Uitspraak
aABW van toepassing is, en heeft de vordering toegewezen. De Rechtbank heeft daarentegen geoordeeld dat in een geval als het onderhavige aan de bijstand het karakter van geldlening ontvalt en heeft de vordering afgewezen.
aABW wordt verleend in de vorm van een geldlening onder verband van hypotheek, deze hypotheek niet binnen drie maanden te rekenen van de aanvang van de bijstandsverlening is gevestigd, meewerken aan dat vestigen niet meer kan worden gevergd. De Rechtbank heeft dit uitgangspunt gebaseerd op art. 4 Bijstandsbesluit krediethypotheek (BKH), maar noch de tekst van deze bepaling, noch de daarop gegeven toelichting wettigen daaraan deze vergaande consequentie te verbinden. Ook kan niet worden gezegd dat deze wordt gevorderd ter bescherming van de gerechtvaardigde belangen van degene aan wie de bijstand in deze vorm wordt verleend.
avereiste hypotheek niet binnen de daarvoor geldende termijn is gevestigd’’ aan de verleende bijstand het karakter van geldlening is komen te ontvallen zodat deze ‘’overeenkomstig het stelsel van de ABW geacht moet worden a fonds perdu te zijn verleend’’.
27 januari 1989.