Op 7 maart 2025 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte, geboren in 1995, was veroordeeld voor openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen, gerelateerd aan voetbalgeweld. De politierechter had de verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden opgelegd, samen met een taakstraf van 180 uren en een gebiedsverbod van 2 jaren. De advocaat-generaal vorderde bevestiging van het vonnis, maar met een lagere straf. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en de bewijsvoering verbeterd. Het hof oordeelde dat de verdachte een gering aandeel had in de geweldshandelingen en dat hij onder behandeling was voor zijn mentale gezondheid. Uiteindelijk werd de taakstraf vastgesteld op 120 uren, met een voorwaardelijk deel van 40 uren. De vorderingen van de benadeelde partijen werden niet-ontvankelijk verklaard, met de mogelijkheid om deze bij de burgerlijke rechter aan te brengen. Het hof vernietigde het vonnis van de politierechter enkel voor wat betreft de opgelegde straf en de beslissingen op de vorderingen van de benadeelde partijen, maar bevestigde het vonnis voor het overige.