Uitspraak
omslagvan de stripverhalen "De Keizerkraker" en "De Glunderende Gluurder", en het meer of anders gevorderde afgewezen.
tekeningenvan de stripfiguren Suske, Wiske, Lambiek, Tante Sidonia en Jerom in de genoemde stripverhalen, met ontzegging van het meer of anders gevorderde.
nietin: dat enerzijds het auteursrechtelijk werk van [verweerder 1] waarvan telkens sprake is, niet enkel door de grafische vorm van de betreffende stripfiguur, maar mede door diens karaktereigenschappen, taaluitingen, de aard van zijn avonturen en karakteristieke uitbeeldingssituaties werd bepaald en anderzijds de karaktereigenschappen, de taaluitingen, de aard van de avonturen en karakteristieke uitbeeldingssituaties van de stripfiguren in de door [eiser] in het verkeer gebrachte stripverhalen verschillen van die van de stripfiguren in de door [verweerder 1] ontworpen stripverhalen, en dat daarom, ondanks de grote gelijkenis van de wederzijdse tekeningen, géén sprake was van nabootsing. Dat verweer hield - blijkens rechtsoverweging 10 van de bestreden uitspraak - uitsluitend in dat de door [eiser] in het verkeer gebrachte stripverhalen parodieën zijn op de stripverhalen in de Suske- en Wiske-series en dat de grote gelijkenis tussen de wederzijdse tekeningen van Suske, Wiske, Lambiek, Tante Sidonia en Jerom noodzakelijk is - en derhalve geoorloofd - om de herkenbaarheid van de parodie mogelijk te maken.
13 april 1984.