993 betreffende na te melden hem opgelegde naheffingsaanslag in de loonbelasting.
1. Naheffingsaanslag, bezwaar en geding voor het Hof Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 januari 1986 tot en met 31 december 1989 een naheffingsaanslag in de loonbelasting opgelegd ten bedrage van ƒ 4.795,--, aan enkelvoudige belasting zonder verhoging, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd. Belanghebbende is tegen de uitspraak van de Inspecteur in beroep gekomen bij het Hof. Het Hof heeft deze uitspraak bevestigd.
2. Geding in cassatie Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een klacht aangevoerd. De Staatssecretaris van Financiën heeft een vertoogschrift ingediend. Op 10 november 1994 is nog een nader geschrift van belanghebbende ter griffie van het Gerechtshof te Amsterdam binnengekomen, maar hierop kan, nu dit is binnengekomen na het einde van de wettelijke termijn voor beroep in cassatie en de wet voor dat beroep geen andere geschriften kent dan beroepschrift en vertoogschrift, geen acht worden geslagen.
3. Beoordeling van de klacht De klacht kan niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering nu de klacht niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Proceskosten De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
5. Beslissing De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president Stoffer als voorzitter, en de raadsheren Wildeboer, Zuurmond, Herrmann en Fleers, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Den Ouden, in raadkamer van 22 maart 1995.