Uitspraak
mogelijkheidvan ‘’nadelen’’ niet voldoende is om het onderhavige beding onredelijk bezwarend te maken, maar dat het er om gaat of dergelijke ‘’nadelen’’ daadwerkelijk zijn opgetreden. Dit betoog miskent dat het oordeel van het Hof betrekking heeft op de verbindendheid van het arbitrale beding zelf in verband met het beroep van [verweerder] op het onredelijk bezwarend karakter daarvan. Die verbindendheid dient niet te worden beoordeeld aan de hand van de nadelen die zich bij de op grond van het beding aangespannen arbitrage daadwerkelijk hebben verwezenlijkt, maar aan de hand van de eventuele onredelijk bezwarende gevolgen waaraan het beding, bij gebondenheid daaraan, [verweerder] van de aanvang af bloot stelde, waaronder ook de nadelen waarvan de verwezenlijking bij handhaving van het beding slechts ‘’mogelijk’’ was.
23 maart 1990.