ECLI:NL:HR:1994:AA2945
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- Van der Linde
- Bellaart
- De Moor
- Van der Putt-Lauwers
- Rechtspraak.nl
Cassatie over verrekening van investeringsbijdragen door een besloten vennootschap
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 6 augustus 1993. De zaak betreft de afwijzing van een verzoek tot verrekening van investeringsbijdragen voor het boekjaar van 1 juli 1986 tot en met 30 juni 1987. De Inspecteur had op 21 november 1989 een beschikking afgegeven waarin het verzoek werd afgewezen. Na bezwaar werd deze beschikking door de Inspecteur gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, waarop belanghebbende cassatie instelde.
In cassatie werd vastgesteld dat belanghebbende in het boekjaar 1986/1987 een waterplas met oevers had aangekocht, die werd verhuurd als stortplaats voor tarragrond, een afvalproduct van de suikerproductie. Belanghebbende had aanspraak gemaakt op verrekening van investeringsbijdragen op basis van artikel 23b, lid 2, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. De Inspecteur had deze aanspraak afgewezen, wat leidde tot de procedure bij het Hof.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof terecht had geoordeeld dat de investering moest worden aangemerkt als een investering in gronden volgens artikel 61a, lid 5, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964. Het cassatiemiddel faalde, en de Hoge Raad verwerpt het beroep. Tevens werd er geen veroordeling in proceskosten uitgesproken, omdat er geen termen aanwezig waren voor een dergelijke veroordeling. Dit arrest is gewezen op 5 oktober 1994 door de vice-president en andere raadsheren in raadkamer.