Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
’s-Hertogenbosch
[verdachte]
- ‘poging tot doodslag, meermalen gepleegd’ (feit 1) en
- ‘opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Op 12 februari 2025 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van poging tot moord en brandstichting. De zaak betreft een woningbrand die op 14 oktober 2020 plaatsvond in Schijndel, waarbij de verdachte en zijn gezinsleden aanwezig waren. De rechtbank had eerder de verdachte schuldig bevonden, maar het hof vernietigde dit vonnis. Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om vast te stellen dat de verdachte de brand had gesticht. Uit forensisch onderzoek bleek dat de brandwonden van de verdachte niet overtuigend konden worden gekoppeld aan brandstichting. De deskundigen concludeerden dat het mogelijk was dat elk gezinslid de brand had kunnen aansteken. De verdachte had verklaard dat hij in paniek de woning had verlaten en dat hij geen motief had om de brand te stichten. Het hof oordeelde dat de omstandigheden die door de rechtbank als bewijs werden gebruikt, niet doorslaggevend waren en dat er alternatieve verklaringen mogelijk waren. Daarom sprak het hof de verdachte vrij van zowel de poging tot moord als de brandstichting, en hevelde de voorlopige hechtenis op.