ECLI:NL:HR:1992:ZC0586
Hoge Raad
- Rekestprocedure
- M. Martens
- A. Bloembergen
- J. Roelvink
- C. Neleman
- H. Heemskerk
- A. Davids
- Rechtspraak.nl
Erfrechtelijke geschil over eigendom van terreinen en erfopvolging
In deze zaak gaat het om een erfrechtelijk geschil waarbij de erfgenamen van de overleden [de erflater] vorderingen hebben ingesteld tegen Sunresorts N.V. De oorspronkelijke eiseres, [oorspronkelijke eiseres], heeft in haar hoedanigheid van cessionaris van de erfgenamen, een verzoek ingediend bij het Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen. De eis was gericht op het verkrijgen van een verklaring dat bepaalde terreinen deel uitmaken van de nalatenschap van de erflater en dat Sunresorts deze terreinen diende te ontruimen. Het Gerecht in Eerste Aanleg heeft de vorderingen op 20 februari 1990 afgewezen, waarna de erfgenamen hoger beroep hebben ingesteld bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie. Dit Hof heeft op 20 december 1990 het vonnis van het Gerecht bevestigd. De erfgenamen hebben vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft de zaak op 17 januari 1992 behandeld, waarbij de Advocaat-Generaal Hartkamp heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de vraag die aan het Hof was voorgelegd, dezelfde was als in een eerder vonnis van 6 april 1982, waarin was geoordeeld dat de rechtsvoorgangers van Sunresorts door verjaring eigenaar waren geworden van de grond. De Hoge Raad heeft het beroep van de erfgenamen verworpen en hen in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. Dit arrest is op 24 april 1992 openbaar uitgesproken door de vice-president Martens en de overige rechters.