Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
[handelsnaam],
1.[geïntimeerde sub 1] ,en
[geïntimeerde sub 2],
1.Kern van de zaak
2.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 10131270 CV EXPL 22-4368)
3.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met productie 13;
- de memorie van antwoord met productie 11;
- de mondelinge behandeling op 13 november 2024, waarbij [appellant] , bijgestaan door mr. Goedhart, en [geïntimeerden] , bijgestaan door mrs. Helmond en I.W.E. van der Meulen, zijn gehoord en [geïntimeerden] spreekaantekeningen hebben overgelegd;
- de door [appellant] op verzoek van het hof opnieuw overgelegde afschriften van producties 6 en 7 horende bij de dagvaarding in eerste aanleg;
- de nagekomen producties 12 tot en met 14 van [geïntimeerden] , die [geïntimeerden] tijdens de mondelinge behandeling bij akte in het geding hebben gebracht.
4.De feiten
.
BvB heeft op 25 mei 2022 een rapport opgemaakt over de bevindingen van zijn onderzoek (productie 7 bij dagvaarding in eerste aanleg).
5.De procedure bij de kantonrechter
6.De gronden van het hoger beroep
7.De beoordeling in hoger beroep
[appellant] is dan ook van mening dat geen sprake is van bedrog of dwaling en dat de buitengerechtelijke vernietiging door [geïntimeerden] van de overeenkomst tussen partijen daarom geen effect heeft.
geheledakbeschot nat was. Bij nadere bestudering van de overige foto’s valt het hof namelijk het volgende op. Als wordt uitgegaan van de nummering van de foto’s in de aanvullende producties 12 tot en met 14 van [geïntimeerden] in hoger beroep, laten (naast de eerder genoemde foto met het vogelnestje) foto’s 3, 4, 5 en 6 vochtplekken op het dakbeschot zien. Met [geïntimeerden] stelt het hof vast dat op verschillende foto’s dezelfde details terugkomen. Zo zijn op foto 2, 3 en 5 hetzelfde groene drievormig blad en dezelfde steel van een bruin blad te zien en zijn de beschadigingen op het houtbeschot en de spijker op foto 2 ook te zien op foto 6. Hieruit moet worden afgeleid dat deze foto’s allemaal op of rond dezelfde plaats en dus van dezelfde vochtplek op het dakbeschot zijn gemaakt. Het hof kan dan ook niet anders concluderen dan dat de medewerkers van [appellant] door middel van foto’s, die zij hoofdzakelijk op of rond één plek op het dak hebben gemaakt, [geïntimeerden] hebben willen laten geloven dat het gehele dakbeschot nat was en dat daarom de door hen geadviseerde werkzaamheden noodzakelijk waren.
Grief II faalt derhalve.
Grief III faalt derhalve.
Grief IV faalt derhalve.