ECLI:NL:HR:1994:AA1839
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- W. Wildeboer
- J. Zuurmond
- H. Herrmann
- M. Fleers
- Rechtspraak.nl
Cassatie van de Staatssecretaris van Financiën inzake aanslag inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 16 juni 1993. De zaak betreft de aan belanghebbende, een ingenieur die werkzaam is als marketingacquisitie functionaris, opgelegde aanslag inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen voor het jaar 1990. De aanslag was gebaseerd op een belastbaar inkomen van ƒ 69.136,--. Na bezwaar van belanghebbende heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof heeft de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en de aanslag verlaagd tot een belastbaar inkomen van ƒ 66.246,--.
De Staatssecretaris van Financiën heeft cassatie ingesteld en een middel van cassatie voorgedragen. Belanghebbende heeft hierop een vertoogschrift ingediend. In cassatie is vastgesteld dat belanghebbende in 1990 een cursus Duits heeft gevolgd in Luzern, waarvoor hij ƒ 3.519,-- heeft betaald. Bij zijn aangifte heeft hij een deel van deze kosten, op basis van artikel 36, lid 2, letter g van de Wet op de inkomstenbelasting 1964, als aftrekbare kosten opgevoerd.
Het Hof heeft geoordeeld dat de kosten van de cursus als aftrekbare kosten met betrekking tot de inkomsten uit dienstbetrekking moeten worden aangemerkt, omdat deze kosten niet voor vergoeding door de werkgever in aanmerking kwamen. Dit oordeel is door de Hoge Raad bevestigd. Het middel van de Staatssecretaris, dat stelde dat het Hof rekening had moeten houden met het feit dat vergelijkbare cursussen in Nederland wel voor vergoeding in aanmerking kwamen, werd verworpen. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en bepaald dat de Staatssecretaris een recht van ƒ 300,-- moet betalen voor dit beroep.