ECLI:NL:HR:1994:AA2950
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- W. Wildeboer
- J. Urlings
- H. Zuurmond
- J. Fleers
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag inkomstenbelasting en teruggaaf voorheffingen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 28 augustus 1992. De zaak betreft een beschikking van de Inspecteur van 26 augustus 1991, waarin werd besloten om voor het jaar 1986 geen aanslag in de inkomstenbelasting op te leggen en de verrekening van voorheffingen achterwege te laten. Belanghebbende maakte bezwaar tegen deze beschikking, maar de Inspecteur handhaafde zijn besluit. Hierop ging belanghebbende in beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde.
Belanghebbende stelde in cassatie dat hij toch recht had op een aanslag tot teruggaaf van voorheffingen, ondanks dat de wettelijke bepalingen en de resolutie van de Staatssecretaris van Financiën van 25 maart 1991 dit niet toestonden. Hij betoogde dat de resolutie in strijd was met het gelijkheidsbeginsel, omdat deze een drempel stelde voor het indienen van verzoeken om teruggaaf van voorheffingen. De Hoge Raad oordeelde echter dat de gevallen waarin de wettelijke termijn in acht is genomen en die waarin dat is nagelaten niet als gelijke gevallen kunnen worden aangemerkt. Daarom was er geen sprake van schending van het gelijkheidsbeginsel.
De Hoge Raad concludeerde dat de klachten van belanghebbende falen en dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing van de Hoge Raad was om het beroep van belanghebbende te verwerpen en te bepalen dat het bedrag van f 150,-- dat was gestort voor de vervanging van de mondelinge uitspraak bij het Hof aan belanghebbende wordt terugbetaald. Dit arrest is gewezen in raadkamer op 26 oktober 1994 door de vice-president Stoffer en de raadsheren Wildeboer, Urlings, Zuurmond en Fleers, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Van der Vegt.