ECLI:NL:HR:1993:BH8748
Hoge Raad
- Cassatie
- B. Bellaart
- A. de Moor
- C.H.M. Jansen
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en bewijslast bij brandstoftoeslag
In deze zaak gaat het om een naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting die aan de belanghebbende is opgelegd voor het tijdvak van 1 april 1989 tot en met 28 februari 1990. De aanslag, die betrekking had op een motorrijtuig dat als brandstof gas gebruikte, bedroeg f 922 aan belasting en f 922 aan verhoging. Na bezwaar van de belanghebbende handhaafde de Inspecteur de aanslag, waarna de belanghebbende in beroep ging bij het Gerechtshof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, waarop de belanghebbende cassatie instelde.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof ten onrechte heeft aangenomen dat de omstandigheid dat de gasinstallatie mogelijk is uitgebouwd niet ter zake doet. De Hoge Raad stelt vast dat de belastingplichtige aannemelijk moet maken dat de gegevens in het kentekenregister niet meer overeenkomen met de werkelijkheid. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. Tevens wordt bepaald dat de belanghebbende het griffierecht terugbetaald krijgt en dat de Staatssecretaris van Financiën het griffierecht voor de cassatie vergoedt.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt de bewijslast in belastingzaken en de noodzaak voor belastingplichtigen om hun stellingen te onderbouwen met bewijs dat in overeenstemming is met de gegevens in het kentekenregister. De beslissing van de Hoge Raad is van belang voor de interpretatie van de Wet op de motorrijtuigenbelasting en de toepassing van verhogingen bij belastingaanslagen.