ECLI:NL:HR:1995:AA1495

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 februari 1995
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
29909
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A. van der Linde
  • M. Bellaart
  • C. van der Putt-Lauwers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen navorderingsaanslag inkomstenbelasting

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 20 september 1993. De zaak betreft een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 1990. Aan belanghebbende was aanvankelijk een belastbaar inkomen van f 36.201,-- opgelegd, maar later is een navorderingsaanslag opgelegd naar een belastbaar inkomen van f 44.268,--, zonder verhoging. Belanghebbende heeft tegen deze navorderingsaanslag beroep ingesteld bij het Hof, dat de aanslag heeft gehandhaafd.

In cassatie heeft belanghebbende een middel van cassatie voorgesteld, waarop de Staatssecretaris van Financiën heeft gereageerd met een verweer. De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet tot cassatie kan leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De Hoge Raad heeft ook de proceskosten besproken en geconcludeerd dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en bepaald dat het bedrag van f 150,-- dat door belanghebbende was gestort voor de vervanging van de mondelinge uitspraak bij het Hof, door de Griffier van de Hoge Raad aan belanghebbende wordt terugbetaald. Dit arrest is gewezen op 1 februari 1995 door de raadsheer Van der Linde als voorzitter, samen met raadsheren Bellaart en Van der Putt-Lauwers, in aanwezigheid van waarnemend griffier Van Hooff.

Uitspraak

gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 20 september 1993 betreffende na te melden navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting.
1. Aanslag en geding voor het Hof Aan belanghebbende, die aanvankelijk in de inkomstenbelasting voor het jaar 1990 was aangeslagen naar een belastbaar inkomen van f 36.201,--, is over dat jaar een navorderingsaanslag opgelegd naar een belastbaar inkomen van f 44.268,--, zonder verhoging. Belanghebbende is tegen die aanslag in beroep gekomen bij het Hof, dat de navorderingsaanslag heeft gehandhaafd.
2. Geding in cassatie Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel van cassatie voorgesteld. De Staatssecretaris van Financiën heeft bij ver toogschrift het cassatieberoep bestreden.
3. Beoordeling van het middel Het middel kan niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Proceskosten De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
5. Beslissing De Hoge Raad verwerpt het beroep, en bepaalt dat door de Griffier van de Hoge Raad aan belanghebbende wordt terugbetaald het ter zake van de vervanging van de mondelinge uitspraak bij het Hof gestorte bedrag van f 150,--.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer Van der Linde als voorzitter, en de raadsheren Bellaart en Van der Putt-Lauwers, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Van Hooff, in raadkamer van 1 februari 1995.