ECLI:NL:HR:1932:400

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 november 1932
Publicatiedatum
11 mei 2023
Zaaknummer
35267
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • Jhr. Feith
  • Taverne
  • Schepel
  • Kirberger
  • Meckmann
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van een vonnis wegens schending van de procedurele voorschriften in het strafrecht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 november 1932 uitspraak gedaan in een cassatieberoep van een requirant, die was veroordeeld door de Arrondissements-Rechtbank te Roermond. De requirant was veroordeeld tot hechtenis van één dag en plaatsing in een Rijkswerkinrichting voor drie maanden wegens het zich in kennelijk staat van dronkenschap op de openbare weg bevinden, gepleegd bij zesde herhaling binnen een jaar. De veroordeling was gebaseerd op artikelen 453, 18 en 32 van het Wetboek van Strafrecht. De zaak kwam voor de Hoge Raad na een hoger beroep, waarbij het vonnis van het Kantongerecht te Helmond was vernietigd.

De Hoge Raad heeft geconstateerd dat er geen gronden voor het beroep zijn aangevoerd door of namens de requirant. Echter, ambtshalve heeft de Hoge Raad vastgesteld dat het vonnis van de Rechtbank niet was uitgesproken door de voorzitter of door een van de rechters die over de zaak had geoordeeld, wat in strijd is met artikel 362 van het Wetboek van Strafvordering. Dit artikel vereist dat de uitspraak wordt gedaan door de rechters die de zaak hebben behandeld, op straffe van nietigheid.

Aangezien het vonnis niet in overeenstemming was met de procedurele vereisten, heeft de Hoge Raad het bestreden vonnis vernietigd. De zaak is vervolgens verwezen naar het Gerechtshof te 's Hertogenbosch voor verdere behandeling van het hoger beroep. De uitspraak werd gedaan door de Hoge Raad in aanwezigheid van de Advocaat-Generaal Wijnveldt en werd ondertekend door de griffier.

Uitspraak

No.35267.
DE HOOGE RAAD DER NEDERLANDEN,
Op het beroep van [requirant], geboren te [geboorteplaats] [geboortedatum] 1900, broodbezorger, wonende te [woonplaats], requirant van cassatie tegen een vonnis van de Arrondissements-Rechtbank te Roermond van den 21sten Juli 1932, waarbij in hooger beroep, met vernietiging van een door het Kantongerecht te Helmond den 9den Juni 1932 gewezen schriftelijk vonnis, requirant, ter zake van "het zich in kenlijken staat van dronkenschap op den openbaren weg bevinden, gepleegd bij zesde herhaling binnen een jaar, nadat de laatste veroordeeling wegens herhaling onherroepelijk is geworden", met aanhaling van de artikelen 453,18 en 32 van het Wetboek van Strafrecht, is veroordeeld tot hechtenis van een dag en tot plaatsing in eene Rijkswerkinrichting voor den tijd van drie maanden;
Gehoord het verslag van den Raadsheer Meckmann;
Gezien de insinuatie, namens den Procureur-Generaal aan den requirant beteekend, ter kennisgeving van den dag, voor de behandeling dezer zaak bepaald;
Gehoord den Advocaat-Generaal Wijnveldt, namens den Procureur-Generaal, in zijne conclusie, strekkende tot vernietiging van het bestreden vonnis en verwijzing der zaak naar het Gerechtshof te 's Hertogenbosch, ter verdere behandeling;
Overwegende dat door of namens requirant geen gronden voor het beroep zijn aangevoerd;
Overwegende echter ambtshalve:
dat blijkens het proces verbaal van de terechtzitting der Rechtbank van Donderdag 14 Juli 1932,bij de behandeling der onderwerpelijke zaak zijn tegenwoordig geweest de heeren Mrs. Coenegracht, voorzitter, Diephuis, rechter en Janssens rechter-plaatsvervanger, die ook het bestreden vonnis, zooals in het daarvan overgelegd afschrift wordt vermeld, hebben gewezen;
dat de uitspraak van het vonnis ter terechtzitting der Rechtbank van den 21sten Juli 1932 heeft plaats gehad, en alstoen, gelijk in het proces-verbaal dier terechtzitting staat vermeld, het vonnis in het openbaar is uitgesproken door Mr. Bolsius, President, die Mr. Coenegracht als voorzitter verving;
dat derhalve moet worden aangenomen dat het vonnis niet is uitgesproken door den voorzitter of door een der rechters, die over de zaak heeft geoordeeld, zooals bij artikel 362 van het Wetboek van Strafvordering op straffe van nietigheid is voorgeschreven;
dat mitsdien het bestreden vonnis, wegens schending van dit artikel in verband met de artikelen 415 en 425 van het Wetboek van Strafvordering niet in stand kan blijven;
Vernietigt het bestreden vonnis;
Rechtdoende krachtens artikel 106 der Wet op de Rechterlijke Organisatie:
Verwijst de zaak naar het Gerechtshof te 's Hertogenbosch, ten einde op het bestaand hooger beroep te worden berecht en afgedaan.
Gewezen te 's-Gravenhage bij de Heeren Jhr.Feith, Vice-President, Taverne, Schepel, Kirberger en Meckmann, Raden, in bijzijn van den Griffier Jas, die dit arrest hebben onderteekend en door voornoemden Vice-President uitgesproken ter openbare terechtzitting van den veertienden November 1900 Twee en Dertig, in tegenwoordigheid van de genoemde Heeren, alsmede van den Advocaat-Generaal Wijnveldt .- zijnde bij de uitspraak de Griffier Jas vervangen door den Griffier Kist, die dit arrest heeft onderteekend.