Uitspraak
1. [requirant 1], van beroep electricien, geboren te [geboorteplaats] [geboortedatum] 1917, wonende te
,
[woonplaats],
[woonplaats],
Amsterdamvan 23en maart 1954, waarbij in hoger beroep, met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank te Alkmaar van 10 Februari 1953, requiranten wegens ‘’het medeplegen van het misdrijf: opzettelijk inbreuk maken op eens anders auteursrecht’’, onder aanhaling van de artikelen 31 der Auteurswet 1912 en 23, 47 en 91 van het Wetboek van Strafrecht, zijn veroordeeld ieder tot een geldboete ten bedrage van een gulden, subsidiair een dag hechtenis, met veroordeling van requiranten des, dat de één betalende de anderen zullen zijn bevrijd, om aan het toneelfonds ‘’Festa’’ te Winschoten als schadevergoeding te betalen de som van acht gulden, voorts met veroordeling van requiranten in de kosten door de beledigde partij gemaakt, tot den dag der uitspraak begroot op vijf en twintig gulden in eersten aanleg en op vijftig gulden in hoger beroep, alsmede in de kosten ten behoeve der tenuitvoerlegging dier uitspraak nog te maken.
Vrij;
dezevoorwaarde veelal gesteld placht te worden, zij ook wisten dat dat zeer herhaaldelijk ten onrechte geschiedde’’;