ECLI:NL:GHSHE:2025:2765
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de voorlopige hechtenis van een verdachte in een mensenhandelzaak met seksuele uitbuiting
Op 2 oktober 2025 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de voorlopige hechtenis van een verdachte die beschuldigd wordt van mensenhandel, waarbij sprake is van seksuele uitbuiting van vijf kwetsbare vrouwen, waaronder één minderjarige. De advocaat-generaal had op 28 augustus 2025 een vordering ingediend tot verlenging van de geldigheidsduur van het bevel tot gevangenhouding van de verdachte, die sinds zijn veroordeling in eerste aanleg ongeveer tweeënhalf jaar geschorst was geweest. Het hof oordeelde dat deze schorsing niet automatisch betekent dat er geen geschokte rechtsorde meer is en dat de recidivegrond nog steeds van toepassing is.
Het hof heeft de ernst van de beschuldigingen en de rol van de verdachte in overweging genomen. De verdachte heeft gedurende een langere periode meerdere kwetsbare vrouwen seksueel uitgebuit, wat duidt op een hoog niveau van berekening en een bewuste keuze om ernstige strafbare feiten te plegen. Het hof concludeert dat de invrijheidstelling van de verdachte kan leiden tot een gevoel van onrechtvaardigheid en onzekerheid binnen de maatschappij, wat het vertrouwen in het rechtssysteem onder druk zet. Daarom is het hof van mening dat de voorlopige hechtenis niet kan worden geschorst, ook niet onder voorwaarden.
Uiteindelijk heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal toegewezen en de geldigheidsduur van het bevel tot gevangenhouding van de verdachte verlengd voor een termijn van honderdtwintig dagen. Het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis is afgewezen. Deze beslissing is genomen in het belang van de rechtsorde en de bescherming van de samenleving.