Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
a.
hij, als degene die al dan niet als bestuurder van een motorrijtuig betrokken was geweest bij een verkeersongeval dat had plaatsgevonden in de gemeente Gennep op/aan de Zandstraat, op of omstreeks 3 juni 2020 de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl daardoor, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, (een) ander(en) (te weten [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] ), aan wie bij dat ongeval letsel was toegebracht, in hulpeloze toestand werd(en) achtergelaten en/of terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan (een) ander(en) (te weten [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] ) letsel en/of schade was toegebracht.
hij, als degene die als bestuurder van een motorrijtuig betrokken was geweest bij een verkeersongeval dat had plaatsgevonden in de gemeente Gennep op de Zandstraat, op 3 juni 2020 de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl hij wist dat, aan (een) ander(en) (te weten [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] ) letsel en/of schade was toegebracht.
1. Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 4 juni 2020, dossierpagina 136 tot en met 145, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
(pagina 142)Ik ben het terras opgereden (het hof begrijpt: van [café] ). Ik reed ongeveer 40 tot 50 km per uur.
Ik heb mensen naar links zien springen. Ik weet dat ik iemand geraakt heb. Dit heb ik zien gebeuren. Ik denk dat het een vrouw was. Ik heb met de voorzijde van de auto deze persoon geraakt.
3. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 12 juni 2020, dossierpagina 199 tot en met 203, voor zover inhoudende als verklaring van aangeefster [slachtoffer 1] :
(pagina 199)Ik ben de eigenaresse van café/restaurant [café] , gelegen aan de Zandstraat te Gennep. Op woensdag 3 juni 2020 kwamen er drie jongens naar het café.
Bij deze groep voegden zich even later nog enkele personen waaronder [verdachte] . Hij is vervolgens omstreeks 21.30 uur in zijn personenauto weggereden.
Ik hoorde plotseling een enorme knal. Ik stond met mijn rug naar de straatzijde en keek geschrokken om en zag een zwarte Volkswagen Golf met hoge snelheid recht op me afkomen. Ik zag dat die Golf uit de richting van het centrum van Gennep gereden kwam en het terras opreed. Ik zag dat deze Golf met hoge snelheid het terras kwam opgereden. Ik zag dat die Golf tegen een bloembak aanreed. Vervolgens schoot de auto door richting de tafel waar ik stond en ik heb uit schrik de handen op de motorkap geduwd uit reflex doch de auto reed mij aan. Volgens mij werd ik met de midden-voorzijde aangereden door deze Golf en ik keek recht in het gezicht van [verdachte] die de Golf bestuurde. Vervolgens zag ik dat de Golf nog doorreed en tegen een porseleinen plantenbak aanreed en hier tot stilstand kwam. Door de aanrijding kwam ik terecht op die kapot gereden plantenbak. Ik probeerde op te staan en zag dat [verdachte] al achteruit had gereden en ik zag hem nog wegrijden in de richting van de Spoorstraat. Ik wilde vervolgens opstaan en ben richting het pand naast ons café gelopen en ben hier op de grond gaan liggen. Ik had veel pijn in beide benen.
Uitwendig waargenomen letsel:- het linker bovenbeen is aan de buitenzijde gezwollen en er is een bloeduitstorting.- een oppervlakkige wond op het rechter scheenbeen.- een kneuzing aan beide onderbenen.
een gebroken rechter kuitbeen
(het hof begrijpt: 2020)werd de behandeling beëindigd. Toen nog wel klachten bij lopen. Ik vermoed tot eind 2020 klachten.
5. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 mei 2021, proces-verbaalnummer PL2300-2020112872-2, afzonderlijk in het procesdossier gevoegd, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
Op 3 juni 2020 ging ik samen met mijn vriendinnen naar café [café] te Gennep. Op het terras zaten ook [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] . Ik heb wel gehoord dat er door de groep gepraat werd over lachgas. Op een gegeven moment zijn deze 3 jongens weg gegaan met de auto.
- een zwelling aan de rechterhand ter plaatse van de ringvinger en pink.
- een minimale rotatie van de pink.
een fractuur aan de pols die werd behandeld met gips.
9. Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 3 juni 2020, dossierpagina 223 en 224, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige 1] :
Op woensdag 3 (
het hof begrijpt:) juni 2020 om ongeveer 21.30 uur ben ik aangekomen bij het café [café] . Toen ik aankwam, ben ik op het terras bij mijn vrienden gaan zitten. Verder zaten er nog [verdachte] , [medeverdachte 1]
(het hof begrijpt hier en hierna: de getuige [medeverdachte 1] )en [medeverdachte 2] . Ik schat dat zo rond kwart voor 10 of zo [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zeiden dat ze even weggingen om een "ballonnetje te pakken". Ik weet dat als zij dit zeggen ze bedoelen dat ze lachgas gaan gebruiken. Zij zijn toen opgestaan en zijn in de auto gestapt. Ongeveer 10 à 15 minuten later kwam de auto er weer aanrijden.
10. Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 3 juni 2020, dossierpagina 225 tot en met 227, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [medeverdachte 2] :
Vandaag omstreeks 20.50 uur ben ik naar [café] in Gennep gegaan. Ik had daar afgesproken met vrienden. Ik weet niet meer precies hoe laat we zijn weggegaan, ik denk 22.00 uur of zo. Ik, [medeverdachte 1] en [verdachte] , zijn in de auto van [verdachte] gestapt. We zijn naar de parkeerplaats van [supermarkt] gereden. Op een gegeven moment vroeg [verdachte] aan ons of we zo even een "ballon" zouden gaan doen. Ik wist dat dit lachgas was. Ik gebruik dat soms weleens. We stonden op dat moment stil op de parkeerplaats bij de [supermarkt] en ik heb aangegeven wel een "ballon" te willen doen. Hiermee bedoel ik lachgas gebruiken. In totaal heb ik er 4 of 5 gebruikt. [verdachte] heeft er ook ongeveer 4 of 5 gebruikt. Ik zag, dat het lachgas hetzelfde effect had op [verdachte] als op mij. Ik merkte dat aan hem omdat hij ging kwijlen en hij viel weg.
11. Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 3 juni 2020, dossierpagina 228, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige 2] :
12. Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 4 juni 2020, dossierpagina 230 en 231, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [medeverdachte 1] :
Ik was vanavond bij [café] te Gennep. [verdachte] kwam met het voorstel om met mij en [medeverdachte 2] lachgas te gaan gebruiken op de parkeerplaats bij de [supermarkt] . Samen met [medeverdachte 2] en [verdachte] reden we in de auto van [verdachte] naar de parkeerplaats van de [supermarkt] . Deze parkeerplaats ligt een paar honderd meter van [café] vandaan. [verdachte] stapte uit de auto en pakte een tank met lachgas achter uit zijn auto. In de auto heeft ieder voor zich een ballonnetje met lachgas gevuld. Het lachgas werd vervolgens door ons geïnhaleerd. Ik heb [verdachte] in elk geval een ballonnetje zien gebruiken.
(pagina 231)Het viel mij op dat [verdachte] erg hard reed. Voor mijn gevoel ging het te hard. Op de Zandstraat begon [verdachte] plotseling te slingeren. Ik weet niet waarom. Ik zag dat [verdachte] naar links indraaide en hierdoor op het terras van [café] inreed. Ik had niet het gevoel dat [verdachte] zijn auto nog onder controle had. Ik had niet het gevoel dat hij wist waar hij mee bezig was. Ik zag allemaal mensen op het terras zitten. Ik zag dat [verdachte] tegen een grote bloembak op het terras botste. Op het terras kwam de auto tot stilstand. [verdachte] reed achteruit van het terras af en stopte op de Zandstraat. Op dat moment stapte [medeverdachte 2] uit de auto van [verdachte] . [verdachte] reed vervolgens via de Zandstraat weg.13. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [medeverdachte 1] door de raadsheer-commissaris d.d. 14 juni 2024:U vraagt mij wat er op 3 juni 2020 is gebeurd. Wij zaten op het terras en besloten om een ballonnetje te doen. Wij deden dit op de parkeerplaats en zijn daarna weggereden. U vraagt mij wat ik bedoel met een ballonnetje. Lachgas.
14. Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 3 juni 2020, dossierpagina 232 en 233, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige 3] :
Vanavond, omstreeks 21.30 uur, ben ik naar het terras gegaan van café [café] . Ik had daar afgesproken om met vrienden iets te gaan drinken. Het werd uiteindelijk kouder en toen zijn wij met zijn allen verplaatst naar een plek op het terras onder de heaters. Toen wij gingen verplaatsen gingen enkele vrienden weg om even ergens anders lachgas te gebruiken. Dit betroffen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] .
(pagina 234)Ik ben vanavond omstreeks 21:30 uur naar het terras gegaan van [café] te Gennep. Ik zag dat [verdachte] rond 22.00 uur wegging samen met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] . Ik had voordat [verdachte] wegging gehoord dat [verdachte] en [medeverdachte 2] hadden afgesproken om samen lachgas te gaan gebruiken. Ik hoorde dat [medeverdachte 1] ook besloot om mee te gaan. Ik zag dat [verdachte] rond 22.05 uur weer terugreed. Ik zag dat [verdachte] slingerend reed. Ik zag dat hij toen het stuur naar links gooide. Ik keek op dat ogenblik [verdachte] aan en zag dat hij helemaal zat te trillen en er met zijn hoofd niet helemaal bij was. Ik zag dat [verdachte] met zijn auto het terras opreed en hierbij eerst een aantal bloembakken raakte. Ik kwam toen klem te zitten tussen de tafel waaraan ik zat en een deur achter mij. Ik zag toen dat [verdachte] de auto achteruit reed en vervolgens wegreed.16. Het proces-verbaal VerkeersOngevalAnalyse d.d. 29 december 2020, dossierpagina 20 tot en met 35, voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] :
(pagina 23)
Indien de bestuurder van de Volkswagen het wegverloop was blijven volgen, had het ongeval niet hoeven plaats te vinden. Uit ons onderzoek is niet gebleken dat er een noodzaak was voor de bestuurder van de Volkswagen om naar links te sturen en het wegverloop niet te volgen.
Bijzondere bewijsoverwegingen
Daartoe is – op de gronden zoals nader in de pleitnota verwoord – in de kern aangevoerd dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte ten tijde van de aanrijding onder invloed van lachgas verkeerde.
“Ik had niet het gevoel dat [verdachte] zijn auto nog onder controle had.”.
Getuige [getuige 1] , die op het terras zat ten tijde van de aanrijding, zag, toen de auto wat dichterbij was, de verdachte duidelijk zitten. Hij verklaart:
“Ik zag dat [verdachte] in een trip zat. Ik ken deze uitdrukking wel. Ik heb dit weleens gezien bij jongens die lachgas hebben gebruikt. Ik had echt de indruk dat hij middenin een trip zat.”.Getuige [getuige 4] zag op het moment dat de verdachte naar links stuurde, richting het terras, dat de verdachte “helemaal zat te trillen en er met zijn hoofd niet helemaal bij was”.
4 maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, alsmede een taakstraf voor de duur van 240 uren subsidiair 120 dagen hechtenis voor feit 1 primair en feit 2 en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 24 maanden met aftrek van de tijd dat het rijbewijs ingevorderd is geweest, waarvan
18 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren voor feit 1 primair.
De verdachte heeft zich voorts schuldig gemaakt aan het verlaten van de plaats van het ongeval. De verdachte heeft zich na de aanrijding niet bekommerd om de slachtoffers en heeft getracht om onder zijn verantwoordelijkheid voor het ongeval uit te komen. Het hof rekent de verdachte de aanrijding en zijn handelen nadien zwaar aan.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) maanden;
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;