ECLI:NL:HR:1994:AA3085
Hoge Raad
- Cassatie
- A. van der Linde
- J. de Moor
- M. van der Putt-Lauwers
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag omzetbelasting en vertrouwen gewekt door eerdere boekenonderzoeken
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, die op 6 augustus 1993 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting heeft bevestigd. De naheffingsaanslag betreft het tijdvak van 1 januari 1987 tot en met 31 december 1988 en bedraagt in totaal ƒ 22.318,-- aan enkelvoudige belasting en ƒ 4.972,-- aan verhoging. Na bezwaar tegen de aanslag heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, wat leidde tot een beroepsprocedure bij het Hof.
Belanghebbende heeft in cassatie een klacht ingediend, waarbij de Staatssecretaris van Financiën heeft geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak van het Hof en tot verwijzing van de zaak. De Hoge Raad heeft de klacht beoordeeld en geconcludeerd dat het Hof de grief van belanghebbende, die stelde dat eerdere boekenonderzoeken door de belastingdienst een vertrouwen hebben gewekt dat zijn aangifte juist was, terecht heeft verworpen. Het Hof oordeelde dat er geen sprake was van een relevant boekenonderzoek dat het vertrouwen van belanghebbende kon rechtvaardigen, aangezien de onderzoeken betrekking hadden op de heffing van inkomstenbelasting en niet op de omzetbelasting.
De Hoge Raad oordeelde dat de klacht van belanghebbende over de toepassing van een volledige controle door de belastingdienst niet tot cassatie kon leiden, omdat deze stelling niet eerder voor het Hof was ingebracht. De beoordeling van deze klacht zou een feitelijk onderzoek vereisen, wat in cassatie niet mogelijk is. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten en verwierp het beroep van belanghebbende. Dit arrest is gewezen door de raadsheer A. van der Linde als voorzitter, en de raadsheren J. de Moor en M. van der Putt-Lauwers, in raadkamer op 29 juni 1994.