Uitspraak
Eerste Kamer
Rek.nr. 6922
AB
[huurster 2] , beide
wonende te [woonplaats] ,
VERZOEKERS tot cassatie,
advocaat: Mr. P.S. Kamminga,
wonende te [woonplaats] ,
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: Mr. P.J.M. Schmidt auf Altenstadt.
specifiek aan te duidenwoning beschikbaar is, nu [de huurders] niet meewerkt om andere passende ruimte te zoeken. Anders dan het tweede middel aanvoert heeft de Rechtbank derhalve niet tot uitgangspunt genomen dat niet blijkt dat het voor de huurders onmogelijk is andere passende woonruimte te krijgen, doch is zij ervan uitgegaan dat juist blijkt dat dit wel mogelijk was. Voorts is de Rechtbank niet ervan uitgegaan - zoals het derde middel betoogt - "dat niet zou behoeven te
blijkendat andere woonruimte voor de huurder beschikbaar is, ook niet de
beschikbaarheidzelf", doch heeft zij integendeel aangenomen dat in dit geval voldoende van die beschikbaarheid blijkt.
Voor het overige komt het middel tevergeefs op tegen het feitelijk oordeel dat [de huurders] passende woonruimte kan verkrijgen.
[de verhuurder] heeft bij pleidooi in cassatie overgelegd een verklaring van Burgemeester en Wethouders van [woonplaats] dat zij bereid zijn de vereiste vergunning krachtens de Woonruimtewet 1947 te verlenen. Aan toewijzing van het verzoek van [de verhuurder] staat thans derhalve niets meer in de weg.
18 oktober 1985.