ECLI:NL:GHSHE:2025:686
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg inzake diefstal door twee of meer verenigde personen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, waarbij de verdachte op 8 februari 2024 was veroordeeld voor diefstal door twee of meer verenigde personen. De verdachte kreeg een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 week met een proeftijd van 2 jaren. Tegen dit vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die bevestiging van het vonnis met aanvulling van gronden vorderde, maar met uitzondering van de opgelegde straf. De advocaat-generaal heeft primair een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 1 week gevorderd, subsidiair een taakstraf van 20 uren. De verdediging heeft vrijspraak bepleit en een straftoemetingsverweer gevoerd.
Het hof heeft het bestreden vonnis bevestigd, met aanvulling van gronden, maar de opgelegde straf vernietigd. Het hof overweegt dat de verklaring van de getuige ongeloofwaardig is en dat de verdachte zich samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan diefstal, wat een inbreuk op het eigendomsrecht van een ander met zich meebrengt. De verdachte heeft eerder onherroepelijk een straf opgelegd gekregen, wat meeweegt in de strafmaat. Het hof oordeelt dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 1 week passend is, gezien de ernst van het feit en de omstandigheden van de verdachte. De beslissing van het hof is op 4 maart 2025 uitgesproken.