ECLI:NL:GHSHE:2025:784

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
14 februari 2025
Publicatiedatum
21 maart 2025
Zaaknummer
20-002816-24
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg inzake overtredingen van de Wegenverkeerswet en de Wet wapens en munitie

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 14 februari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht. De verdachte, geboren in 1980, is beschuldigd van meerdere overtredingen, waaronder het besturen van een voertuig onder invloed van alcohol en cannabis, en het dragen van wapens in de zin van de Wet wapens en munitie. De politierechter had eerder op 26 september 2024 een vonnis gewezen, waartegen de verdachte hoger beroep heeft ingesteld. Tijdens de zitting heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die heeft gepleit voor vernietiging van het vonnis en veroordeling van de verdachte. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 16 december 2023 in Beek een voertuig heeft bestuurd na gebruik van alcohol en cannabis, en dat hij op diezelfde dag wapens, waaronder drie messen en een zwaard, heeft gedragen. Het hof heeft de bewijsvoering van de politierechter beoordeeld en geconcludeerd dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken, een geldboete van €400,00 en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van twaalf maanden. Tevens is het in beslag genomen zwaard onttrokken aan het verkeer.

Uitspraak

Parketnummer : 20-002816-24
Uitspraak : 14 februari 2025
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 26 september 2024 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken met parketnummers 03-009485-24 en 03-175537-24 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1980,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte:
- ter zake van ‘overtreding van artikel 8, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994’
(
03-009485-24, feit 1 en 03-175537-24) veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 weken, alsmede een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 12 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 179 Wegenverkeerswet 1994,
- ter zake van ‘handelen in strijd met artikel 27, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd’ (
03-009485-24, feit 2) veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van
€ 400,00, subsidiair 8 dagen hechtenis, en
- ter zake van handelen in strijd met artikel 27, eerste lid, van de Wet wapens en munitie (
03-009485-24, feit 3) veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 200,00, subsidiair 4 dagen hechtenis.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van beroep zal vernietigen, en, opnieuw rechtdoende, het in de strafzaak met parketnummer 03-009485-24 onder 1, 2 en 3, en het in de strafzaak met parketnummer 03-175537-24 tenlastegelegde bewezen zal verklaren en de verdachte zal veroordelen:
- ten aanzien van het in de strafzaak met parketnummer 03-009485-24 onder 1 en het in de strafzaak met parketnummer 03-175537-24 tenlastegelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 weken, alsmede een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 12 maanden,
- ten aanzien in de strafzaak met parketnummer 03-009485-24 onder 2 tenlastegelegde tot een geldboete ter hoogte van € 400,00, subsidiair 8 dagen hechtenis, te voldoen in 8 maandelijkse termijnen van € 50,00, en
- ten aanzien van het in de strafzaak met parketnummer 03-009485-24 onder 3 tenlastegelegde tot een geldboete ter hoogte van € 200,00, subsidiair 4 dagen hechtenis.
Tot slot heeft de advocaat-generaal onttrekking aan het verkeer gevorderd van het inbeslaggenomen zwaard.
De raadsman van de verdachte heeft primair ten aanzien van het in de strafzaak met parketnummer 03-009485-24 onder 2 en 3 tenlastegelegde vrijspraak bepleit en subsidiair een strafmaatverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat de politierechter heeft volstaan met aantekening van de uitspraak op een aan het dubbel van de dagvaarding gehecht stuk, maar het hof gebonden is aan het motiveringsvoorschrift van artikel 359 van het Wetboek van Strafvordering.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
zaak met parketnummer 03-009485-24:
1.
hij op of omstreeks 16 december 2023 te Beek een voertuig, te weten een personenauto, heeft bestuurd of als bestuurder heeft doen besturen na gebruik van een in artikel 2 van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer aangewezen stof(fen) als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, te weten cannabis en/of alcohol,
terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van de genoemde Wet het gehalte in zijn bloed (of adem) bij iedere aangewezen stof en/of alcohol
8,4 microgram THC/cannabis en
1,20 milligram ethanol/alcohol bedroeg,
in elk geval (telkens) een hoger gehalte dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit bij die aangewezen stof en/of alcohol afzonderlijk vermelde grenswaarde;
2.
hij op of omstreeks 16 december 2023 te Beek een wapen(s) van categorie IV, onder 7°, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, te weten drie messen, zijnde voorwerpen waarvan, gelet op zijn/hun aard en/of de omstandigheden waaronder deze werd(en) aangetroffen, redelijkerwijs kon worden aangenomen dat het/deze bestemd was/waren om letsel aan personen toe te brengen en/of te dreigen, heeft gedragen;
3.
hij op of omstreeks 16 december 2023 te Beek een wapen van categorie IV, onder 2°, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, te weten een zwaard, heeft gedragen;
zaak met parketnummer 03-175537-24:
hij op of omstreeks 29 december 2023 in de gemeente Sittard-Geleen
een voertuig, te weten een personenauto, heeft bestuurd of als bestuurder heeft
doen besturen na gebruik van een in artikel 2 van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer aangewezen stof(fen) als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, te weten cannabis (THC) en/of alcohol, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van de genoemde Wet, het gehalte in zijn bloed (of adem) bij iedere aangewezen stof en/of alcohol 9,2 microgram cannabis (THC) per liter bloed en 0,49 milligram ethanol/alcohol per milliliter bloed bedroeg, in elk geval (telkens) een hoger gehalte dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit bij die aangewezen stof en/of alcohol afzonderlijk vermelde grenswaarde.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 03-009485-24 onder 1, 2 en 3 en in de zaak met parketnummer 03-175537-24 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
zaak met parketnummer 03-009485-24:
1.
hij op 16 december 2023 te Beek een voertuig, te weten een personenauto, heeft bestuurd na gebruik van een in artikel 2 van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer aangewezen stoffen als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, te weten cannabis en alcohol, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van de genoemde Wet, het gehalte in zijn bloed (of adem) bij iedere aangewezen stof en alcohol 8,4 microgram THC/cannabis en
1,20 milligram ethanol/alcohol bedroeg, zijnde telkens een hoger gehalte dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit bij die aangewezen stof en alcohol afzonderlijk vermelde grenswaarde;
2.
hij op 16 december 2023 te Beek wapens van categorie IV, onder 7°, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, te weten drie messen, zijnde voorwerpen waarvan, gelet op hun aard en/of de omstandigheden waaronder deze werden aangetroffen, redelijkerwijs kon worden aangenomen dat deze bestemd waren om letsel aan personen toe te brengen en/of te dreigen, heeft gedragen;
3.
hij op 16 december 2023 te Beek een wapen van categorie IV, onder 2°, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, te weten een zwaard, heeft gedragen;
zaak met parketnummer 03-175537-24:
hij op 29 december 2023 in de gemeente Sittard-Geleen, een voertuig, te weten een personenauto, heeft bestuurd na gebruik van een in artikel 2 van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer aangewezen stoffen als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994, te weten cannabis (THC) en alcohol, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van de genoemde Wet, het gehalte in zijn bloed (of adem) bij iedere aangewezen stof en alcohol 9,2 microgram cannabis (THC) per liter bloed en 0,49 milligram ethanol/alcohol per milliliter bloed bedroeg, zijnde telkens een hoger gehalte dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit bij die aangewezen stof en alcohol afzonderlijk vermelde grenswaarde.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkorte arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het arrest. Deze aanvulling wordt dan aan dit arrest gehecht.
Bewijsoverwegingen
De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting bepleit dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het in de strafzaak met parketnummer 03-009485-24 onder 2 en 3 tenlastegelegde. Hiertoe heeft de raadsman – kort gezegd – aangevoerd dat er geen sprake is geweest van dragen van de messen en het zwaard zoals bedoeld als in de Wet wapens en munitie. Voorts heeft de raadsman aangevoerd dat de verdachte dakloos was, in zijn auto woonde en de messen gebruikte om eten te bereiden. Het zwaard werd in een foedraal, omwikkeld met een koord, in de kofferbak vervoerd. Daarmee hadden de messen en het zwaard niet de bestemming om te dreigen of letsel toe te brengen.
Het hof overweegt voorts als volgt.
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd. Elk bewijsmiddel wordt – ook in zijn onderdelen – slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezenverklaarde feit, of die bewezenverklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Het hof gaat ervan uit dat, nu de verdachte ten tijde van het tenlastegelegde dakloos was en in zijn auto leefde, hij de aangetroffen wapens (de messen en het samoerai zwaard) altijd onder zich had en derhalve dus bij zich heeft gedragen. Het hof acht de verklaring van de verdachte dat hij de messen bij zich had om eten te bereiden niet aannemelijk geworden, nu hiervoor in het dossier geen aanwijzingen zijn gevonden. In de auto van de verdachte zijn immers geen andere keukenbenodigdheden aangetroffen en de messen zijn ook niet op een voor dit gebruik logische plek aangetroffen, te weten in het deurportier aan de passagierszijde en tussen de bestuurderstoel en het middenconsole en daarmee dus ook ‘pakklaar’ voor ander gebruik dan voor het bereiden van eten.
Voorts overweegt het hof ten aanzien van het aangetroffen samoerai zwaard dat het foedraal waar het zwaard in zat en het goudkleurig koord dat om het zwaard was gewikkeld, aan gebruik van het zwaard niet in de weg stonden. Het hof acht derhalve wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte wapens, te weten drie messen en een zwaard, in de zin van de Wet wapens en munitie heeft gedragen.
Het hof verwerpt derhalve het verweer van de raadsman ten aanzien van de bestemming van de wapens.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het in de zaak met parketnummer 03-009485-24 onder 1 bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
overtreding van artikel 8, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Het in de zaak met parketnummer 03-009485-24 onder 2 bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
handelen in strijd met artikel 27, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd.
Het in de zaak met parketnummer 03-009485-24 onder 3 bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
handelen in strijd met artikel 27, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Het in de zaak met parketnummer 03-175537-24 bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
overtreding van artikel 8, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. De feiten zijn strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Op te leggen sanctie
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij zich in korte tijd tweemaal schuldig heeft gemaakt aan het besturen van een personenauto op de openbare weg, terwijl hij onder in vloed van alcohol en cannabis verkeerde. Tegen het gebruik van alcohol en drugs in het verkeer moet naar het oordeel van het hof streng worden opgetreden. Het is algemeen bekend dat het gebruik van dergelijke genotmiddelen het bewustzijn beïnvloedt. Door aldus te handelen heeft de verdachte de veiligheid in het verkeer in gevaar gebracht en zich onttrokken aan de verantwoordelijkheid die van een deelnemer aan het verkeer wordt vereist. Voorts heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het dragen, in de zin van: op de openbare weg in de door hem bestuurde auto onverpakt bij zich hebben, van drie messen en een zwaard. Het ongecontroleerd bezit van dergelijke wapens brengt in het algemeen een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich en veroorzaakt gevoelens van onveiligheid in de maatschappij. Het hof rekent de verdachte dan ook aan dat hij heeft gehandeld zoals bewezen is verklaard.
Het hof heeft acht geslagen op de inhoud van het uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 6 december 2024, betrekking hebbende op het justitiële verleden van de verdachte, waaruit blijkt dat hij niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor een soortgelijk feit. Uit voornoemd uittreksel blijkt voorts dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is.
Alles afwegende, acht het hof ter zake van het in de strafzaak met parketnummer
03-009485-24 onder 1 en het in de strafzaak met parketnummer 03-175537-24 bewezenverklaarde een gevangenisstraf voor de duur van 4 weken, passend en geboden.
Voorts acht het hof ter zake van het in de strafzaak met parketnummer 03-009485-24 onder 2 bewezenverklaarde een geldboete ter hoogte van € 400,00, subsidiair 8 dagen hechtenis, te voldoen in 8 maandelijkse termijnen van € 50,00, en ter zake van het in de strafzaak met parketnummer 03-009485-24 onder 3 tenlastegelegde een geldboete ter hoogte van
€ 200,00, subsidiair 4 dagen hechtenis, passend en geboden.
Bij de vaststelling van de hoogte van de geldboete heeft het hof rekening gehouden met de financiële draagkracht van verdachte, voor zover daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Mede ter bescherming van de verkeersveiligheid zal het hof ter zake van het in de strafzaak met parketnummer 03-009485-24 onder 1 en het in de strafzaak met parketnummer
03-175537-24 bewezenverklaarde en voor een duur als hieronder vermeld aan de verdachte de bevoegdheid ontzeggen om motorrijtuigen te besturen. Het hof overweegt voorts mede naar aanleiding van hetgeen de raadsman hierover heeft bepleit dat de omstandigheid dat het rijbewijs inmiddels ongeldig is verklaard niet in de weg staat tot het opleggen van een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen.
De tijd, gedurende welke het rijbewijs van de verdachte ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 ingevorderd of ingehouden is geweest, zal op de duur van deze bijkomende straf in mindering worden gebracht.
Beslag
Het hof heeft geconstateerd dat op 16 december 2023 onder de verdachte een samurai zwaard in een rode slede (foedraal) met gouden afwerking (op kennisgeving van inbeslagneming geregistreerd met goednummer: PL2700-23-114468-3) in beslag is genomen. De verdachte heeft geen afstand gedaan van dit zwaard en dit is niet eerder aan hem teruggegeven. Het hof dient hierover mitsdien over dit beslag nog te beslissen.
In artikel 36b, eerste lid, Sr zijn limitatief de gevallen opgesomd waarin inbeslaggenomen voorwerpen kunnen worden onttrokken aan het verkeer bij – onder meer – een rechterlijke uitspraak als het onderhavige arrest. Zo kan deze maatregel bij arrest worden opgelegd, indien iemand (1°) wegens een strafbaar feit wordt veroordeeld, mits wordt vastgesteld dat een strafbaar feit is begaan. Verder moet worden nagegaan of het voorwerp op grond van artikel 36c of 36d Sr vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer. In beide artikelen is aan de vatbaarheid als voorwaarde gesteld dat het voorwerp van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
Naar het oordeel van het hof is aan de voorwaarden voor onttrekking aan het verkeer van het zwaard voldaan. De verdachte wordt bij dit arrest veroordeeld, het bewezenverklaarde onder 3 in de zaak met parketnummer 03-009485-24 is met behulp van dit zwaard begaan en het zwaard acht het hof van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 23, 24, 24a, 24c, 36b, 36c, 57, 62 en 63 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 27 en 54 van de Wet wapens en munitie en de artikelen 8, 176 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 03-009485-24 onder 1, 2 en 3 en in de zaak met parketnummer
03-175537-24 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 03-009485-24 onder 1, 2 en 3 en in de zaak met parketnummer 03-175537-24 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 03-009485-24 onder 1 en in de zaak met parketnummer 03-175537-24 bewezenverklaarde:
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) weken.
Ontzegt de verdachte ter zake van het in de zaak met parketnummer 03-009485-24 onder 1 en in de zaak met parketnummer 03-175537-24 bewezenverklaarde de
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 03-009485-24 onder 2 bewezenverklaarde:
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 400,00 (vierhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
8 (acht) dagen hechtenis.
Bepaalt dat het totaal van de
geldboetesmag worden voldaan in
8 (acht) termijnenvan
1 maand, elke termijn groot
€ 50,00 (vijftig euro).
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 03-009485-24 onder 3 bewezenverklaarde:
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 200,00 (tweehonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
4 (vier) dagen hechtenis.
Verklaart onttrokken aan het verkeer: een samurai zwaard in een rode slede (foedraal) met goude afwerking (goednummer: PL2700-23-114468-3).
Aldus gewezen door:
mr. W.E.C.A. Valkenburg, voorzitter,
mr. N.I.B.M. Buljevic en mr. J.H. de Krijger, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. C. Schenker, griffier,
en op 14 februari 2025 ter openbare terechtzitting uitgesproken.