ECLI:NL:HR:1995:AA1495
Hoge Raad
- Cassatie
- A. van der Linde
- M. Bellaart
- C. van der Putt-Lauwers
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen navorderingsaanslag inkomstenbelasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 20 september 1993. De zaak betreft een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 1990. Aan belanghebbende was aanvankelijk een belastbaar inkomen van f 36.201,-- opgelegd, maar later is een navorderingsaanslag opgelegd naar een belastbaar inkomen van f 44.268,--, zonder verhoging. Belanghebbende heeft tegen deze navorderingsaanslag beroep ingesteld bij het Hof, dat de aanslag heeft gehandhaafd.
In cassatie heeft belanghebbende een middel van cassatie voorgesteld, waarop de Staatssecretaris van Financiën heeft gereageerd met een verweer. De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet tot cassatie kan leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft ook de proceskosten besproken en geconcludeerd dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en bepaald dat het bedrag van f 150,-- dat door belanghebbende was gestort voor de vervanging van de mondelinge uitspraak bij het Hof, door de Griffier van de Hoge Raad aan belanghebbende wordt terugbetaald. Dit arrest is gewezen op 1 februari 1995 door de raadsheer Van der Linde als voorzitter, samen met raadsheren Bellaart en Van der Putt-Lauwers, in aanwezigheid van waarnemend griffier Van Hooff.