Uitspraak
Eerste Kamer
Nr. 12.202
AT
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
De zaak is voor partijen bepleit door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal Ten Kate strekt tot verwerping van het beroep.
Het Hof heeft de aansprakelijkheid van de bestuurder verworpen omdat het, ervan uitgaande dat deze niet heeft geweten van de aanwezigheid van mensen in de laadruimte van de bestelauto, voor hem het toebrengen van lichamelijk letsel aan de meerijder [betrokkene 1] niet voorzienbaar achtte, wat volgens het Hof meebrengt "dat het verkeersgedrag van [verweerder] jegens [betrokkene 1] geen onrechtmatige daad oplevert" (rechtsoverwegingen 12 en 13).
Het Hof heeft hiermee tot uitdrukking gebracht, dat [verweerder] niet bedacht hoefde te zijn op de aanwezigheid van mensen in de laadruimte van zijn auto, en in zijn verkeersgedrag dus ook niet met eventueel daaraan verbonden gevaren voor het welzijn van deze mensen rekening behoefde te houden.
Anders dan in onderdeel a wordt betoogd, heeft het Hof hieruit terecht de conclusie getrokken dat het onjuiste verkeersgedrag van [verweerder] tegenover [betrokkene 1] geen onrechtmatige daad opleverde.
Onderdeel b mist feitelijke grondslag. Aan het in de aanhef van rechtsoverweging 14 van 's Hofs arrest overwogene komt geen zelfstandige betekenis toe, als bedoeld in dit onderdeel.
verwerpt het beroep;
27 januari 1984.