ECLI:NL:GHSHE:2025:2637

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
29 september 2025
Publicatiedatum
26 september 2025
Zaaknummer
20-003798-19
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging vonnis rechtbank en veroordeling verdachte tot gevangenisstraf voor valsheid in geschrift en andere economische delicten

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 29 september 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. De verdachte was eerder vrijgesproken van enkele tenlastegelegde feiten, maar het hof verklaarde hem niet-ontvankelijk in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen die vrijspraken. De bewezenverklaarde feiten omvatten onder andere valsheid in geschrift, het niet voldoen aan administratieve verplichtingen in het kader van faillissement, en opzettelijk onjuiste aangiften omzetbelasting. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een reeks economische delicten die het vertrouwen in het financiële systeem ondermijnden. Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omvang van de schade en de rol van de verdachte als oud-registeraccountant. De verdachte is ontzet van het recht om het beroep van bestuurder van een rechtspersoon uit te oefenen voor de duur van drie jaren.

Uitspraak

Parketnummer : 20-003798-19
Uitspraak : 29 september 2025
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ‘s-Hertogenbosch, van 22 november 2019, in de strafzaak met parketnummer 01-997523-16 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1969,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van het onder 2 en 7 tenlastegelegde. Daarnaast heeft de rechtbank de verdachte (partieel) vrijgesproken van:
  • het onder 8 tenlastegelegde (medeplegen van) opzettelijk onjuist en/of onvolledig doen van aangifte omzetbelasting van [bedrijf 1] over het vierde kwartaal van 2013 [
  • het (eveneens) onder 8 tenlastegelegde (medeplegen van) opzettelijk onjuist en/of onvolledig doen van de aangifte omzetbelasting van [bedrijf 2] over het vierde kwartaal van 2015;.
De rechtbank heeft de verdachte vervolgens ter zake van:
  • ‘valsheid in geschrift, meermalen gepleegd’ (
  • ‘medeplegen van: als een rechtspersoon welke in staat van faillissement is verklaard, ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers van de rechtspersoon niet voldaan hebben aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 10, eerste lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 15i, eerste lid, van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en het bewaren en tevoorschijn brengen van boeken, bescheiden en andere gegevensdragers in die artikelen bedoeld’ (
  • ‘feitelijk leidinggeven aan opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift als bedoeld in artikel 225, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd’ (
  • ‘feitelijk leidinggeven aan het als een rechtspersoon welke in staat van faillissement is verklaard, ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers van de rechtspersoon enig goed aan de boedel onttrekken, meermalen gepleegd’ (
  • ‘valsheid in geschrift, meermalen gepleegd’ (
  • ‘opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, meermalen gepleegd’ (
  • ‘opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd’ (
  • ‘medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd’ (
  • ‘valsheid in geschrift, meermalen gepleegd’ (
  • ‘opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd’ (
veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
Ten slotte heeft de rechtbank de verdachte ontzet van het recht om het beroep van bestuurder van een rechtspersoon uit te oefenen voor de duur van 3 jaren en de openbaarmaking van het vonnis op www.rechtspraak.nl gelast.
Van de zijde van de verdachte is tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd:
  • dat het hof het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk zal verklaren voor zover dit is gericht tegen de (al dan niet impliciet cumulatieve) feiten waarvan de verdachte door de rechtbank is vrijgesproken, te weten feit 2, 7 en de partiële vrijspraken onder feit 8;
  • dat het hof het vonnis waarvan beroep voor het overige zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende:
o tot dezelfde bewezenverklaring zal komen als de rechtbank voor wat betreft feiten 1, 3, 4, 5, 6, 9, 10, 11 en 12;
o het onder 8 tenlastegelegde (anders dan de rechtbank) zodanig bewezen zal verklaren dat ten aanzien van elk van de onder 8 genoemde onjuiste aangiften telkens sprake is van medeplegen met de desbetreffende vennootschap die over de voor artikel 69, tweede lid, van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen vereiste kwaliteit beschikt;
o de verdachte ter zake van de bewezenverklaarde feiten zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, waarvan 18 dagen
onvoorwaardelijk met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, een taakstraf voor de duur van 540 uren subsidiair 270 dagen hechtenis en hem ten slotte zal ontzetten van het recht om het beroep van bestuurder van een rechtspersoon uit te oefenen voor de duur van 3 jaren.
De verdediging heeft bepleit dat de bewezenverklaring van het onder 8 tenlastegelegde – ten opzichte van het vonnis van de rechtbank – kan worden gewijzigd overeenkomstig het voorstel van de advocaat-generaal. De verdediging heeft zich voor het overige gerefereerd aan het oordeel van het hof voor wat betreft de bewezenverklaring door de rechtbank. Ten slotte is een straftoemetingsverweer gevoerd.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van:
  • het onder 2 tenlastegelegde;
  • het onder 7 tenlastegelegde;
  • het onder 8 (impliciet cumulatief) tenlastegelegde (medeplegen van) opzettelijk onjuist en/of onvolledig doen van aangifte omzetbelasting van [bedrijf 1] over het vierde kwartaal van 2013;
  • het onder 8 (impliciet cumulatief) tenlastegelegde (medeplegen van) opzettelijk onjuist en/of onvolledig doen van de aangifte omzetbelasting van [bedrijf 2] over het vierde kwartaal van 2015.
Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en richt zich daarom mede tegen de hierboven genoemde beslissingen tot vrijspraak. Gelet op artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissingen geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte daarom niet-ontvankelijk verklaren in het hoger beroep voor zover dit tegen voormelde vrijspraken is gericht.
Vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep voor het overige vernietigen en opnieuw rechtdoen omdat het tot een andere bewezenverklaring komt dan de meervoudige kamer van de rechtbank. Dit laat onverlet dat het hof zich in belangrijke mate kan verenigen met de beslissingen van de rechtbank en de gronden waarop die beslissingen berusten. Het hof zal daarom delen uit het vernietigde vonnis overnemen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd – voor zover thans nog aan de orde – dat:

1.

hij op of omstreeks 18 november 2013 en/of 16 december 2013, althans op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 18 november 2013 tot en met 16 december 2013, in de gemeente(n) Oisterwijk en/of Schijndel en/of Boxtel en/of elders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, één of meer publicatiestuk(ken)/jaarrekening(en) over 2010 (02-DOC-0028, 02-DOC-0031 en 02-DOC-0035) en/of 2011 (02-DOC-0029, 02-DOC-0032 en 02-DOC-0036) en/of 2012 (02-DOC-0030, 02-DOC-0033, 02-DOC-0037 en 02-DOC-0038) ten name van [bedrijf 3] (hierna te noemen de "B.V."), zijnde (elk) een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of (één of meer van) zijn medeverdachte(n) toen aldaar valselijk en/of in strijd met de waarheid -zakelijk weergegeven-
in voornoemd(e) publicatiestuk(ken)/jaarrekening(en) vermeld dat er gedurende het/de boekja(a)r(en) 2010 en/of 2011 en/of 2012 gemiddeld (respectievelijk) 4 en/of 5 en/of 5,5, althans één of meer werknemer(s) in dienst was/waren bij [bedrijf 3] , waardoor de schijn van bedrijvigheid werd gewekt, terwijl er blijkens de nihil-loonheffingsaangiften van de B.V. over 2010 en/of 2011 en/of 2012 in werkelijkheid geen werknemers bij [bedrijf 3] in dienst waren en/of
voornoemd(e) publicatiestuk(ken)/jaarrekening(en) voorzien van (een) te ho(o)g(e) en/of onjuist(e) bedrag(en) bij één of meer balanspost(en) en/of het balanstotaal en/of de omzet en/of het resultaat, waardoor de schijn werd gewekt van een financieel gezond bedrijf, terwijl er in werkelijkheid blijkens de nihil-aangifte(n) vennootschapsbelasting van de B.V. over 2010 en/of 2011 geen voorraden en/of activa en/of omzet en/of belastbare winst waren (02-AMB-0010) en/of terwijl de B.V. volgens de eigenaar/bestuurder van de B.V. in werkelijkheid sinds augustus 2009 leeg was (02-G010-01 blz 2),
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door (een) ander(en) te doen gebruiken;

3.

hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2013 tot en met 3 juni 2014 te Nieuw-Amsterdam in de gemeente Emmen en/of in de gemeente(n) Oisterwijk en/of Boxtel en/of Schijndel en/of elders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met [bedrijf 3] (hierna te noemen de "B.V.") en/of een ander of anderen, terwijl de B.V. bij vonnis van de rechtbank Den Haag van 8 april 2014 in staat van faillissement is verklaard, (telkens) ter bedrieglijke verkorting van de rechten van haar schuldeiser(s) niet voldaan heeft of niet voldoet aan de op haar rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 15i van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, en het bewaren en te voorschijn brengen van boeken, bescheiden en gegevensdragers in dat artikel bedoeld,
immers hebben hij, verdachte, en [bedrijf 3] en/of (één of meer van) hun medeverdachte(n) toen aldaar -zakelijk weergegeven- (telkens)
geen volledige en/of deugdelijke administratie gevoerd en/of niet (geheel) bewaard en/of ondanks (herhaalde) verzoek(en) daartoe van de (benoemde) curator (Mr. [curator] ) op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 april 2014 tot en met 3 juni 2014, geen, althans geen volledige en/of deugdelijke administratie aan voornoemde curator overgelegd/uitgeleverd en/of doen overleggen/uitleveren, althans ter beschikking gesteld en/of doen stellen,
ten gevolge waarvan de rechten en verplichtingen van de B.V. niet te allen tijde juist en/of volledig konden worden gekend;

4.

[bedrijf 4] , hierna te noemen "de B.V.", op of omstreeks 25 juni 2013 en/of 13 augustus 2013, in de gemeente(n) Eindhoven en/of Oisterwijk en/of Boxtel en/of Schijndel en/of elders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk gebruik heeft/hebben gemaakt van:
één of meer valse en/of vervalste Publicatiestuk(ken) over 2010 (03-DOC-0028) en/of 2011 (03-DOC-0029) van de B.V. en/of een valse en/of vervalste Aangifte vennootschapsbelasting ten name van [bedrijf 4] over het aangiftetijdvak 2012, (03-DOC-0048)
- (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen- als ware(n) dat/die geschrift(en) (telkens) echt en onvervalst,
bestaande die valsheid of vervalsing -zakelijk weergegeven- hierin dat:
in de Toelichting op de balans over 2010 was vermeld dat in dat boekjaar een bedrag van 177.444 euro als resultaat was toegevoegd aan de balanspost overige reserves en/of in de Toelichting op de balans over 2011 was vermeld dat in dat boekjaar een bedrag van 266.529 euro was toegevoegd aan de balanspost overige reserves, terwijl de B.V. in werkelijkheid blijkens de bij de Belastingdienst ingediende Aangifte(n) vennootschapsbelasting ten name van [bedrijf 4] over het aangiftetijdvak 2010 (03-DOC-0081) een verlies had geleden van 26.368 euro en/of over 2011 (03-DOC-0082) een verlies van 89.600 euro en/of in de Aangifte vennootschapsbelasting ten name van [bedrijf 4] over het aangiftetijdvak 2012 was vermeld dat de winstreserves van de B.V. 142.554 euro positief waren (03-DOC-048 blz. 19), terwijl de winstreserves van de B.V. in werkelijkheid 232.600 euro negatief waren (03-DOC-0076 en 03-DOC-0077)
en bestaande dat gebruikmaken -zakelijk weergegeven- hierin dat:
de B.V. en/of (één of meer van) haar medeverdachte(n) toen aldaar (telkens) voornoemde valse en/of vervalste Publicatiestuk(ken) over 2010 en/of 2011 van de B.V. en/of de Aangifte vennootschapsbelasting ten name van [bedrijf 4] over het aangiftetijdvak 2012 (per mail) heeft/hebben verzonden en/of verstrekt en/of overgelegd en/of laten verzenden en/of verstrekken en/of overleggen aan de ABN-AMRO-bank ter verkrijging van een financiering voor een graafmachine en/of een tractor en/of een Volkswagen Transporter, waarna na ontvangst van de facturen van voornoemde goederen de ABN-AMRO-bank op 17 oktober 2013 een geldbedrag van 203.573 euro heeft overgemaakt naar bankrekening nummer [rekeningnummer 1] ten name van [bedrijf 4] (03-AMB-0039),
tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte (telkens) opdracht heeft gegeven en/of aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven;

5.

[bedrijf 4] , hierna te noemen "de B.V.", op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 17 oktober 2013 tot en met 21 oktober 2013, in de gemeente(n) Oisterwijk en/of Boxtel en/of Schijndel en/of elders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, terwijl de B.V. bij vonnis van de rechtbank Noord-Nederland te Leeuwarden van 7 april 2015 in staat van faillissement is verklaard, (telkens) ter bedrieglijke verkorting van de rechten van zijn schuldeiser(s) enig goed aan de boedel onttrokken heeft of onttrekt,
immers heeft/hebben de B.V. en/of (één of meer van) haar medeverdachte(n) toen aldaar -zakelijk weergegeven -
na ontvangst op 17 oktober 2013 op basis van valse en/of vervalste Publicatiestukken van de B.V. over 2010 en/of 2011 en/of een valse en/of vervalste Aangifte vennootschapsbelasting 2012 ten name van [bedrijf 4] , van een geldbedrag van 203.573 euro van de ABN-AMRO-bank op bankrekening nummer [rekeningnummer 1] ten name van [bedrijf 4] voor de financiering van een graafmachine en/of een tractor en/of een Volkswagen Transporter, hiervan de Volkswagen Transporter, met kenteken [kenteken] op of omstreeks 17 oktober 2013 voor een bedrag van 56.269,63 euro (03-AMB-0006 en 03-DOC-0025 blz. 5) of daaromtrent aangekocht en deze vervolgens op of omstreeks 18 oktober 2013 op naam gesteld van de aan verdachte [verdachte] gelieerde onderneming [bedrijf 1] en/of één of meer geldbedrag(en) hiervan overgemaakt naar:
- Bankrekeningnr. [rekeningnummer 2] t.n.v. [betrokkene] , waarover haar dochter, medeverdachte [medeverdachte 1] de beschikkingsmacht had, te weten 39.500 euro (03-AMB-0005 blz. 8 en 03-AMB-0006) en/of
- Eén of meer bankrekening(en), waarover verdachte [verdachte] beschikkingsmacht had, te weten: bankrekeningnr. [rekeningnummer 3] t.n.v. [bedrijf 5] en/of [rekeningnummer 4] t.n.v. [bedrijf 6] en/of [rekeningnummer 5] t.n.v. [bedrijf 7] en/of [rekeningnummer 6] t.n.v. [bedrijf 8] , te weten een totaalbedrag van 90.752 euro en/of (03-AMB-0006)
- De ABNAMRO-bank, rekeningnr. [rekeningnummer 7] t.n.v. [bedrijf 9] , te weten 12.500 euro (03-AMB-0005 blz. 8 en 03-AMB-0006),
althans naar (een) andere (bank)rekening(en), zonder dat daar een betalingsverplichting, althans een zakelijke verplichting en/of een zakelijke verantwoording voor bestond/tegenover stond en aldus buiten het bereik en beheer van de curator gesteld en/of gehouden (onttrek(t)ken/onttrokken),
tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte (telkens) opdracht heeft gegeven en/of aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven;

6.

hij op of omstreeks 25 februari 2014 in de gemeente(n) Schijndel en/of Boxtel en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, één of meer Publicatiestuk(ken)/Balans(en) over 2009 (04-DOC-0092) en/of 2010 (04-DOC-0093) en/of 2011 (04-DOC-0094) en/of 2012 (04-DOC-0095) ten name van [bedrijf 10] , zijnde (elk) een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of (één of meer van) zijn medeverdachte(n) toen aldaar valselijk en/of in strijd met de waarheid -zakelijk weergegeven-
voornoemd(e) Publicatiestuk(ken)/Balans(en) (telkens) voorzien van (een) te ho(o)g(e) en/of onjuist(e) bedrag(en) bij één of meer balanspost(en), waaronder de balanspost(en) vorderingen en/of voorraden en/of liquide middelen en/of overige reserve en/of voorzien van een te hoog en/of onjuist bedrag bij het balanstotaal, waardoor de schijn werd gewekt van een financieel gezond bedrijf, terwijl in werkelijkheid de cijfers blijkens de Aangifte(n) vennootschapsbelasting ten name van [bedrijf 10] over de aangiftetijdvakken 2009 (04-DOC-0098), 2010 (04-DOC-0099) en 2011 (4-DOC-0100) en/of de Saldibalans tot en met december 2012 en/of het Winst & Verlies overzicht tot en met december 2012 van [bedrijf 10] (04-DOC-0104) en/of het Meerjarenoverzicht [bedrijf 10] over de jaren 2010, 2011 en 2012 (04-DOC-0105) en/of de Jaarrekening [bedrijf 10] over 2012 (04-DOC-0106) lager waren (04-AMB-0021) en/of terwijl het volgens de (voormalig) eigenaar/bestuurder van [bedrijf 10] in werkelijkheid steeds slechter ging met het bouwbedrijf,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door (een) ander(en) te doen gebruiken;

8.

hij, op één of meer tijdstip(pen) in/of omstreeks de periode van 30 januari 2014 tot en met 31 oktober 2016 in de gemeente(n) Schijndel en/of Boxtel en/of Apeldoorn en/of elders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met [bedrijf 7] en/of [bedrijf 11] en/of [bedrijf 10] en/of [bedrijf 4] en/of [bedrijf 12] en/of [bedrijf 8] en/of één of meer andere (rechts)perso(o)n(en), meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk (een) bij de belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten (een) aangifte(n) voor de omzetbelasting ten name van nagenoemde vennootschap(pen) en over het/de nagenoemde aangiftetijdvak(ken):
2. [bedrijf 7] over het 1e kwartaal 2014 (07-DOC-0039 blz. 9 en 07-AMB-0010) en/of
3. [bedrijf 11] over het 2e kwartaal 2014 (07-DOC-0029 blz. 8) en/of
4. [bedrijf 10] . over het 2e kwartaal 2014 (07-DOC-0027 blz. 9 en 07-AMB-0002) en/of
5. [bedrijf 4] over juni 2014 (07-DOC-0054 en 07-AMB-0017) en/of
7. [bedrijf 12] over januari 2016 (07-DOC-0048 blz. 65 t/m 67 en 07-AMB-0014) en/of
8. [bedrijf 8] over 3e kwartaal 2016 (07-DOC-0119 en 07-AMB-0034)
onjuist en/of onvolledig heeft gedaan, althans laten doen,
immers hebben hij, verdachte, en [bedrijf 7] en/of [bedrijf 11] en/of [bedrijf 10] en/of [bedrijf 4] en/of [bedrijf 12] en/of [bedrijf 8] en/of één of meer (van hun) medeverdachte(en) toen aldaar -zakelijk weergegeven- (telkens) opzettelijk op het/de bij de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst te Apeldoorn, in elk geval in Nederland, ingeleverde aangiftebiljet(ten) omzetbelasting over genoemd(e) aangiftetijdvak(ken), in elk geval één of meer tijdvak(ken), (telkens) valselijk en/of in strijd met de waarheid een te hoog en/of onjuist bedrag aan voorbelasting en/of een te laag en/of onjuist bedrag aan totaal verschuldigde/te betalen omzetbelasting opgegeven en/of laten opgeven, terwijl dat/die feit(en) (telkens) ertoe strekte(n) dat te weinig belasting werd geheven;

9.

hij op of omstreeks 3 december 2013 en/of 7 november 2014 en/of 2 oktober 2015, in de gemeente(n) Woerden en/of Hilvarenbeek en/of Leiden en/of Schijndel en/of Boxtel en/of elders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk gebruik heeft/hebben gemaakt van:
één of meer valse en/of vervalste Publicatiestuk(ken) over 2009 (08-DOC-0090) en/of 2010 (08-DOC-0091) en/of 2011 (08-DOC-0092) en/of 2012 (08-DOC-0093) en/of 2013 (08-DOC-0094) en/of 2014 (08-DOC-0047) ten name van [bedrijf 2] , -(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen- als ware(n) dat/die geschrift(en) (telkens) echt en onvervalst,
bestaande die valsheid of vervalsing -zakelijk weergegeven- hierin dat:
voornoemd(e) Publicatiestuk(ken) (telkens) was/waren voorzien van (een) te ho(o)g(e) en/of onjuist(e) bedrag(en) bij één of meer balanspost(en) en/of het balanstotaal en/of het resultaat, waardoor de schijn werd gewekt van een snel groeiend en financieel gezond bedrijf met veel bezittingen en reserves, terwijl [bedrijf 2] volgens de aangiften vennootschapsbelasting over 2009 tot en met 2014 geen winst maakte en/of verlies draaide. (08-AMB-0006)
en bestaande dat gebruikmaken -zakelijk weergegeven- hierin dat:
hij en/of (één of meer van) zijn medeverdachte(n), toen aldaar (telkens) voornoemde valse en/of vervalste Publicatiestuk(ken) over 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 en/of 2013 en/of 2014 ten name van [bedrijf 2] , heeft/hebben verzonden en/of verstrekt en/of overgelegd en/of laten verzenden en/of verstrekken en/of overleggen aan de Kamer van Koophandel (08-DOC-0090 t/m 08-DOC-0094, 08-DOC-0047 en 08-AMB-0006);

10.

hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 18 december 2015 tot en met 10 maart 2016 in de gemeente(n) Boxtel en/of Schijndel en/of te 's-Heerenberg en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [bedrijf 13] , gevestigd te 's-Heerenberg heeft bewogen tot de afgifte van één of meer goed(eren), te weten één of meer van de in de factuur van [bedrijf 13] aan [bedrijf 2] d.d. 29 december 2015 (08-DOC-0003) en/of d.d. 2 februari 2016 (08-DOC-0004) vermelde goed(eren), waaronder (Rodeo) gereedschap(pen) en/of tuinartikelen en/of verlichting en/of boren en/of kwasten, voor een totaalbedrag van 151.250 euro of daaromtrent, in elk geval van enig goed, hebbende hij, verdachte, en/of (één of meer van) zijn medeverdachte(n) toen aldaar (telkens) met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
met valse bij de Kamer van Koophandel gedeponeerde Publicatiestukken ten name van [bedrijf 2] over 2009 tot en met 2014 de schijn gewekt van een snel groeiend en financieel gezond bedrijf met veel bezittingen en reserves (08-DOC-0090 t/m 08-DOC-0094 en 08-DOC-0047) en/of
(een) andere en/of valse na(a)m(en) gebruikt, te weten [naam] en/of [naam] (08-DOC-0056, 08-DOC-0057 en 08-DOC-0064) en/of -zich voorgedaan als directeur van [bedrijf 2] en/of [bedrijf 15] (08-DOC-0056) en/of -het schrijven van [bedrijf 13] d.d. 23 december 2015 inzake het overdragen van de vorderingen van [bedrijf 13] aan factoringmaatschappij, [bedrijf 14] , in verband met de betaling van de door [bedrijf 2] te kopen goederen, zogenaamd als directeur van [bedrijf 2] op 28 december 2015 ondertekend en aan [bedrijf 13] retour gezonden (08-DOC-0056 blz. 1 en 4) en/of
zich voordoende als directeur van [bedrijf 2] en/of [bedrijf 15] telefonische contacten gehad en/of mailverkeer en/of correspondentie met [bedrijf 13] gevoerd met betrekking tot de koop, de levering en leveringscondities van diverse goederen, waaronder gereedschappen, tuinartikelen, verlichting en boren (08-DOC-0056 t/m 08-DOC-0058 en 08-DOC-0064)
(en zich (aldus) voorgedaan als bonafide koper), waardoor [bedrijf 13] voornoemd (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);

11.

hij op of omstreeks 26 oktober 2015 en/of 31 december 2015 en/of 31 januari 2016 en/of 23 maart 2016, althans op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 oktober 2015 tot en met 31 maart 2016, in de gemeente(n) Schijndel en/of Boxtel en/of elders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, de Publicatiejaarrekening 2014 van [bedrijf 16] (09-DOC-0037) en/of de Jaarrekening 2015 van [bedrijf 16] (09-DOC-0038) en/of de salarisspecificatie d.d. 26 oktober 2015 van [bedrijf 12] voor [medeverdachte 2] betreffende de periode van 1 t/m 25 oktober 2015 (09-DOC-0002) en/of de salarisspecificatie d.d. 31 december 2015 van [bedrijf 17] voor [medeverdachte 3] betreffende de maand december 2015 (09-DOC-0010) en/of de salarisspecificatie d.d. 23 maart 2016 van [bedrijf 12] voor [medeverdachte 4] betreffende de maand maart 2016 (09-DOC-0009), zijnde (elk) een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst,
immers heeft/hebben hij en/of (één of meer van) zijn medeverdachte(n) toen aldaar valselijk en/of in strijd met de waarheid -zakelijk weergegeven-
voornoemde Publicatiejaarrekening 2014 en/of Jaarrekening 2015 voorzien van te hoge en/of onjuiste bedragen voor materiële vaste activa en/of voorraden, terwijl de B.V. in werkelijkheid niets, in elk geval minder bezat en/of op de salarisspecificatie van [bedrijf 12] voor [medeverdachte 2] voornoemd vermeld dat deze zag op het loon betreffende de periode van 1 t/m 25 oktober 2015, terwijl [medeverdachte 2] in werkelijkheid in die periode geen werkzaamheden heeft verricht voor [bedrijf 12] en/of op de salarisspecificatie van [bedrijf 17] voor [medeverdachte 3] voornoemd vermeld dat het hier zou gaan over het salaris betreffende de maand december 2015, terwijl [medeverdachte 3] in werkelijkheid in december 2015 geen werkzaamheden heeft verricht voor [bedrijf 17] en/of op de salarisspecificatie van [bedrijf 12] voor [medeverdachte 4] voornoemd vermeld dat het hier zou gaan over het loon van [medeverdachte 4] betreffende de maand maart 2016, terwijl [medeverdachte 4] in werkelijkheid in maart 2016 geen werkzaamheden heeft verricht voor [bedrijf 12] ,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken en/of door (een) ander(en) te doen gebruiken;

12.

hij op of omstreeks 22 februari 2016, in de gemeente(n) Schijndel en/of Boxtel en/of elders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gebruik heeft/hebben gemaakt van:
-De Salarisspecificatie d.d. 31 december 2015 van [bedrijf 18] voor [medeverdachte 5] betreffende de maand december 2015 (09-DOC-0039 blz. 8) en/of
-Het Rapport jaarrekening 2013 ten name van [bedrijf 18] / [medeverdachte 5] (09-DOC-0039 blz. 4 t/m 7) en/of -Het Voorlopige Aangifte Biljet 2015 ten name van [medeverdachte 5] (09-DOC-0039 blz. 9 en 10)
-(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen- als ware(n) dat/die geschrift(en) (telkens) echt en onvervalst,
bestaande die valsheid of vervalsing -zakelijk weergegeven- hierin dat:
op de Salarisspecificatie voornoemd (een) te ho(o)g(e) en/of onjuist(e) bedrag(en) (aan loon) was/waren vermeld, althans onjuiste gegevens waren vermeld en/of in het Rapport jaarrekening 2013 voornoemd (een) te ho(o)g(e) en/of onjuist(e) bedrag(en) aan netto omzet en/of winst was/waren vermeld en/of op het Voorlopige Aangifte Biljet 2015 voornoemd een te hoog en/of onjuist bedrag aan banksaldo was vermeld en/of was vermeld dat [medeverdachte 5] aandelen en/of obligaties bezat, zulks terwijl [medeverdachte 5] in werkelijkheid een lager salaris ontving en/of een lager bedrag aan netto omzet en/of winst had gegenereerd en/of een lager banksaldo bezat en/of geen aandelen en/of obligaties had
en bestaande dat gebruikmaken -zakelijk weergegeven- hierin dat:
hij en/of (één of meer van) zijn medeverdachte(n), toen aldaar voornoemde valse en/of vervalste Salarisspecificatie en/of Rapport jaarrekening 2013 en/of Voorlopige Aangifte Biljet 2015 (per mail) heeft/hebben verzonden en/of verstrekt en/of laten verzenden en/of verstrekken aan [medeverdachte 6] ( [bedrijf 19] ), ter verkrijging van een hypotheek van de ING bank voor [medeverdachte 5] ;
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 11 en 12 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:

1.

hij op 18 november 2013 en 16 december 2013, in Nederland, publicatiestukken/jaarrekeningen over 2010 (02-DOC-0028, 02-DOC-0031 en 02-DOC-0035) en 2011 (02-DOC-0029, 02-DOC-0032 en 02-DOC-0036) en 2012 (02-DOC-0030, 02-DOC-0033, 02-DOC-0037 en 02-DOC-0038) ten name van [bedrijf 3] , zijnde elk een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst,
immers heeft hij, verdachte, toen aldaar valselijk en in strijd met de waarheid
–zakelijk weergegeven–
in voornoemde publicatiestukken/jaarrekeningen vermeld dat er gedurende de boekjaren 2010 en 2011 en 2012 werknemers in dienst waren bij [bedrijf 3] , waardoor de schijn van bedrijvigheid werd gewekt, terwijl er blijkens de nihil-loonheffingsaangiften van de B.V. over 2010 en 2011 en 2012 in werkelijkheid geen werknemers bij [bedrijf 3] in dienst waren en voornoemde publicatiestukken/jaarrekeningen voorzien van een te hoge en/of onjuiste bedragen bij het balanstotaal en de omzet en het resultaat, waardoor de schijn werd gewekt van een financieel gezond bedrijf, terwijl er in werkelijkheid blijkens de nihil-aangiften vennootschapsbelasting over 2010 en 2011 geen voorraden en activa en omzet en belastbare winst waren (02-AMB-0010) en terwijl de B.V. volgens de eigenaar/bestuurder van de B.V. in werkelijkheid sinds augustus 2009 leeg was (02-G010-01 blz. 2),
zulks telkens met het oogmerk om die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door (een) (ander(en) te laten gebruiken;

3.

hij in de periode van 1 augustus 2013 tot en met 3 juni 2014 te Nieuw-Amsterdam in de gemeente Emmen en in de gemeente Oisterwijk, tezamen en in vereniging met [bedrijf 3] , terwijl de B.V. bij vonnis van de rechtbank Den Haag van 8 april 2014 in staat van faillissement is verklaard, telkens ter bedrieglijke verkorting van de rechten van haar schuldeisers niet voldaan heeft aan de op haar rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 15i van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en het bewaren en tevoorschijn brengen van boeken, bescheiden en gegevensdragers in dat artikel bedoeld,
immers hebben hij, verdachte, en [bedrijf 3] toen aldaar – zakelijk weergegeven –
geen volledige en deugdelijke administratie gevoerd en/of niet bewaard en/of ondanks verzoek daartoe van de curator mr. [curator] omstreeks de periode van 8 april 2014 geen volledige administratie aan voornoemde curator overgelegd en/of doen overleggen, althans ter beschikking gesteld en/of doen stellen,
ten gevolge waarvan de rechten en de verplichtingen van de B.V. niet te allen tijde juist en volledig konden worden gekend;

4.

[bedrijf 4] op 25 juni 2013 en 13 augustus 2013 in Nederland telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van valse publicatiestukken over 2010 (03-DOC-0028) en 2011 (03-DOC-0029) van de B.V. en een valse aangifte vennootschapsbelasting ten name van [bedrijf 4] over het aangiftetijdvak 2012 (03-DOC-0048)
- elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen – als waren die geschriften telkens echt en onvervalst,
bestaande die valsheid -zakelijk weergegeven- hierin dat:
in de toelichting op de balans over 2010 was vermeld dat in dat boekjaar een bedrag van 177.444 euro als resultaat was toegevoegd aan de balanspost overige reserves en in de toelichting op de balans over 2011 was vermeld dat in dat boekjaar een bedrag van 266.529 euro was toegevoegd aan de balanspost overige reserves, terwijl de BV in werkelijkheid de bij de Belastingdienst ingediende aangiften vpb ten name van [bedrijf 4] over het tijdvak 2010 (03-DOC-0081) een verlies had geleden van 26.368 euro en over 2011 (03-DOC-0082) een verlies van 89.600 euro en in de aangifte vpb ten name van [bedrijf 4] over het tijdvak 2012 was vermeld dat de winstreserves van de BV 142.554 euro positief waren (03-DOC-048, p. 19), terwijl de winstreserves van de BV in werkelijkheid 232.600 euro negatief waren (03-DOC-0076) en 03-DOC-0077)
en bestaande dat gebruikmaken hierin dat:
de BV telkens voornoemde valse publicatiestukken over 2010 en 2011 van de BV en de aangifte vpb ten name van [bedrijf 4] over het tijdvak 2012 per mail hebben verzonden en/of verstrekt aan de ABN-AMRO bank ter verkrijging van een financiering voor een graafmachine en een tractor en een Volkswagen Transporter,
waarna
na ontvangst van de facturen van voornoemde goederen de ABN-AMRO bank op 17 oktober 2013 een geldbedrag van 203.573 euro heeft overgemaakt naar bankrekening nummer [rekeningnummer 1] ten name van [bedrijf 4] (03-AMB-0006),
aan welke bovenomschreven verboden gedragingen verdachte telkens feitelijke leiding heeft gegeven;

5.

[bedrijf 4] in de periode van 17 oktober 2013 tot en met 21 oktober 2013 in Nederland tezamen en in vereniging met anderen, terwijl de B.V. bij vonnis van de rechtbank Noord-Nederland te Leeuwarden van 7 april 2015 in staat van faillissement is verklaard, telkens ter bedrieglijke verkorting van de rechten van zijn schuldeisers enig goed aan de boedel onttrokken heeft,
immers heeft de B.V. toen aldaar -zakelijk weergegeven-
na ontvangst op 17 oktober 2013 op basis van valse publicatiestukken van de B.V. over 2010 en 2011 en een valse aangifte vennootschapsbelasting 2012 ten name van [bedrijf 4] , van een geldbedrag van 203.573 euro van de ABN-AMRO-bank op bankrekening [rekeningnummer 1] ten name van [bedrijf 4] voor de financiering van een graafmachine en een tractor en een Volkswagen Transporter met kenteken [kenteken] op 17 oktober 2013 voor een bedrag van 56.269,63 euro (03-AMB-0006 en 03-DOC-0025, p. 5) aangekocht en deze vervolgens op 18 oktober 2013 op naam gesteld van de aan verdachte [verdachte] gelieerde onderneming [bedrijf 1] en geldbedragen hiervan overgemaakt naar:
- Bankrekeningnr. [rekeningnummer 2] t.n.v. [betrokkene] , waarover haar dochter, medeverdachte [medeverdachte 1] de beschikkingsmacht had, te weten 39.500 euro (03-AMB-0005 blz. 8 en 03-AMB-0006) en
- Een of meer bankrekeningen, waarover verdachte [verdachte] beschikkingsmacht had, te weten: bankrekeningnr. [rekeningnummer 3] t.n.v. [bedrijf 5] en [rekeningnummer 4] t.n.v. [bedrijf 6] en [rekeningnummer 5] t.n.v. [bedrijf 7] en [rekeningnummer 6] t.n.v. [bedrijf 8] , te weten een totaalbedrag van 90.752 euro (03-AMB-0006) en
- De ABN-AMRO-bank, rekeningnummer [rekeningnummer 7] t.n.v. [bedrijf 9] , te weten 12.500 euro (03-AMB-0005 blz. 8 en 03-AMB-0006),
zonder dat daar een betalingsverplichting, althans een zakelijke verplichting en/of zakelijke verantwoording voor bestond en aldus buiten het bereik en beheer van de curator gesteld en gehouden (onttrokken),
aan welke bovenomschreven verboden gedragingen verdachte telkens feitelijke leiding heeft gegeven;

6.

hij op 25 februari 2014 in Nederland, publicatiestukken/balansen over 2009 (04-DOC-0092) en 2010 (04-DOC -0093) en 2011 (04-DOC-0094) en 2012 (04-DOC-0095) ten name van [bedrijf 10] , zijnde elk een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt,
immers heeft hij, verdachte, toen aldaar valselijk -zakelijk weergegeven-
voornoemde publicatiestukken/balansen telkens voorzien van onjuiste bedragen bij balansposten, waaronder balansposten vorderingen en voorraden en liquide middelen en overige reserve en voorzien van een onjuist bedrag bij het balanstotaal, waardoor de schijn werd gewerkt van een financieel gezond bedrijf, terwijl in werkelijkheid de cijfers blijkens de Aangifte(n) vennootschapsbelasting ten name van [bedrijf 10] over de aangiftetijdvakken 2009 (04-DOC-0098), 2010 (04-DOC-0099) en 2011 (04-DOC-0100) en de Saldibalans tot en met december 2012 van [bedrijf 10] en het Winst & Verlies overzicht tot en met december 2012 van [bedrijf 10] (04-DOC-0104) en het Meerjarenoverzicht [bedrijf 10] over de jaren 2010, 2011 en 2012 (04-DOC-0105) en de Jaarrekening [bedrijf 10] over 2012 (04-DOC-0106) lager waren (04-AMB-0021) en terwijl het volgens de eigenaar/bestuurder van [bedrijf 10] in werkelijkheid steeds slecht ging met het bouwbedrijf,
zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken en/of door (een) ander(en) te doen gebruiken;

8.

hij in de periode van 30 januari 2014 tot en met 31 oktober 2016 in Nederland, telkens tezamen en in vereniging met [bedrijf 7] of [bedrijf 11] of [bedrijf 10] of [bedrijf 4] of [bedrijf 12] of [bedrijf 8] meermalen, telkens opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten aangiften voor de omzetbelasting ten name van nagenoemde vennootschappen en over de nagenoemde aangiftetijdvakken:
2. [bedrijf 7] over het 1e kwartaal 2014 (07-DOC-0039 blz. 9 en 07-AMB-0010) en
3. [bedrijf 11] over het 2e kwartaal 2014 (07-DOC-0029 blz. 8) en
4. [bedrijf 10] . over het 2e kwartaal 2014 (07-DOC-0027 blz. 9 en 07-AMB-0002) en
5. [bedrijf 4] over juni 2014 (07-DOC-0054 en 07-AMB-0017) en
7. [bedrijf 12] over januari 2016 (07-DOC-0048 blz. 65 t/m 67 en 07-AMB-0014) en
8. [bedrijf 8] over 3e kwartaal 2016 (07-DOC-0119 en 07-AMB-0034)
onjuist heeft gedaan,
immers heeft hij, verdachte, en [bedrijf 7] en [bedrijf 11] en [bedrijf 10] en [bedrijf 4] en [bedrijf 12] en [bedrijf 8] toen aldaar -zakelijk weergegeven- telkens opzettelijk op de bij de Belastingdienst te Apeldoorn ingeleverde aangiftebiljetten omzetbelasting over genoemde aangiftetijdvakken, telkens valselijk en in strijd met de waarheid een onjuist bedrag aan voorbelasting en een onjuist bedrag aan totaal verschuldigde omzetbelasting opgegeven en/of laten opgeven, terwijl die feiten telkens ertoe strekten dat te weinig belasting werd geheven;

9.

hij op 3 december 2013 en 7 november 2014 en 2 oktober 2015 in Nederland, telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van:
vervalste Publicatiestukken over 2009 (908-DOC-0090) en 2010 (08-DOC-0091) en 2011 (08-DOC-0092) en 2012 (08-DOC-0093 en 2013 (08-DOC-0094) en 2014 (08-DOC-0047) ten name van [bedrijf 2] , - elk zijnde een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen - als waren die geschriften telkens echt en onvervalst,
bestaande die vervalsing -zakelijk weergegeven- hierin dat:
voornoemd(e) publicatiestukken telkens waren voorzien van onjuiste bedragen bij balansposten en het balanstotaal en het resultaat, waardoor de schijn werd gewekt van een snel groeiend en financieel gezond bedrijf met veel bezittingen en reserves, terwijl [bedrijf 2] volgens de aangiften vennootschapsbelasting over 2009 tot en met 2014 geen winst maakte en verlies draaide (08-AMB-0006),
en bestaande dat gebruikmaken –zakelijk weergegeven- hierin dat:
hij, toen aldaar telkens voornoemde vervalste Publicatiestuk(ken) over 2009 en 2010 en 2011 en 2012 en 2013 en 2014 ten name van [bedrijf 2] , heeft verzonden aan de Kamer van Koophandel (08-DOC-0090 t/m 08-DOC-0094, 08-DOC-0047 en 08-AMB-0006);

10.

hij in de periode van 18 december 2015 tot en met 10 maart 2016 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen telkens door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid, [bedrijf 13] , gevestigd te ’s-Heerenberg heeft bewogen tot de afgifte van goederen, te weten de in de factuur van [bedrijf 13] aan [bedrijf 2] d.d. 29 december 2015 (08-DOC-0003) en d.d. 2 februari 2016 (08-DOC-0004) vermelde goederen, voor een totaalbedrag van 151.250 euro,
hebbende hij, verdachte, en/of zijn medeverdachte toen aldaar telkens met voren omschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- valselijk en in strijd met de waarheid
- met valse bij de Kamer van Koophandel gedeponeerde publicatiestukken ten name van [bedrijf 2] over 2009 tot en met 2014 de schijn gewekt van een snel groeiend en financieel gezond bedrijf met veel bezittingen en reserves (08-DOC-0090 t/m 08-DOC-0094 en 08-DOC-0047) en
- een valse naam gebruikt, te weten [naam] en [naam] (08-DOC-0056, 08-DOC-0057 en 08-DOC-0064) en
- zich voorgedaan als directeur van [bedrijf 2] (08-DOC-0056) en [bedrijf 15] en
- het schrijven van [bedrijf 13] inzake het overdragen van de vorderingen van [bedrijf 13] aan factoringmaatschappij, [bedrijf 14] , in verband met de betaling van de door [bedrijf 2] te kopen goederen, zogenaamd als directeur van [bedrijf 2] op 28 december 2015 ondertekend en aan [bedrijf 13] retour gezonden (08-DOC-0056, p. 1 en p. 4) en
- zich voordoende als directeur van [bedrijf 2] en [bedrijf 15] telefonische contacten gehad en mailverkeer en correspondentie met [bedrijf 13] gevoerd met betrekking tot de koop, de levering en leveringscondities van diverse goederen, waaronder gereedschappen (08-DOC-0056 t/m 08-DOC-0058) en (08-DOC-0064),
en zich aldus voorgedaan als bonafide koper, waardoor [bedrijf 13] voornoemd telkens werd bewogen tot bovenomschreven afgiften;

11.

hij in de periode van 1 oktober 2015 tot en met 31 maart 2016, in Nederland, de Publicatiejaarrekening 2014 van [bedrijf 16] (09-DOC-0037) en de Jaarrekening 2015 van [bedrijf 16] (09-DOC-0038) en de salarisspecificatie d.d. 26 oktober 2015 van [bedrijf 12] voor [medeverdachte 2] betreffende de periode van 1 t/m 25 oktober 2015 (09-DOC-0002) en de salarisspecificatie d.d. 31 december 2015 van [bedrijf 17] voor [medeverdachte 3] betreffende de maand december 2015 (09-DOC-0010) en de salarisspecificatie d.d. 23 maart 2016 van [bedrijf 12] voor [medeverdachte 4] betreffende de maand maart 2016 (09-DOC-0009), zijnde elk een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en vervalst,
immers heeft hij toen aldaar valselijk en in strijd met de waarheid -zakelijk weergegeven-
voornoemde Publicatiejaarrekening 2014 en Jaarrekening 2015 voorzien van onjuiste bedragen voor materiële vaste activa en voorraden terwijl de B.V. in werkelijkheid minder bezat en op de salarisspecificatie van [bedrijf 12] voor [medeverdachte 2] voornoemd vermeld dat deze zag op het loon betreffende de periode van 1 t/m 25 oktober 2015, terwijl [medeverdachte 2] in werkelijkheid in die periode geen werkzaamheden heeft verricht voor [bedrijf 12] en de salarisspecificatie van [bedrijf 17] voor [medeverdachte 3] voornoemd vermeld dat het hier zou gaan over het salaris betreffende de maand december 2015, terwijl [medeverdachte 3] in werkelijkheid in december 2015 geen werkzaamheden heeft verricht voor [bedrijf 17] en op de salarisspecificatie van [bedrijf 12] voor [medeverdachte 4] voornoemd vermeld dat het hier zou gaan over het loon van [medeverdachte 4] betreffende maand maart 2016, terwijl [medeverdachte 4] in werkelijkheid in maart 2016 geen werkzaamheden heeft verricht voor [bedrijf 12] ,
zulks telkens met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken en door een ander te doen gebruiken;

12.

hij op 22 februari 2016 in Nederland, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van:
- De Salarisspecificatie d.d. 31 december 2015 van [bedrijf 18] voor [medeverdachte 5] betreffende de maand december 2015 (09-DOC-00039, blz. 8) en
- Het Rapport Jaarrekening 2013 ten name van [bedrijf 18] / [medeverdachte 5] (09-Doc-0039, blz. 4 t/m 7) en
- Het Voorlopige Aangifte Biljet 2015 ten name van [medeverdachte 5] (09-DOC-0039, blz. 9 en 10)
elk zijnde een geschrift dat bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen- als waren die geschriften telkens echt en onvervalst,
bestaande die valsheid -zakelijk weergegeven- hierin dat:
op de salarisspecificatie voornoemd onjuiste bedragen aan loon waren vermeld en in het Rapport Jaarrekening 2013 voornoemd onjuiste bedragen aan netto omzet en winst waren vermeld en op het Voorlopige Aangifte Biljet 2015 een onjuist bedrag aan banksaldo was vermeld
en bestaande dat gebruikmaken -zakelijk weergegeven- hierin dat:
hij, toen aldaar voornoemde valse en vervalste Salarisspecificatie en Rapport Jaarrekening 2014 per mail heeft verzonden aan [medeverdachte 6] ( [bedrijf 19] ), ter verkrijging van een hypotheek van de ING bank voor [medeverdachte 5] .
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Overneming van de gronden (bewijsmiddelen)
De verdachte heeft ter terechtzitting van het hof verklaard dat hij zich neerlegt bij de bewezenverklaringen van de rechtbank. De verdediging heeft ter zake dan ook geen verweer gevoerd. Ingevolge artikel 423, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, neemt het hof de bewijsmiddelen van de rechtbank over uit het vernietigde vonnis, voor zover betrekking hebbend op de feiten 1, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 11 en 12. Het hof maakt deze bewijsmiddelen tot de zijne en deze dienen als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd. Omwille van de leesbaarheid is het (vernietigde) vonnis van de rechtbank als bijlage aan dit arrest gehecht.
Bewijsoverwegingen
Algemene bewijsoverwegingen
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Elk bewijsmiddel wordt – ook in zijn onderdelen – slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezenverklaarde feit, of die bewezenverklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Overneming van de gronden (bewijsoverwegingen)
Ingevolge artikel 423, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, neemt het hof de bewijsoverwegingen van de rechtbank over uit het vernietigde vonnis, voor zover betrekking hebbend op de feiten 1, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 11 en 12. Het hof maakt deze bewijsoverwegingen tot de zijne en deze dienen als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd. Omwille van de leesbaarheid is het (vernietigde) vonnis van de rechtbank als bijlage aan dit arrest gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:

valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.

Het onder 3 bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
medeplegen van als een rechtspersoon welke in staat van faillissement is verklaard, ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers van de rechtspersoon niet voldaan hebben aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 10, eerste lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 15i, eerste lid, van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en het bewaren en tevoorschijn brengen van boeken, bescheiden en andere gegevensdragers in die artikelen bedoeld.
Het onder 4 bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
feitelijk leidinggeven aan opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd.
Het onder 5 bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
feitelijk leidinggeven aan het tezamen en in vereniging plegen van het als een rechtspersoon welke in staat van faillissement is verklaard, ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers van de rechtspersoon enig goed aan de boedel onttrekken, meermalen gepleegd.
Het onder 6 bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:

valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.

Het onder 8 bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
medeplegen van opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist of onvolledig doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, meermalen gepleegd.
Het onder 9 bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd.
Het onder 10 bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:

medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.

Het onder 11 bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:

valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.

Het onder 12 bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. De feiten zijn strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Op te leggen straf
De verdediging heeft bepleit dat het hof aan de verdachte een straf zal opleggen zoals door de advocaat-generaal gevorderd, te weten: een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, waarvan 18 dagen
onvoorwaardelijk met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, een taakstraf voor de duur van 540 uren subsidiair 270 dagen hechtenis en ontzetting van het recht om het beroep van bestuurder van een rechtspersoon uit te oefenen voor de duur van 3 jaren. Daarbij is verzocht om de verdachte op basis van de door de verdediging ingebrachte stukken verminderd toerekeningsvatbaar te achten en is tevens verzocht om – voor zover het hof dit niet mocht doen en aan de verdachte een vrijheidsbenemende sanctie zou opleggen – het onderzoek ter terechtzitting te schorsen en te bevelen dat alsnog een Pro Justitia-rapport zal worden opgemaakt door een psycholoog en psychiater teneinde deze stelling nader te onderzoeken.
Daartoe is – kort weergegeven – het volgende aangevoerd.
De verdachte heeft meegewerkt aan het opsporingsonderzoek. Hij heeft een specifieke rol vervuld maar niet een rol die evident gelijkwaardig is aan die van zijn mededaders. Hij heeft veelal het plegen van strafbare feiten gefaciliteerd maar is niet het middelpunt van de fraude.
Daarnaast is sprake van een flink tijdsverloop waarbij de afwikkeling van deze strafzaak de verdachte steeds boven het hoofd hing. Desondanks heeft de verdachte lang betaald werk verricht en risicomijdend gedrag vertoont door niet meer in de financiële sector te werken. De verdachte staat nu ook anders in het leven dan ten tijde van de gepleegde feiten. Hij beperkt risico’s, zoekt hulp en verleent ook mantelzorg.
Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zal negatieve consequenties hebben voor het gezin van de verdachte, voor verdachtes mogelijkheden om door te groeien qua werk, en zal verhinderen dat hij eindelijk aan de slag kan met zijn behandeling.
Ten slotte is op basis van de door de verdediging ingebrachte stukken aannemelijk dat de verdachte lijdt aan een stoornis die – gelet op de statische aard van deze problematiek – ook
aanwezig was ten tijde van het delict en zijn handelen destijds sterk heeft gekleurd, zodat dit ertoe dient te leiden dat hij verminderd toerekeningsvatbaar wordt geacht, aldus de verdediging.
Het hof overweegt als volgt.
Het hof heeft bij het bepalen van de op te leggen straffen gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Bewezenverklaarde feiten en gevolgen daarvan
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij zich in een tijdsspanne van ruim drie jaar schuldig heeft gemaakt aan verschillende ernstige strafbare feiten, kort weergegeven:
  • valsheid in geschrift, meermalen gepleegd (telkens feit 1, 6 en 11)
  • medeplegen van het niet voldoen aan verplichtingen tot het voeren van een administratie en/of het bewaren en/of tevoorschijn brengen van boeken, bescheiden en gegevensdragers ondanks verzoek daartoe van de curator (feit 3);
  • feitelijk leidinggeven aan opzettelijk gebruikmaken van een vals geschrift, meermalen gepleegd (feit 4) en opzettelijk gebruikmaken van een vals geschrift, meermalen gepleegd (telkens feit 9 en 12);
  • feitelijk leidinggeven aan het tezamen en in vereniging plegen van bedrieglijke bankbreuk door enig goed aan de boedel te onttrekken, meermalen gepleegd (feit 5);
  • medeplegen van het opzettelijk onjuist indienen van aangiften omzetbelasting, terwijl dat ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, meermalen gepleegd (feit 8);
  • medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd (feit 10).
Door in het kader van een faillissement de administratieplicht te schenden en geld en goederen aan de boedel te onttrekken heeft de verdachte het de curator onmogelijk gemaakt het faillissement op correcte wijze af te wikkelen (feit 3) en heeft hij de schuldeisers in het faillissement benadeeld. Het vermogen dat ten goede had moeten komen aan de faillissementsschuldeisers, heeft hij voor een belangrijk deel weggesluisd naar zijn vennootschappen (€ 56.269,63 en € 90.752: feit 5).
De verdachte heeft daarnaast voor verschillende vennootschappen valse publicatiestukken opgemaakt en gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel met het doel om de schijn van kredietwaardigheid van die vennootschappen te wekken, zodat leverancierskredieten konden worden verkregen waarmee op rekening goederen konden worden besteld bij leveranciers, die vervolgens niet werden betaald. Volgens de verdachte kwam hij in contact met [medeverdachte 7] of [medeverdachte 7] en [medeverdachte 8] , die zich schuldig maakten aan flessentrekkerij via ‘vennootschapshandel’. De verdachte heeft voor hen de jaarstukken van [bedrijf 3] en [bedrijf 10] vervalst ter verkrijging van leverancierskredieten (feiten 2 en 6). “ [medeverdachte 7] kon geen cijfermateriaal leveren voor de vennootschapshandel en daarvoor werd ik gebruikt”, aldus de verdachte (V001-005, p. 22). De verdachte kreeg van [medeverdachte 8] de vraag of hij “vennootschappen kon aanleveren waar mensen vanaf wilden zodat hij die met [medeverdachte 7] / [medeverdachte 7] kon vlottrekken en leegtrekken om geld te genereren. Op deze wijze heb ik [bedrijf 10] aangebracht bij [medeverdachte 8] , zeg maar de mensen bij elkaar gebracht” (V001-006, p. 3). Aldus faciliteerde de verdachte de flessentrekkerij met [bedrijf 3] (schade circa € 28.000 euro: zaakproces-verbaal 2 [bedrijf 3] , p. 3) en [bedrijf 10] (schade circa € 850.000). Zelf heeft de verdachte zich ook zelf – na het vervalsen van de publicatiestukken – als feitelijk leidinggever of medepleger schuldig gemaakt aan soortgelijk misbruik van vennootschappen ( [bedrijf 4] : feiten 4 en 5, en [bedrijf 2] : feiten 9 en 10), waarbij de schade eveneens aanzienlijk was. Voorts heeft verdachte voor diverse (deels ‘eigen’) rechtspersonen over diverse aangiftetijdvakken opzettelijk onjuist aangifte omzetbelasting gedaan door onjuiste bedragen aan voorbelasting op te geven, waardoor de verschuldigde omzetbelasting op een lager bedrag uitkwam. Nog los van het feit dat dit ertoe strekte dat er te weinig belasting werd geheven, is voor een goede werking van het systeem voor de heffing van omzetbelasting essentieel dat kan worden uitgegaan van de betrouwbaarheid, juistheid en volledigheid van de aangiften. Het systeem van de omzetbelasting is immers mede gebaseerd op het vertrouwen dat een (rechts)persoon een juiste aangifte doet en dat de Belastingdienst op basis daarvan de verschuldigde omzetbelasting of teruggave daarvan vaststelt. Dit vertrouwen heeft de verdachte beschaamd.
Ten slotte heeft verdachte voor particulieren valse loonstroken opgemaakt die onder meer zijn gebruikt ter onderbouwing van hypotheekaanvragen. Dit heeft in het geval van [medeverdachte 5] daadwerkelijk geleid tot de verstrekking van een hypotheek ten behoeve van de financiering van een koopwoning door ING Bank. Ook hierbij geldt dat dergelijke loonstroken inzicht bieden in de mate waarin iemand in staat zal zijn om zijn betalingsverplichtingen na te komen. Door die te vervalsen, kan die inschatting niet (of onvoldoende) worden gemaakt met het risico dat ten onrechte een hypotheek wordt verstrekt en vervolgens eventueel de betalingsverplichtingen uit hoofde van die hypotheekovereenkomst niet worden nagekomen.
Aard en ernst van de feiten en omvang van de schade
Het hof hecht eraan om – gelet ook op de standpunten van de advocaat-generaal en de verdediging – te benadrukken waarom het de bewezenverklaarde feiten buitengewoon ernstig acht.
In de eerste plaats is het van belang dat in Nederland sprake is van een degelijk financieel stelsel waarin men vertrouwen moet kunnen stellen op gepubliceerde of ten behoeve van een krediet verstrekte financiële stukken, wil er sprake kunnen zijn van een gezond economisch klimaat. De verdachte heeft dit stelsel (en het vertrouwen daarin) van 2013 tot en met 2016 stelselmatig ondermijnd. Het hof rekent dit de verdachte extra aan omdat hij is opgeleid als registeraccountant en uit dien hoofde als geen ander bekend is met het belang van betrouwbare financiële cijfers. De verdachte is in 2009 persoonlijk failliet verklaard en toen ook uit het RA-register geschrapt. De afwikkeling van zijn persoonlijke faillissement duurde tot 2018. Verdachtes inkomen ging toen fors achteruit: volgens de verdachte tijdens de zitting in eerste aanleg van minimaal € 500,- per dag naar maximaal € 50,- per dag. De verdachte heeft er toen klaarblijkelijk voor gekozen om zijn skills buiten het zicht van de curator in zijn eigen faillissement op criminele wijze te gelde te maken.
Het hof rekent het de verdachte dan ook ernstig aan dat hij heeft gehandeld zoals is bewezenverklaard.
Het hof heeft bij de strafoplegging verder acht geslagen op de inhoud van het uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 23 juni 2025, betreffende het justitiële verleden van de verdachte. Hieruit blijkt dat hij eerder onherroepelijk is veroordeeld ter zake van soortgelijke strafbare feiten.
Voorts heeft het hof gelet op de overige persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Uit het onderzoek ter terechtzitting is hieromtrent gebleken dat de verdachte op het moment geen werk heeft maar zich heeft laten omscholen tot directiechauffeur, dat hij tot ongeveer eind september 2025 een WIA-uitkering ontvangt die daarna zal worden gehalveerd.
Het hof concludeert gelet op al het vorenstaande dan ook dat de verdachte zodanig lang, op zodanig grote schaal en met zodanig hoge (directe en maatschappelijke) schade heeft gehandeld, dat een afdoening zoals voorgesteld door de advocaat-generaal en de verdachte naar het oordeel van het hof geen recht doet aan de bewezenverklaarde feiten.
Verzoek tot schorsing van het onderzoek en (doen) opmaken Pro Justitia-rapport
Door de verdediging is een (voorwaardelijk) verzoek gedaan, inhoudende dat wanneer het hof aan de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf oplegt en hem niet verminderd toerekeningsvatbaar acht, het hof het onderzoek ter terechtzitting zal schorsen en zal bevelen dat een Pro Justitia-rapport zal worden opgemaakt door een psycholoog en psychiater om nader onderzoek te verrichten naar de toerekeningsvatbaarheid van de verdachte. Het hof zal niet op dit verzoek ingaan nu het hof – gelet op de onderbouwing daarvan door de verdediging aan de hand van de door de verdediging ingebrachte stukken – wil aannemen dat de verdachte ‘verminderd’ toerekeningsvatbaar was ten tijde van de bewezenverklaarde feiten en dat dit ten dele heeft bijgedragen aan het plegen van de strafbare feiten. Deze verminderde toerekeningsvatbaarheid is door het hof echter reeds in de op te leggen straf verdisconteerd.
Redelijke termijn
De redelijke termijn in eerste aanleg is aangevangen op 14 maart 2017 met de inverzekeringstelling van de verdachte, en geëindigd op 22 november 2019 met het wijzen van het vonnis waarvan beroep door de rechtbank. De redelijke termijn van 24 maanden is in eerste aanleg daarom met ongeveer 8 maanden overschreden. Van bijzondere omstandigheden die deze overschrijding kunnen rechtvaardigen is niet gebleken.
De redelijke termijn in hoger beroep is aangevangen op 4 december 2019 met het instellen van hoger beroep door de verdachte, en eindigt heden, 29 september 2025, met het wijzen van het onderhavige arrest. De redelijke termijn van 24 maanden is in hoger beroep daarom met ongeveer 3 jaar en 10 maanden overschreden. Van bijzondere omstandigheden die deze overschrijding kunnen rechtvaardigen, is niet gebleken.
Zonder overschrijding van de redelijke termijn zou het hof een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, passend en geboden hebben geacht. Gelet op voormelde overschrijding van de redelijke termijn, zal het hof de verdachte echter – alles afwegende – veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
Naar het oordeel van het hof kan niet worden volstaan met een straf zoals door de advocaat-generaal gevorderd en door de rechtbank opgelegd (32 maanden zonder aftrek wegens overschrijding van de redelijke termijn), omdat daarin de ernst van het bewezenverklaarde onvoldoende tot uitdrukking komt. Het hof wijst op de veelheid van misdrijven, de ondermijnende aard daarvan, de grote financiële schade, de veroorzaakte schending van het vertrouwen binnen het economische verkeer en de hoedanigheid van verdachte als oud-register-accountant. Ook vanuit een oogpunt van generale preventie ziet het hof aanleiding om strenger te straffen.
Ontzetting van het recht tot het uitoefenen van een beroep
Vanuit preventief oogpunt acht het hof wenselijk dat de verdachte niet meer in de hoedanigheid van bestuurder van een rechtspersoon werkzaam zal zijn. Daarom zal het hof – evenals de rechtbank – de verdachte ontzetten van het recht tot het uitoefenen van het beroep van bestuurder van een rechtspersoon, aangezien de verdachte feiten 3 en 5 in de hoedanigheid van bestuurder heeft begaan.
Het hof is van oordeel dat, in het bijzonder gelet op de aard en ernst van het bewezenverklaarde, in verband met een juiste normhandhaving en vanuit het perspectief van vergelding en generale preventie, niet kan worden volstaan met het opleggen van een andere of lichtere sanctie dan een straf die significante onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 28, 31, 47, 51, 57, 225, 326 en 341 (oud), 344a en 349 (oud) van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 68 en 69 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissingen tot vrijspraak ter zake van het onder 2, 7 en 8 (voor zover betreffende de aangiften omzetbelasting van respectievelijk [bedrijf 1] en [bedrijf 2] ) tenlastegelegde;
vernietigt het vonnis waarvan beroep voor het overige en doet opnieuw recht:
verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 11 en 12 tenlastegelegde heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het onder 1, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 11 en 12 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden;
beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
ontzetde verdachte van het
recht tot uitoefening van het beroepvan bestuurder van een rechtspersoon voor de duur van
3 (drie) jaren.
Aldus gewezen door:
mr. C.M. Hilverda, voorzitter,
mr. A.M.G. Smit en mr. M.J.M.A. van der Put, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J.A.A. Vulto, griffier,
en op 29 september 2025 ter openbare terechtzitting uitgesproken.