ECLI:NL:HR:1994:AA2954
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- Van der Linde
- Bellaart
- De Moor
- C.H.M. Jansen
- Rechtspraak.nl
Cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen uitspraak Gerechtshof Leeuwarden inzake inkomstenbelasting aanslag
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, die op 20 augustus 1993 werd gedaan. De zaak betreft een aanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 1989, opgelegd aan belanghebbende, die een belastbaar inkomen van f 147.356,-- had. Na bezwaar tegen deze aanslag, werd deze door de Inspecteur gehandhaafd, maar ambtshalve verminderd. Belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de aanslag verlaagde naar een belastbaar inkomen van f 132.214,--. De Staatssecretaris heeft hiertegen cassatie ingesteld.
In cassatie is vastgesteld dat belanghebbende in 1988 een garagebedrijf heeft overgenomen, inclusief onroerende zaken, bestaande uit twee werkplaatsen en twee showrooms. De opstallen zijn gebouwd in 1970 en uitgebreid in 1977. Belanghebbende hanteert een afschrijvingspercentage van 5%, terwijl de Inspecteur dit percentage op 3% stelt. Het Hof oordeelt dat een afschrijving van 5% niet onjuist is, maar dit oordeel wordt door de Hoge Raad bestreden. De Hoge Raad oordeelt dat de technische levensduur van de opstallen, die op ten minste 30 jaar wordt gesteld, niet zonder nadere motivering kan leiden tot de conclusie dat een afschrijving van 5% niet juist is.
De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. Tevens wordt bepaald dat de Staatssecretaris van Financiën het bedrag van f 150,-- terugbetaald krijgt, dat eerder was gestort voor de vervanging van de mondelinge uitspraak bij het Hof.