[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] [in het jaar] 1959,
thans verblijvende in PI Vught, Vosseveld 2 HvB Regulier te Vught.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, de verdachte zal vrijspreken van het onder 3 primair tenlastegelegde, het onder 1, 2, 3 subsidiair, 4 primair, 5 en 6 tenlastegelegde bewezen zal verklaren en de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 jaren, met aftrek van voorarrest. Voorts heeft de advocaat-generaal zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij] tot een bedrag van € 15.000,00 geheel kan worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente en met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel. Ten slotte heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de twee onder de verdachte in beslag genomen telefoons verbeurd zal verklaren.
vrijspraak van het onder 1, 2 (partieel), 3 primair, 4 primair en 4 subsidiair tenlastegelegde bepleit;
zich gerefereerd aan het oordeel van het hof met betrekking tot een bewezenverklaring van de onder 3 subsidiair, 5 en 6 tenlastegelegde feiten;
verzocht de in eerste aanleg opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 9 jaren, met aftrek van voorarrest, te matigen en geen gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen;
zich met betrekking tot het beslag gerefereerd aan het oordeel van het hof, waarbij de verdachte zelf heeft opgemerkt de twee telefoons retour te willen;
met betrekking tot de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij] verzocht het toe te wijzen bedrag te matigen.
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de rechtbank.
Aan de verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg, tenlastegelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 17 mei 2022 tot en met 26 juli 2022 te [pleegplaats] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] , van wie hij, verdachte, wist dat zij in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dan wel aan een zodanige psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening en/of verstandelijke handicap leed dat zij niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, meermalen, althans eenmaal, een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten onder meer
het ontkleden van die [slachtoffer] en/of het ontkleden van zichzelf en/of
het betasten en/of aanraken en/of masseren van de borsten en/of de vagina, in elk geval het lichaam, van die [slachtoffer] en/of
het duwen en/of brengen en/of heen en weer bewegen van een vibrator/dildo, althans een voorwerp, in de vagina van die [slachtoffer] en/of
het duwen en/of brengen en/of heen en weer bewegen van zijn/hun penis en/of vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] en/of
het zich aftrekken op, althans in de nabijheid van, die [slachtoffer] en/of
het zich in de directe nabijheid van die [slachtoffer] laten aftrekken en/of (vervolgens) in haar directe nabijheid ejaculeren en/of
het in het bezit hebben van naaktfoto’s van die [slachtoffer] ;
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 17 mei 2022 tot en met 26 juli 2022 te [pleegplaats] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] , van wie hij, verdachte, wist dat zij in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dan wel aan een zodanige psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening en/of verstandelijke handicap leed dat die [slachtoffer] niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, meermalen, althans eenmaal, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten onder meer
het ontkleden van die [slachtoffer] en/of het ontkleden van zichzelf en/of
het betasten en/of aanraken en/of masseren van de borsten en/of de vagina, in elk geval het lichaam, van die [slachtoffer] en/of
het zich aftrekken op, althans in de nabijheid van, die [slachtoffer] en/of
het zich in de directe nabijheid van die [slachtoffer] laten aftrekken en/of (vervolgens) in haar directe nabijheid ejaculeren en/of
het in het bezit hebben van naaktfoto’s van die [slachtoffer] ;
3.
hij op of omstreeks 25 april 2022 te [pleegplaats] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] , van wie hij, verdachte, wist dat zij in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dan wel aan een zodanige psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening en/of verstandelijke handicap leed dat zij niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, meermalen, althans eenmaal, een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten onder meer
het ontkleden van die [slachtoffer] en/of het ontkleden van zichzelf en/of
het likken van de vagina van die [slachtoffer] en/of
het betasten en/of aanraken en/of masseren van de borsten en/of de vagina, in elk geval het lichaam, van die [slachtoffer] en/of
het duwen en/of brengen en/of heen en weer bewegen van een vibrator/dildo, althans een voorwerp, in de vagina van die [slachtoffer] en/of
het duwen en/of brengen en/of heen en weer bewegen van zijn/hun penis en/of vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] en/of
het zich aftrekken op, althans in de nabijheid van, die [slachtoffer] en/of
het zich in de directe nabijheid van die [slachtoffer] laten aftrekken en/of pijpen en/of (vervolgens) op het lichaam van, althans in de nabijheid van, die [slachtoffer] ejaculeren;
subsidiair, althans indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 25 april 2022 te [pleegplaats] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] , van wie hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) dat zij in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dan wel aan een zodanige psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening en/of verstandelijke handicap leed dat zij niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, een of meer handeling(en) te plegen, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten
in de periode daaraan voorafgaand met [medeverdachte 1] heeft gechat over het verrichten van (diverse) seksuele handelingen, waaronder het seksueel binnendringen, met/van die [slachtoffer] en/of
in de periode daaraan voorafgaand via de chat met die [medeverdachte 1] (praktische) afspraken heeft gemaakt over de uitvoering daarvan (een matras beneden zou neerleggen en/of de bank zou vrijmaken en massageolie zou klaarzetten) en/of
met die [medeverdachte 1] heeft afgesproken vorenstaande te laten plaatsvinden op 25 april 2022 en/of
die [slachtoffer] op 25 april 2022 met de auto bij haar woonvoorziening heeft opgehaald en/of
met die [slachtoffer] naar [medeverdachte 1] toe is gereden en/of zijn, verdachtes, auto heeft geparkeerd en/of met die [slachtoffer] naar de woning van [medeverdachte 1] toe is gegaan en/of
met die [slachtoffer] de woning van die [medeverdachte 1] is binnengegaan,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair, althans indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 15 april 2022 tot en met 25 april 2022 te [pleegplaats] en/of [pleegplaats] , althans in Nederland, heeft gepoogd om een ander, te weten [medeverdachte 1] , door giften, beloften en/of misleiding en/of het verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen opzettelijk uit te lokken tot het (mede)plegen van de navolgende strafbare feiten, te weten:
het met [slachtoffer] , van wie hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) dat zij in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dan wel aan een zodanige psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening en/of verstandelijke handicap leed dat zij niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, plegen van een of meer handelingen, bestaande uit of mede bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam en/of buiten echt plegen van een of meer ontuchtige handelingen
,
door met die [medeverdachte 1] een afspraak te maken en/of die [medeverdachte 1] daarbij seks met die [slachtoffer] in het vooruitzicht te stellen en/of met die [slachtoffer] naar die [medeverdachte 1] te gaan en/of voorafgaande daaraan die [medeverdachte 1] berichten heeft gestuurd, inhoudende:
“ik zoek extra handje voor massage van [slachtoffer] ” en/of
“ [slachtoffer] heeft een verstandelijke beperking van ongeluk jaren geleden” en/of
“eerst gewone massage en over naar erotische?” en/of
“ja aan haar borsten strelen” en/of
in reactie op het bericht van die [medeverdachte 1] , inhoudende “dus ook in haar kutje doen”: “ja klopt” en/of
“en neuken als we evt willen” en/of
“ja vooral likken en vingeren” en/of
“wil je [slachtoffer] ook mee uitkleden” en/of
“voorzijde borsten wrijven” en/of
“ja maar eerst ook kutje likken” en/of
in reactie op het bericht van die [medeverdachte 1] , inhoudende “Kan je nichtje in haar kutje wat hebben?”: “likken en vingeren kan”;
4.
hij op of omstreeks 10 mei 2022 te [pleegplaats] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] , van wie hij, verdachte, wist dat zij in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dan wel aan een zodanige psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening en/of verstandelijke handicap leed dat zij niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, meermalen, althans eenmaal, een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten onder meer
het ontkleden van die [slachtoffer] en/of het ontkleden van zichzelf en/of
het likken van de vagina en/of likken aan de borsten van die [slachtoffer] en/of
het betasten en/of aanraken en/of masseren van de borsten en/of de vagina, in elk geval het lichaam, van die [slachtoffer] en/of
het duwen en/of brengen en/of heen en weer bewegen van een vibrator/dildo, althans een voorwerp, in de vagina van die [slachtoffer] en/of
het duwen en/of brengen en/of heen en weer bewegen van zijn/hun vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] en/of
het zich in de directe nabijheid van die [slachtoffer] laten aftrekken en/of pijpen en/of (vervolgens) op het lichaam van, althans in de nabijheid van, die [slachtoffer] ejaculeren;
subsidiair, althans indien het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 10 mei 2022 te [pleegplaats] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] , van wie hij, verdachte, wist dat zij in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dan wel aan een zodanige psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening en/of verstandelijke handicap leed dat die [slachtoffer] niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten onder meer
het ontkleden van die [slachtoffer] en/of het ontkleden van zichzelf en/of
het likken van de vagina en/of likken aan de borsten van die [slachtoffer] en/of
het betasten en/of aanraken en/of masseren van de borsten en/of de vagina, in elk geval het lichaam, van die [slachtoffer] en/of
het zich in de directe nabijheid van die [slachtoffer] laten aftrekken en/of pijpen en/of (vervolgens) op het lichaam van, althans in de nabijheid van, die [slachtoffer] ejaculeren;
5.
hij in of omstreeks de periode van 3 februari 2022 tot en met 1 juni 2022 te [pleegplaats] , althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, heeft gepoogd om een ander, te weten
[medeverdachte 2] , door giften, beloften en/of misleiding en/of het verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen opzettelijk uit te lokken tot het (mede)plegen van de navolgende strafbare feiten, te weten:
het met [slachtoffer] , van wie hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) dat zij in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dan wel aan een zodanige psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening en/of verstandelijke handicap leed dat zij niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, plegen van een of meer handelingen, bestaande uit of mede bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] en/of buiten echt plegen van een of meer ontuchtige handelingen,
door met die [medeverdachte 2] een afspraak te maken en/of die [medeverdachte 2] daarbij seks met die [slachtoffer] in het vooruitzicht te stellen en/of door die [medeverdachte 2] berichten te sturen, inhoudende:
“interesse in neef en nicht?” en/of
“wij zoeken bi-man erbij voor trio-spel” en/of
“we kunnen ook wij 2-en spelen en zij kijkt toe” en/of
“ja, ik zoek een extra handje voor massage van mijn nicht” en/of
“het is wel met mij samen bloot” en/of
“we kunnen erotische massage doen ja” en/of
“een andere pik vindt ze altijd interessant” en/of
in reactie op het bericht van die [medeverdachte 2] , inhoudende “ik heb echt zin in een mooie, warme kut”: “wellicht de 18de in [slachtoffer] ” en/of
in reactie op het bericht van die [medeverdachte 2] , inhoudende “wordt ze altijd goed nat”: “eerst goed likken” en/of
in reactie op het bericht van die [medeverdachte 2] , inhoudende “en vingeraar ook tegelijk”: “ok, mooi kan ook” en/of
in reactie op het bericht van die [medeverdachte 2] , inhoudende “en tieten zuigen mag ik ook graag doen”: “ja mag ook bij [slachtoffer] ” en/of
“als je zachtjes met haar doet, vindt ze alles goed”;
6.
hij in of omstreeks de periode van 29 maart 2022 tot en met 15 april 2022 te [pleegplaats] , althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, heeft gepoogd om een ander, te weten
[medeverdachte 3] , door giften, beloften en/of misleiding en/of het verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen opzettelijk uit te lokken tot het (mede)plegen van de navolgende strafbare feiten, te weten:
het met [slachtoffer] , van wie hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) dat zij in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dan wel aan een zodanige psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening en/of verstandelijke handicap leed dat zij niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, plegen van een of meer handelingen, bestaande uit of mede bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] en/of buiten echt plegen van een of meer ontuchtige handelingen
door met die [medeverdachte 3] een afspraak te maken en/of die [medeverdachte 3] daarbij seks met die [slachtoffer] in het vooruitzicht te stellen en/of door die [medeverdachte 3] berichten te sturen, inhoudende:
“heb je interesse in een date” en/of
“of we halen je op” en/of
“en wat zou je hier met ons willen doen?” en/of
“met elkaar uitkleden?” en/of
via Whatsappberichten met die [medeverdachte 3] gesproken over onder meer gratis seks met die [slachtoffer]
.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Inleiding
In de voormiddag van 26 juli 2022 bracht de toentertijd 62-jarige verdachte zijn negen jaar oudere zus [slachtoffer] (hierna telkens: [slachtoffer] ) terug naar haar woonvoorziening. De toen inmiddels 71-jarige [slachtoffer] woonde bij deze woonvoorziening, omdat zij zeer ernstig verstandelijk beperkt is. Haar algemeen functioneren zou vergelijkbaar zijn met een kind van anderhalf jaar en haar communicatie is op het niveau van een kind dat jonger is dan een jaar. [slachtoffer] kan niet zelfstandig een toilet bezoeken en draagt om die reden een luier. Die middag bleek bij het verschonen dat [slachtoffer] bloedde aan haar vagina. Forensisch onderzoek weet dit letsel aan seksueel misbruik. Nader onderzoek volgde.
Ten aanzien van feit 3 primair
Aan de verdachte is onder feit 3 primair tenlastegelegd dat hij tezamen en in vereniging met een of meer anderen – waarbij het hof begrijpt: samen met de medeverdachte [medeverdachte 1] – op 25 april mei 2022 handelingen bij [slachtoffer] heeft gepleegd die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen bij [slachtoffer] .
Het hof is, met de rechtbank, de advocaat-generaal en de verdediging, van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte en/of de medeverdachte het lichaam van [slachtoffer] op 25 april 2022 (daadwerkelijk) seksueel is/zijn binnengedrongen.
Ten aanzien van feit 4 primair
Aan de verdachte is onder feit 4 primair tenlastegelegd dat hij tezamen en in vereniging met een of meer anderen – waarbij het hof begrijpt: samen met de medeverdachte [medeverdachte 4] – op 10 mei 2022 handelingen bij [slachtoffer] heeft gepleegd die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen bij [slachtoffer] .
Anders dan de advocaat-generaal, maar met de rechtbank en de verdediging is het hof van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte en/of de medeverdachte het lichaam van [slachtoffer] op 10 mei 2022 seksueel is/zijn binnengedrongen. Immers, voor het tenlastegelegde inbrengen van vingers of voorwerpen in de vagina van [slachtoffer] bevindt zich onvoldoende wettig bewijs in het dossier. Voor het tenlastegelegde likken van de vagina bevindt zich weliswaar wettig bewijs in het dossier, maar het hof heeft niet – ook niet op grond van het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep – kunnen vaststellen dat in dit geval met het likken van de vagina van [slachtoffer] ook sprake is geweest van seksueel binnendringen. Zonder nadere duiding daarvan, kan het likken van de vagina niet zonder meer worden gekwalificeerd als seksueel binnendringen.
Conclusie
Nu het hof uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging heeft bekomen dat de verdachte het onder 3 primair en
4 primair tenlastegelegde heeft begaan, zal hij daarvan worden vrijgesproken.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 subsidiair, 4 subsidiair, 5 en 6 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
hij op 26 juli 2022 te [pleegplaats] , tezamen en in vereniging met een ander met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] , van wie hij, verdachte, wist dat zij aan een zodanige verstandelijke handicap leed dat zij niet in staat was daartegen weerstand te bieden, handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten onder meer
het ontkleden van die [slachtoffer] en het ontkleden van zichzelf en
het betasten van de borsten en de vagina van die [slachtoffer] en
het duwen van een voorwerp in de vagina van die [slachtoffer] en
het zich in de directe nabijheid van die [slachtoffer] laten aftrekken en vervolgens in haar directe nabijheid ejaculeren;
2.
hij op 17 mei 2022 te [pleegplaats] , tezamen en in vereniging met een ander met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] , van wie hij, verdachte, wist dat zij aan een zodanige verstandelijke handicap leed dat die [slachtoffer] niet in staat was daartegen weerstand te bieden, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten onder meer
het ontkleden van die [slachtoffer] en het ontkleden van zichzelf en
het betasten van de borsten en de vagina van die [slachtoffer] en
het zich in de directe nabijheid van die [slachtoffer] laten aftrekken en vervolgens in haar directe nabijheid ejaculeren;
3 subsidiair.
hij op 25 april 2022 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen misdrijf om met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] , van wie hij, verdachte, en zijn mededader wisten dat zij aan een zodanige verstandelijke handicap leed dat zij niet in staat was daartegen weerstand te bieden, handelingen te plegen, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten
in de periode daaraan voorafgaand met [medeverdachte 1] heeft gechat over het verrichten van (diverse) seksuele handelingen, waaronder het seksueel binnendringen, met/van die [slachtoffer] en
in de periode daaraan voorafgaand via de chat met die [medeverdachte 1] (praktische) afspraken heeft gemaakt over de uitvoering daarvan (een matras beneden zou neerleggen en/of de bank zou vrijmaken en massageolie zou klaarzetten) en
met die [medeverdachte 1] heeft afgesproken vorenstaande te laten plaatsvinden op 25 april 2022 en
die [slachtoffer] op 25 april 2022 met de auto bij haar woonvoorziening heeft opgehaald en
met die [slachtoffer] naar [medeverdachte 1] toe is gereden en zijn, verdachtes, auto heeft geparkeerd en met die [slachtoffer] naar de woning van [medeverdachte 1] toe is gegaan en
met die [slachtoffer] de woning van die [medeverdachte 1] is binnengegaan,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op 10 mei 2022 te [pleegplaats] tezamen en in vereniging met een ander met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] , van wie hij, verdachte, wist dat zij aan een zodanige verstandelijke handicap leed dat die [slachtoffer] niet in staat was daartegen weerstand te bieden, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten onder meer
het ontkleden van die [slachtoffer] en het ontkleden van zichzelf en
het likken van de vagina van die [slachtoffer] en
het betasten van de borsten van die [slachtoffer] en
het zich in de directe nabijheid van die [slachtoffer] laten aftrekken en vervolgens in de nabijheid van die [slachtoffer] ejaculeren;
5.
hij in de periode van 3 februari 2022 tot en met 1 juni 2022 in Nederland heeft gepoogd om een ander, te weten [medeverdachte 2] , door beloften en het verschaffen van gelegenheid en inlichtingen opzettelijk uit te lokken tot het medeplegen van de navolgende strafbare feiten, te weten:
het met [slachtoffer] , van wie hij, verdachte, en zijn mededader wisten dat zij aan een zodanige verstandelijke handicap leed dat zij niet in staat was daartegen weerstand te bieden, plegen van handelingen, mede bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] en buiten echt plegen van een of meer ontuchtige handelingen,
door die [medeverdachte 2] seks met die [slachtoffer] in het vooruitzicht te stellen en door die [medeverdachte 2] berichten te sturen, inhoudende:
“interesse in neef en nicht?” en
“wij zoeken bi-man erbij voor trio-spel” en
“we kunnen ook wij 2-en spelen en zij kijkt toe” en
“ja, ik zoek een extra handje voor massage van mijn nicht” en
“het is wel met mij samen bloot” en
“we kunnen erotische massage doen ja” en
“een andere pik vindt ze altijd interessant” en
in reactie op het bericht van die [medeverdachte 2] , inhoudende “ik heb echt zin in een mooie, warme kut”: “wellicht de 18de in [slachtoffer] ” en
in reactie op het bericht van die [medeverdachte 2] , inhoudende “wordt ze altijd goed nat”: “eerst goed likken” en
in reactie op het bericht van die [medeverdachte 2] , inhoudende “en vingeraar ook tegelijk”: “ok, mooi kan ook” en
in reactie op het bericht van die [medeverdachte 2] , inhoudende “en tieten zuigen mag ik ook graag doen”: “ja mag ook bij [slachtoffer] ” en
“als je zachtjes met haar doet, vindt ze alles goed”;
6.
hij op 29 maart 2022 in Nederland heeft gepoogd om een ander, te weten [medeverdachte 3] , door beloften en het verschaffen van gelegenheid en inlichtingen opzettelijk uit te lokken tot het medeplegen van de navolgende strafbare feiten, te weten:
het met [slachtoffer] , van wie hij, verdachte, en zijn mededader wisten dat zij aan een zodanige verstandelijke handicap leed dat zij niet in staat was daartegen weerstand te bieden, plegen van handelingen, mede bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] en buiten echt plegen van een of meer ontuchtige handelingen,
door die [medeverdachte 3] seks met die [slachtoffer] in het vooruitzicht te stellen en door die [medeverdachte 3] berichten te sturen, inhoudende:
“heb je interesse in een date” en
“of we halen je op” en
“en wat zou je hier met ons willen doen?” en
“met elkaar uitkleden?” en
via Whatsappberichten met die [medeverdachte 3] gesproken over onder meer gratis seks met die [slachtoffer]
.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Ten behoeve van de leesbaarheid van dit arrest zijn de bewijsmiddelen opgenomen in de aan dit arrest gehechte bewijsmiddelenbijlage. De daarin vervatte bewijsmiddelen maken integraal deel uit van dit arrest.
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Elk bewijsmiddel wordt – ook in zijn onderdelen – slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezenverklaarde feit, of die bewezenverklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Ten aanzien van de feiten 1 en 2
De verdediging heeft ter terechtzitting in hoger beroep integrale vrijspraak van het onder 1 tenlastegelegde bepleit en partiële vrijspraak van het onder 2 tenlastegelegde.
Daartoe is aangevoerd dat, hoewel de verdachte heeft bekend dat hij zowel op 17 mei 2022 als op 26 juli 2022 met [slachtoffer] naar de woning van de medeverdachte [medeverdachte 5] is gegaan voor een erotische massage van (onder meer) [slachtoffer] , op beide data geen sprake is geweest van het onder 1 tenlastegelegde seksueel binnendringen van [slachtoffer] door de verdachte. Ook het medeplegen daarvan kan niet wettig en overtuigend worden bewezen. Daarbij is met betrekking tot 17 mei 2022 nog aangevoerd dat het dossier überhaupt geen wettig en overtuigend bewijs bevat voor het op die dag seksueel binnendringen van [slachtoffer] door de verdachten. De door de verdachte en [medeverdachte 5] daaromtrent gevoerde chatgesprekken dienen niet voor het bewijs te worden gebezigd, nu hetgeen waarover werd gechat lang niet altijd werd uitgevoerd.
Met betrekking tot de afspraak van 26 juli 2022 heeft de verdachte verklaard dat hij [slachtoffer] naakt op de massagetafel van [medeverdachte 5] heeft gelegd, maar dat hij toen – na het drinken van een kop koffie – ziek is geworden, naar het toilet is gegaan en daar enige tijd heeft verbleven. Toen hij terugkwam, was [medeverdachte 5] al klaar met de massage van [slachtoffer] . Indien het later die dag geconstateerde letsel aan de vagina van [slachtoffer] is ontstaan door seksueel binnendringen moet dit volgens de verdachte hebben plaatsgevonden tijdens zijn toiletbezoek. De verdachte was hiervan niet op de hoogte. Voor het door hem (mede)plegen van seksueel binnendringen van [slachtoffer] op die dag bevindt zich dan ook onvoldoende bewijs in het dossier. Ook hier geldt dat de door de verdachte en [medeverdachte 5] gevoerde chatgesprekken niet aan het bewijs kunnen bijdragen.
Ten aanzien van de tenlastegelegde ontuchtige handelingen is door de verdediging aangevoerd dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte op 26 juli 2022 ontuchtige handelingen met [slachtoffer] heeft (mede)gepleegd. De verdachte dient in zoverre van het onder 2 tenlastegelegde te worden vrijgesproken. De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het hof ten aanzien van een bewezenverklaring van het medeplegen van ontuchtige handelingen met [slachtoffer] op 17 mei 2022.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Het hof stelt, met de rechtbank, op basis van de bewijsmiddelen vast dat zowel op 17 mei 2022 als op 26 juli 2022 een afspraak tussen de verdachte, de medeverdachte [medeverdachte 5] en [slachtoffer] heeft plaatsgevonden bij [medeverdachte 5] thuis in [pleegplaats] . Het doel van beide afspraken was het erotisch masseren van (onder meer) [slachtoffer] . Hierover hebben de verdachte en [medeverdachte 5] vanaf het begin ook steevast in hun chatgesprekken gesproken. De verdachte heeft verklaard dat hij op 17 mei 2022 en op 26 juli 2022 ook daadwerkelijk met [slachtoffer] bij [medeverdachte 5] thuis is geweest voor die erotische massages.
17 mei 2022
Het hof overweegt dat uit de bewijsmiddelen volgt dat, voorafgaand aan de eerste afspraak op 17 mei 2022, in de door de verdachte en [medeverdachte 5] gevoerde chatgesprekken wordt gesproken over wat zij met [slachtoffer] willen doen. Het was, blijkens die berichten, de bedoeling dat [slachtoffer] van onder tot boven gemasseerd zou worden met geurloze olie, waaronder haar borsten en vagina, en daarbij zouden zij alle drie naakt zijn en de verdachte en [medeverdachte 5] zouden eventueel ook onderling “man-man handelingen” bij en met elkaar verrichten. De verdachte spreekt in de chat ook over de nauwe vagina van [slachtoffer] , waardoor opgepast moet worden met vingeren. Uit de berichten volgt voorts dat de verdachte op 10 mei 2022 heeft gevraagd of [medeverdachte 5] glijmiddel heeft, want dat zou wel handig zijn omdat ze zo smal is en dat ze kunnen kijken wat eventueel past. Op 17 mei 2022, rond 9 uur in de ochtend, bericht de verdachte aan [medeverdachte 5] dat ze (
het hof begrijpt: de verdachte en [slachtoffer]) er zijn en later diezelfde dag, rond 15.00 uur, bedankt de verdachte [medeverdachte 5] voor de goede “verzorging” en schrijft hij dat ze graag nog eens zouden komen.
Net als de rechtbank slaat het hof acht op de aanhalingstekens die de verdachte in dat bericht gebruikt ten aanzien van het woord verzorging. Dit lijkt te duiden op verzorging in seksuele zin door [medeverdachte 5] van, gelet op de meervoudsvorm, zowel de verdachte als van [slachtoffer] .
Het hof constateert voorts dat de verdachte in een chatgesprek met een derde, te weten een persoon met de gebruikersnaam [naam] , op 17 mei 2022, rond half 1 in de nacht, aangeeft dat hij [slachtoffer] morgenochtend met een man gaat bewerken; een trio massage. De mannen gaan [slachtoffer] masseren en elkaar pijpen en aftrekken. Het hof begrijpt dat de verdachte hiermee doelt op de ochtend van 17 mei 2022, gelet op het tijdstip waarop de berichten zijn verstuurd en de specifieke inhoud van het bericht over de trio-massage. In de avond en nacht van 17 op 18 mei 2022 chat de verdachte wederom met deze [naam] , ditmaal over hetgeen er die dag is gebeurd. De verdachte bevestigt in dat chatgesprek desgevraagd dat het aardig gelukt is te doen wat ze wilden en het was volgens de verdachte heerlijk. Hij schrijft voorts dat met [slachtoffer] niet is geneukt, want ze is toch te smal en hij (
het hof begrijpt hier telkens: medeverdachte [medeverdachte 5]) had een aardig dikke (
het hof begrijpt: penis), maar hij heeft de verdachte wel gepijpt.
De verdachte heeft ter terechtzitting in eerste aanleg verklaard (en herhaald ter terechtzitting in hoger beroep) dat hij tijdens de afspraak op 17 mei 2022 naakt was en dat hij toen erotisch is gemasseerd en afgetrokken door [medeverdachte 5] . De verdachte heeft tevens verklaard dat hij en [medeverdachte 5] beiden tot een hoogtepunt zijn gekomen. [medeverdachte 5] heeft verklaard dat [slachtoffer] naakt op de massagetafel lag en dat hij [slachtoffer] heeft ingesmeerd met olie.
Het hof is met de rechtbank, de advocaat-generaal en de verdediging van oordeel dat het seksueel binnendringen van [slachtoffer] op 17 mei 2022 niet wettig en overtuigend kan worden bewezen. Enkel op basis van de chatberichten hierover voorafgaand aan de afspraak, zonder enig steunbewijs, kan niet worden vastgesteld dat het besproken seksueel binnendringen van [slachtoffer] op deze datum ook daadwerkelijk ten uitvoer is gebracht door de verdachte en [medeverdachte 5] . Het hof acht, gelet op het hiervoor overwogene, wel wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte en [medeverdachte 5] zich op 17 mei 2022 schuldig hebben gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met [slachtoffer] .
26 juli 2022
In het dossier bevindt zich geen berichtenverkeer tussen de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 5] van de periode kort voorafgaand aan 26 juli 2022. Wel volgt uit de gebezigde bewijsmiddelen dat [slachtoffer] die dag door de verdachte bij haar woonvoorziening is opgehaald en dat zij samen naar de woning van [medeverdachte 5] zijn gegaan. Kort nadat [slachtoffer] die dag door de verdachte terug is gebracht, wordt bij [slachtoffer] vaginaal letsel geconstateerd door haar verzorgers. Gezien de aard van het geconstateerde letsel en de later aangetroffen lijm- en verfdeeltjes in de vagina van [slachtoffer] , moet dit zijn ontstaan door het binnendringen van de vagina van [slachtoffer] met een voorwerp.
De verdachte en de mededader [medeverdachte 5] hebben allebei ontkend dat zij iets in de vagina van [slachtoffer] hebben ingebracht en wijzen naar elkaar als (mogelijke) schuldige.
De verdachte heeft verklaard dat hij op 26 juli 2022 in de woning van [medeverdachte 5] misselijk is geworden na het drinken van een kop koffie en dat hij daardoor zo’n tien minuten op het toilet van [medeverdachte 5] heeft gezeten, terwijl [slachtoffer] naakt bij [medeverdachte 5] op de massagetafel lag. De verdachte heeft verklaard dat hij daardoor niet heeft gezien wat er toen met [slachtoffer] is gebeurd. Op de momenten dat de verdachte wel samen met [medeverdachte 5] en [slachtoffer] was, is door hen niet bij [slachtoffer] seksueel binnengedrongen. Volgens de verdachte moet het letsel derhalve door [medeverdachte 5] zijn veroorzaakt tijdens zijn toiletbezoek.
Met de rechtbank en de advocaat-generaal hecht het hof geen geloof aan deze verklaring van de verdachte. Uit het dossier volgt namelijk dat de verdachte het toilet van [medeverdachte 5] niet juist kan omschrijven, ondanks dat hij daar volgens eigen zeggen enige tijd zou zijn geweest. Bovendien is de verdachte volgens [medeverdachte 5] niet zo lang naar het toilet geweest. Met de rechtbank, is het hof derhalve van oordeel dat het alternatieve scenario dat [medeverdachte 5] alleen verantwoordelijk is of zou kunnen zijn voor het ontstaan van het vaginale letsel bij [slachtoffer] , niet wordt ondersteund door de overige bevindingen in dit onderzoek.
Het hof overweegt voorts dat de verdachte en [medeverdachte 5] in eerdere chatberichten, voorafgaand aan het eerste treffen op 17 mei 2022, onder andere hebben gesproken over het nodig hebben van glijmiddel omdat [slachtoffer] zo smal is en voorts over hoe zij samen uitvoering konden geven aan het seksueel binnendringen van de smalle en nauwe vagina van [slachtoffer] . Het lijkt er op dat dit binnendringen bij die eerste ontmoeting op 17 mei 2022 niet is gelukt. De verdachte is vervolgens op 26 juli 2022 met [slachtoffer] voor een tweede keer naar [medeverdachte 5] gegaan. Direct na deze afspraak is bij [slachtoffer] vaginaal letsel, ontstaan door het binnendringen met een voorwerp, geconstateerd. Net als de rechtbank, concludeert het hof op grond van deze omstandigheden dat het niet anders kan zijn dan dat de verdachte en [medeverdachte 5] die dag gezamenlijk uitvoering hebben gegeven aan hetgeen zij eerder hebben besproken over het seksueel binnendringen van [slachtoffer] . Daarvoor ziet het hof ook steun in de omstandigheid dat geen berichten zijn teruggevonden op de telefoons van beide verdachten uit de cruciale periode voorafgaand aan, op en kort na 26 juli 2022 (toen de verdachte op de hoogte werd gesteld van het letsel van [slachtoffer] en het daaropvolgende politieonderzoek), terwijl uit de verklaringen van de verdachte en [medeverdachte 5] over het tot stand komen van de afspraak en de latere berichten tussen hen wel blijkt dat er contact heeft plaatsgevonden.
Het hof merkt daarbij op dat in een Whatsappgesprek tussen de verdachte en [medeverdachte 5] begin augustus 2022 wordt gesproken over het wissen van telefoongesprekken, het helemaal leeghalen van een telefoon en het vernietigen van een SIM-kaart. Kennelijk moest bepaalde informatie verdwijnen. Beide verdachten hebben voor het uit beider toestellen verdwijnen van de betreffende berichten geen plausibele verklaring kunnen of willen geven. Uit het gezamenlijk overleg, zoals dat uit de nog wel aanwezige berichten volgt, leidt het hof af dat beide verdachten er samen belang bij hadden om deze informatie verborgen te houden en daarom ziet het hof daarin ondersteuning voor de gezamenlijke betrokkenheid van de verdachten bij het seksueel binnendringen van [slachtoffer] . Een alternatief scenario waarbij een van beide verdachten zonder de ander seksuele handelingen met of bij [slachtoffer] heeft verricht, dient daarmee naar het oordeel van het hof als niet aannemelijk geworden ter zijde te worden geschoven.
Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen, in onderling verband en samenhang bezien,
acht het hof, anders dan de verdediging, maar met de rechtbank en de advocaat-generaal, wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte samen met [medeverdachte 5] op 17 mei 2022 en 26 juli 2022 ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [slachtoffer] en dat zij bovendien samen op
26 juli 2022 seksueel zijn binnengedrongen bij [slachtoffer] .
Het hof verwerpt het verweer van de verdediging en acht het onder 1 en 2 tenlastegelegde, op de wijze zoals hiervoor weergegeven, wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 4 subsidiair
De verdediging heeft ter terechtzitting in hoger beroep vrijspraak van het onder 4 subsidiair tenlastegelegde bepleit. Daartoe is aangevoerd dat [slachtoffer] weliswaar op 17 mei 2022 in de woning aanwezig was toen de verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 4] elkaar hebben afgetrokken, maar dat [slachtoffer] op dat moment in een andere ruimte verbleef. Van het plegen dan wel medeplegen van ontuchtige handelingen met [slachtoffer] is geen sprake geweest. Hoewel de verdachte en [medeverdachte 4] hebben gechat over de mogelijkheden van seksueel contact met [slachtoffer] , is het in de praktijk anders gelopen en heeft hetgeen zij zich in de chat hadden voorgenomen niet plaatsgevonden.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Uit de verklaringen van de verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 4] alsmede uit de tussen hen gevoerde chatgesprekken volgt dat zij op 10 mei 2022 in de woning van de verdachte in [pleegplaats] bij elkaar zijn gekomen met het voornemen om seksuele handelingen te verrichten bij elkaar én bij [slachtoffer] . Uit de verklaringen van de verdachten volgt voorts dat [slachtoffer] die dag ook aanwezig is geweest in de woning van de verdachte. Op grond van de chatberichten kan tevens worden vastgesteld dat voorafgaand aan deze afspraak op 10 mei 2022 uitgebreid door de verdachte en de medeverdachte is gesproken over het verrichten van seksuele handelingen bij [slachtoffer] : het strelen en likken van haar borsten, het beffen en vingeren van [slachtoffer] en het door hen op haar klaarkomen. Ook wordt vooraf besproken dat [slachtoffer] nog niet kan pijpen.
Het hof is, met de rechtbank en de advocaat-generaal, van oordeel dat de bewijsmiddelen de conclusie rechtvaardigen dat de verdachten op 10 mei 2022 ook daadwerkelijk seksuele handelingen bij [slachtoffer] hebben verricht. Diezelfde avond reageert de medeverdachte immers op de vraag van de verdachte of het goed is bevallen met “ [naam] ” (
het hof begrijpt dat hiermee [slachtoffer] wordt bedoeld) met dat zij “een lekker zacht lichaam heeft”, hetgeen een bevestiging van aanraking van [slachtoffer] door de medeverdachte betreft.
Teneinde te kunnen vaststellen welke handelingen daadwerkelijk bij “ [naam] ” oftewel [slachtoffer] zijn verricht, kijkt het hof net als de rechtbank naar de chatberichten die de verdachte
en de medeverdachte [medeverdachte 4] na afloop van hun afspraak op 10 mei 2022 naar andere gesprekspartners hebben gestuurd en naar hetgeen de verdachten daarover zelf hebben verklaard. Uit deze bewijsmiddelen volgt dat de verdachte de nacht na de afspraak, rond 01.00 uur, in zijn chatgesprek met eerdergenoemde [naam] aangeeft dat zijn nicht (
het hof begrijpt telkens dat de verdachte hiermee zijn zus bedoelt) die ochtend op bezoek was geweest met een “extra man”, dat zij zich hebben uitgekleed, ze met z’n drieën zijn gaan strelen en likken en dat zij beiden zijn klaargekomen. Het hof begrijpt dat de verdachte in dit gesprek doelt op de ochtend van 10 mei 2022, gelet op het tijdstip waarop de berichten zijn verstuurd (te weten: 11 mei 2022 tussen 00.41 uur en 00.51 uur).
De medeverdachte [medeverdachte 4] heeft ook nadien met een derde gechat over zijn seksuele handelingen met een rijschoolhouder en diens nichtje. Naar het oordeel van het hof kan het niet anders zijn dan dat hij in dit bericht spreekt over de verdachte, die immers rijschoolhouder was, en diens zus [slachtoffer] , die door de verdachte in de chats ook wel zijn nichtje werd genoemd. In dit chatgesprek bevestigt de medeverdachte dat er is gebeft en dat er met haar tieten is gespeeld, waarbij het hof van oordeel is dat het niet anders kan zijn dan dat deze seksuele handelingen op [slachtoffer] zien.
Anders dan de verdediging is het hof, met de rechtbank en de advocaat-generaal, van oordeel dat in deze voorafgaande en naderhand gevoerde chatgesprekken niet slechts sprake is van (niet uitgevoerde of mogelijk gebleken) voornemens, maar dat deze ontuchtige handelingen op 10 mei 2022 ook daadwerkelijk hebben plaatsgevonden. Uit de verklaringen van de verdachten volgt dat zij elkaar hebben afgetrokken, hetgeen wordt ondersteund door het Whatsappgesprek van de verdachte met [medeverdachte 5] een kleine week later (op 16 mei 2022), waarin wordt benoemd dat “ze” (
het hof begrijpt: [slachtoffer]) vorige week 2 blote mannen heeft gehad en dat zij tegen haar aan (
het hof begrijpt net als de rechtbank: gepositioneerd waren) en dat zij zich hebben afgetrokken op haar. Het hof is van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat dit gesprek ziet op de ontmoeting tussen de verdachte, zijn zus [slachtoffer] en de medeverdachte [medeverdachte 4] op 10 mei 2022 en op de seksuele handelingen die toen hebben plaatsgevonden.
Gelet op het hiervoor overwogene acht het hof, net als de rechtbank en de advocaat-generaal, de verklaring van de verdachte dat bij [slachtoffer] slechts de bovenkleding is uitgedaan, zij niet bij haar borsten en vagina is aangeraakt en dat zij in een andere ruimte van de woning was toen de verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 4] bij elkaar seksuele handelingen hebben verricht, ongeloofwaardig.
Het hof verwerpt het verweer van de verdediging en acht het onder 4 subsidiair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
met iemand van wie hij weet dat zij aan een zodanige verstandelijke handicap lijdt dat zij niet of onvolkomen in staat is daartegen weerstand te bieden, handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het onder 2 bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
met iemand van wie hij weet dat zij aan een zodanige verstandelijke handicap lijdt dat zij niet of onvolkomen in staat is daartegen weerstand te bieden, ontuchtige handelingen plegen, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het onder 3 bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
poging tot met iemand van wie hij weet dat zij aan een zodanige verstandelijke handicap lijdt dat zij niet of onvolkomen in staat is daartegen weerstand te bieden, handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het onder 4 bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
met iemand van wie hij weet dat zij aan een zodanige verstandelijke handicap lijdt dat zij niet of onvolkomen in staat is daartegen weerstand te bieden, ontuchtige handelingen plegen, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het onder 5 bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
poging tot om een ander door beloften en het verschaffen van gelegenheid en inlichtingen te bewegen met iemand van wie hij weet dat zij aan een zodanige verstandelijke handicap lijdt dat zij niet of onvolkomen in staat is daartegen weerstand te bieden, ontuchtige handelingen te plegen, terwijl dit laatste feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
en
poging tot om een ander door beloften en het verschaffen van gelegenheid en inlichtingen te bewegen met iemand van wie hij weet dat zij aan een zodanige verstandelijke handicap lijdt dat zij niet of onvolkomen in staat is daartegen weerstand te bieden, handelingen te plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl dit laatste feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het onder 6 bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
poging tot om een ander door beloften en het verschaffen van gelegenheid en inlichtingen te bewegen met iemand van wie hij weet dat zij aan een zodanige verstandelijke handicap lijdt dat zij niet of onvolkomen in staat is daartegen weerstand te bieden, ontuchtige handelingen te plegen, terwijl dit laatste feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
en
poging tot om een ander door beloften en het verschaffen van gelegenheid en inlichtingen te bewegen met iemand van wie hij weet dat zij aan een zodanige verstandelijke handicap lijdt dat zij niet of onvolkomen in staat is daartegen weerstand te bieden, handelingen te plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl dit laatste feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. De feiten zijn strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De verdachte heeft zich, tweemaal samen met medeverdachte [medeverdachte 5] en eenmaal samen met medeverdachte [medeverdachte 4] , schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met zijn zus [slachtoffer] en de tweede keer is hij, samen met voornoemde [medeverdachte 5] , ook nog seksueel bij haar binnengedrongen. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan een poging tot het medeplegen van ontuchtige handelingen, die mede bestond uit het seksueel binnendringen van [slachtoffer] , en heeft hij tweemaal gepoogd om een andere man uit te lokken tot het medeplegen van ontuchtige handelingen, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van [slachtoffer] .
Het hof is van oordeel dat dit zeer ernstige feiten zijn en rekent het de verdachte zwaar aan dat hij hierbij zijn eigen zus, die ernstig verstandelijk gehandicapt is, heeft misbruikt. Jarenlang heeft de verdachte niet of nauwelijks contact met [slachtoffer] gezocht. Zij woont al bijna haar hele leven in een zorginstelling en de verdachte kwam zeer sporadisch op bezoek. Na het overlijden van hun ouders werd de verdachte familievertegenwoordiger voor [slachtoffer] . Op enig moment in het jaar 2020 heeft hij het contact met [slachtoffer] opgepakt en op enig moment daarna heeft hij haar – in eerste instantie online, maar later ook fysiek – uit lust betrokken in zijn seksuele fantasieën met andere mannen. Juist bij de verdachte, haar eigen broer, had [slachtoffer] zich veilig moeten kunnen voelen. Hij was per slot van rekening verantwoordelijk voor haar. De verdachte zag haar echter alleen als een (verleidings)middel om toegang te krijgen tot seks met andere mannen. Op vrijwel dagelijkse basis zocht hij online contact met andere mannen en heeft hij veelvuldig seksuele gesprekken gevoerd, waarvan vele gesprekken over [slachtoffer] . Hierbij gebruikte de verdachte haar onder meer als ‘lokkertje’ om seks met die andere mannen te kunnen hebben. Al in een chatgesprek van 29 augustus 2021 met medeverdachte [medeverdachte 4] heeft de verdachte aan [slachtoffer] gerefereerd als een verwaarloosd wezen en aan het inleiden van haar in seks. Juist het feit dat zij niet kon praten of zich (goed) kon verweren heeft de verdachte gebruikt om aan zijn gerief te komen. Zij was voor hem kennelijk een gemakkelijke prooi. Daarbij aarzelde hij niet om [slachtoffer] aan anderen ter beschikking te stellen en stelde hij haar niet alleen bloot aan zijn eigen lusten maar ook aan die van andere mannen. In de enorme hoeveelheid chatgesprekken heeft de verdachte, samen met anderen, grove ideeën en voorstellen geuit. Hoewel niet alle gesprekken daadwerkelijk opvolging lijken te hebben gekregen, geeft de toon van die gesprekken wel een beeld van de respectloze manier waarop de verdachte met zijn zus is omgegaan.
De verdachte heeft met zijn handelen de lichamelijke en geestelijke integriteit, waardigheid en de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer] , een zeer kwetsbaar slachtoffer, op onaanvaardbare
en volstrekt verwerpelijke wijze geschonden. [slachtoffer] kan zelf niet vertellen wat er is gebeurd of wat de impact van de ‘ontmoetingen’ op haar is geweest. Uit de wijze waarop zij zich na 26 juli 2022 heeft verzet bij verzorgingshandelingen in de instelling waar zij verblijft, getuige de informatie die is gedeeld bij het namens [slachtoffer] uitoefenen van het spreekrecht, valt echter onmiskenbaar af te leiden dat deze handelingen bij haar nare herinneringen of associaties oproepen.
Tot op heden heeft de verdachte geen volledige openheid gegeven over wat hij met [slachtoffer] heeft gedaan, terwijl sprake is van letsel waarvoor hij samen met [medeverdachte 5] verantwoordelijk is. Het hof neemt het de verdachte zeer kwalijk dat hij op deze wijze onverkort gebruik en zelfs misbruik maakt van haar beperking en zich daarachter blijft verschuilen. De enige die [slachtoffer] een stem kan en zou moeten geven over deze nare ervaringen laat het ten diepste afweten.
Daarnaast heeft de verdachte misbruik gemaakt van het vertrouwen dat zijn familie en de medewerkers van de zorginstelling waar [slachtoffer] verblijft in hem, als familielid van hun zus, tante, cliënte, had: een vertrouwen dat in onze maatschappij rotsvast zou moeten kunnen zijn. Mantelzorg door familie is immers van groot belang en onmisbaar.
De verdachte heeft desondanks prioriteit gegeven aan de bevrediging van zijn eigen lustgevoelens en seksuele behoeftes en hij is daarbij voorbijgegaan aan de kwetsbaarheid
van zijn zus. Die kwetsbaarheid en de impact van zijn handelen blijkt overigens ook uit de schriftelijke slachtofferverklaringen en de toelichting op de vordering tot schadevergoeding die namens [slachtoffer] zijn voorgedragen dan wel ingediend.
Bij de straftoemeting heeft het hof ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan uit het verhandelde ter terechtzitting is gebleken en uit stukken, waaronder de omtrent de verdachte opgemaakte Pro Justitia dubbelrapportage van psychiater B.A. Blansjaar en GZ-psycholoog S. Labrijn van respectievelijk 13 oktober 2023 en 10 november 2023, en een rapport van de reclassering van 21 november 2023.
Psychiater Blansjaar heeft onder meer, zakelijk weergegeven, het navolgende gerapporteerd:
Het onderzoek heeft geen duidelijke aanwijzingen geleverd voor een psychische stoornis, verstandelijke handicap of psychogeriatrische aandoening van de verdachte. Het onderzoek naar de persoonlijkheid van de verdachte werd echter in enigermate beperkt doordat hij geen toestemming heeft gegeven voor het inwinnen van heteroanamnestische informatie bij zijn echtgenote. Dit leidt tot het advies de verdachte de tenlastegelegde feiten, in geval van een bewezenverklaring, volledig toe te rekenen. Het risico op recidive kan, gezien de gegevens in de beschikbaar gestelde stukken over eerdere grensoverschrijdende gedragingen van de verdachte, zijn uitlatingen daarover en de onderzoeksbevindingen die wijzen op narcistische persoonlijkheidstrekken, als matig verhoogd worden ingeschat, met name wanneer de verdachte opnieuw in contact zou komen met kwetsbare potentiële slachtoffers. Geadviseerd wordt, in geval van een bewezenverklaring, het recidivegevaar te beperken door reclasseringstoezicht, hetgeen zou kunnen worden verlengd in het kader van een GVM.
Psycholoog Labrijn heeft onder meer, zakelijk weergegeven, het navolgende gerapporteerd:
Het diagnostische onderzoek kent beperkingen, omdat het niet mogelijk was met referenten uit de persoonlijke levenssfeer van de verdachte te spreken. De verdachte zelf hoopte in het onderzoek naar voren te komen als psychisch gezond. Wel is er voldoende informatie naar voren gekomen om conclusies te kunnen trekken. Er zijn in het onderzoek geen aanwijzingen naar voren gekomen voor psychiatrische pathologie in engere zin. Dat betekent dat de feiten aan de verdachte toegerekend kunnen worden. De verdachte was dwangmatig bezig met erotisch chatten. Zijn collectie erotische foto’s is zeer groot. In het verleden is ruis ten aanzien van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Dit wijst op seksuele preoccupatie, maar kan niet als aparte stoornis worden beschouwd. De persoonlijkheid van de verdachte wordt gekleurd door gebrekkig ontwikkelde empathische vermogens, een beperkt contact met het eigen gevoelsleven, egocentrisch denken en de neiging te externaliseren. Het recidivegevaar wordt ingeschat als laag op basis van de risicotaxatie instrumenten. Gezien het ontbreken van pathologie en het als laag ingeschatte recidivegevaar, wordt geen interventieadvies gegeven.
Het hof neem de conclusie van de psychiater en psycholoog over, in die zin dat de verdachte volledig toerekeningsvatbaar wordt geacht.
De reclassering heeft in het advies van 21 november 2023, kort samengevat, gerapporteerd dat zij, in geval van een veroordeling tot terbeschikkingstelling of (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf, oplegging van een maatregel ex artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht adviseert, zodat na afloop daarvan gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende voorwaarden toegepast kunnen worden. Vanwege de ernst van de gepleegde delicten en het beperkte zicht op de verdachte is volgens de reclassering langdurige intensieve controle noodzakelijk teneinde potentiële nieuwe slachtoffers te kunnen voorkomen.
Ten slotte heeft het hof acht geslagen op het de verdachte betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 22 november 2024, waaruit volgt dat hij niet eerder is veroordeeld ter zake van soortgelijke strafbare feiten.
Alles afwegende, kan naar het oordeel van het hof – gelet op de aard en ernst van de bewezenverklaarde feiten, de rol van de verdachte als initiator daarvan en de kwetsbaarheid van het slachtoffer – niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming van lange duur met zich brengt. Met de advocaat-generaal acht het hof de door de rechtbank opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 9 jaren, met aftrek van voorarrest, passend en geboden. De door de verdediging verzochte matiging van die straf doet onvoldoende recht aan voornoemde omstandigheden, zodat het hof aan dat verzoek voorbij gaat.
Het hof acht echter, net als de advocaat-generaal en de verdediging, oplegging van een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel niet noodzakelijk. Het hof is van oordeel dat met de oplegging van een langdurige gevangenisstraf – gelet op het lage tot matig verhoogde recidiverisico – de bescherming van de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, voldoende wordt gewaarborgd.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
De hierna te noemen in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten twee mobiele telefoons, volgens opgave van de verdachte aan hem toebehorend, zijn vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het voorwerpen zijn met behulp waarvan het tenlastegelegde en bewezenverklaarde is begaan of voorbereid. De verdachte heeft immers, volgens zijn eigen verklaring, veelal gechat vanaf zijn telefoon. Het hof heeft bij deze beslissing rekening gehouden met de draagkracht van de verdachte, voor zover daarvan ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
De benadeelde partij [benadeelde partij] heeft zich door tussenkomst van haar bewindvoerder in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 15.000,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente.
Deze vordering is bij vonnis waarvan beroep tot een bedrag van € 10.000,00 toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente. Voor het meergevorderde geldbedrag is de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk verklaard.
De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de aan de benadeelde partij als gevolg van het bewezenverklaarde handelen van de verdachte ter zake van de feiten 1, 2 en 4 subsidiair rechtstreeks schade is toegebracht tot een bedrag van € 10.000,00. Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
In de eerste plaats is het hof, anders dan door de advocate van de benadeelde partij is gesteld, van oordeel dat in de onderhavige zaak geen sprake is van groepsaansprakelijkheid, omdat niet kan worden gesproken van een groep in de zin van artikel 6:166 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). De bewezenverklaarde feiten zijn naar het oordeel van het hof op zichzelf staande gebeurtenissen. De enkele omstandigheid dat de verdachte met elk van de medeverdachten (apart) heeft gechat op de site chattenmetvreemden.nl over een (voorgenomen) seksafspraak met hem, de benadeelde partij en die desbetreffende medeverdachte, maakt niet dat sprake is van een groep.
Het hof overweegt voorts dat – naast het lichamelijke letsel dat de benadeelde partij door het onder 1 bewezenverklaarde handelen van de verdachte heeft opgelopen – immateriële schade in uitzonderlijke gevallen ook kan worden toegewezen in verband met de bijzondere ernst van de normschending en de gevolgen hiervan voor het slachtoffer, waardoor kan worden gesproken van schending van een persoonlijkheidsrecht en daarmee van aantasting in de persoon.
Het hof is met de rechtbank van oordeel dat de bewezenverklaarde feiten 1, 2 en 4 subsidiair zo ernstig zijn dat de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde partij zo voor de hand liggen, dat de in artikel 6:106, eerste lid, aanhef en onder b, van het Burgerlijk Wetboek bedoelde aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ kan worden aangenomen, zelfs zonder dat concrete gegevens zijn aangevoerd waaruit de onbetwistbare conclusie kan volgen dat in verband met de omstandigheden van het geval psychische schade is ontstaan.
Het hof overweegt daarbij nog dat uit het ‘Verzoek tot Schadevergoeding’, de daarbij gevoegde bijlagen en de door de advocate van de benadeelde partij gegeven toelichting daarop ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep, alsmede uit de schriftelijke slachtofferverklaringen van de mentor en een nichtje van de benadeelde partij, volgt dat het bewezenverklaarde handelen van de verdachte impact op de benadeelde partij heeft, ook al kan zij dat zelf niet onder woorden brengen. Immers, de benadeelde partij liet naderhand de lichamelijke verzorging niet meer toe, ging bijten en krabben, duwde haar benen tegen elkaar aan en reageerde angstig als mensen binnenkwamen.
Mede gelet op de bedragen die door Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen zijn toegekend, begroot het hof net als de rechtbank de schade die de benadeelde partij rechtstreeks door het bewezenverklaarde handelen van de verdachte heeft geleden naar billijkheid op een bedrag van € 10.000,00. De verdachte is tot vergoeding van deze immateriële schade gehouden. Het hof acht dit bedrag toewijsbaar, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 10 mei 2022, de dag waarop de benadeelde partij de eerste fysieke ontuchtige handelingen heeft moeten ondergaan, zijnde het begin van de schade. Tot vergoeding van de schade zijn naast de verdachte ook de mededaders gehouden, ieder voor hun aandeel. Zij zijn derhalve hoofdelijk aansprakelijk voor hun bijdrage aan deze schade. Indien en voor zover een van hen (een deel van) deze schade betaalt, zal ook de ander daardoor zijn bevrijd van zijn betalingsverplichting. Tot slot zal het hof beslissen omtrent de kosten als hierna zal worden vermeld.
Het meergevorderde (een bedrag van € 5.000,00) zal worden afgewezen.
Schadevergoedingsmaatregel
Op grond van het onderzoek ter terechtzitting heeft het hof in rechte vastgesteld dat door het bewezenverklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks schade aan het slachtoffer [slachtoffer] is toegebracht tot een bedrag van € 10.000,00. De verdachte en de medeverdachte(n) zijn daarvoor jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk.
Het hof ziet aanleiding om aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op te leggen ter hoogte van voormeld bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 mei 2022 tot aan de dag der algehele voldoening
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 33, 33a, 36f, 45, 46a, 57, 243, 247 en 248 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.