ECLI:NL:HR:1994:ZD1079
Hoge Raad
- Beschikking
- H. Hermans
- A. Beekhuis
- J. Davids
- M. Keijzer
- A. Schipper
- Rechtspraak.nl
Cassatie over beklag ex art. 552b Sv inzake verbeurdverklaring van een personenauto
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de Arrondissementsrechtbank te Maastricht, waarin het beklag van klagers, echtelieden, tot teruggave van een personenauto (Mercedes-Benz, type 280 SL) niet-ontvankelijk werd verklaard. De klagers stelden dat de auto niet de eigendom was van de veroordeelde, maar dat zij als belanghebbenden aanspraak konden maken op de auto. De Rechtbank oordeelde echter dat niet aannemelijk was dat de klagers op het moment van inbeslagname eigenaar waren van de auto, en verklaarde hen niet-ontvankelijk in hun beklag.
De Hoge Raad vernietigde de bestreden beschikking en wees de zaak terug naar de Arrondissementsrechtbank. De Hoge Raad oordeelde dat de Rechtbank een te beperkte maatstaf had aangelegd bij de beoordeling van het beklag. De Hoge Raad benadrukte dat de beoordeling niet alleen moet kijken naar de eigendom volgens Nederlands recht, maar ook naar de rechtsverhouding zoals die bestond naar het recht van de staat waar de auto was gevestigd. Dit is van belang voor de toepassing van artikel 552b van het Wetboek van Strafvordering, dat belanghebbenden de mogelijkheid biedt om zich te beklagen over de verbeurdverklaring van voorwerpen die hen toekomen, ongeacht de eigendomssituatie.
De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de interpretatie van het begrip 'toekomen' in artikel 552b Sv en de rechten van belanghebbenden in cassatieprocedures. De zaak is terugverwezen naar de Arrondissementsrechtbank te Maastricht voor verdere behandeling.