ECLI:NL:GHSHE:2025:2550

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
19 september 2025
Publicatiedatum
19 september 2025
Zaaknummer
20-003144-24
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Verwijzing na Hoge Raad
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak betreffende kansspelautomaten na terugverwijzing door de Hoge Raad

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 19 september 2025 uitspraak gedaan na terugverwijzing door de Hoge Raad. De zaak betreft de verdachte die werd beschuldigd van overtredingen van de Wet op de kansspelen (Wok), specifiek artikelen 30, 30t en 30b. De Hoge Raad had eerder, op 26 november 2024, het arrest van het hof van 15 februari 2023 vernietigd en de zaak terugverwezen voor herbeoordeling. Het hof oordeelde dat de computers van de verdachte, die werden gebruikt voor het afsluiten van sportweddenschappen, niet als speelautomaten of kansspelautomaten konden worden aangemerkt volgens de definitie in de Wok. De verdachte werd vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij speelautomaten had geëxploiteerd of aanwezig had gehad. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij van de beschuldigingen.

Uitspraak

Parketnummer : 20-003144-24
Uitspraak : 19 september 2025
TEGENSPRAAK

Arrest van de economische kamer van het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch

gewezen, na terugwijzing van de zaak door de Hoge Raad op het hoger beroep tegen het vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ‘s-Hertogenbosch, van 19 juni 2019, in de strafzaak met parketnummer 01-066413-18 tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1972,
wonende te [adres].
Hoger beroep
Bij het vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van
  • feit 1: ‘overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 30t, eerste lid van de Wet op de kansspelen, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd’ en
  • feit 2: ‘overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 30b, eerste lid van de Wet op de kansspelen, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd’,
veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis. Voorts zijn de bij de verdachte inbeslaggenomen waardebonnen (20 stuks) verbeurdverklaard en is bevolen dat de bij de verdachte inbeslaggenomen computers (5 stuks) en afstandsbediening zullen worden onttrokken aan het verkeer.
Namens de verdachte is op 3 juli 2019 hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Bij arrest van 15 februari 2023 (onder parketnummer 20-002052-19) is het vonnis waarvan beroep vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring kwam dan de economische politierechter. Opnieuw rechtdoende, heeft het hof bij voormeld arrest de aan de verdachte tenlastegelegde feiten bewezenverklaard, deze gekwalificeerd als:
  • feit 1: ‘overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 30t, eerste lid, van de Wet op de kansspelen, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd’ en
  • feit 2: ‘overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 30b, eerste lid, van de Wet op de kansspelen, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd’,
en te dezer zake aan de verdachte opgelegd een taakstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis. Voorts zijn de bij de verdachte inbeslaggenomen waardebonnen (20 stuks) verbeurdverklaard en is bevolen dat de bij de verdachte inbeslaggenomen computers (5 stuks) en afstandsbediening zullen worden onttrokken aan het verkeer.
Namens de verdachte is op 16 februari 2023 beroep in cassatie ingesteld tegen voormeld arrest.
De Hoge Raad heeft bij arrest van 26 november 2024 (nummer 23/00610 E) het arrest van het hof van 15 februari 2023 vernietigd en de zaak teruggewezen naar dit hof, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan. Daartoe oordeelde de Hoge Raad als volgt:
“2.3. De tenlastelegging onder 1 is toegesneden op artikel 30t lid 1 van de Wet op de kansspelen (hierna: Wok). Daarom moet worden aangenomen dat het in de tenlastelegging en bewezenverklaring voorkomende begrip ‘speelautomaten’ is gebruikt in de betekenis die dat begrip heeft in die bepaling. De tenlastelegging onder 2 is toegesneden op artikel 30b lid 1 Wok. Daarom moet worden aangenomen dat het in de tenlastelegging en bewezenverklaring voorkomende begrip ‘kansspelautomaten’ is gebruikt in de betekenis die dat begrip heeft in die bepaling.
2.4.1.
De volgende bepalingen zijn van belang:
- artikel 30, aanhef en onder a tot en met c, Wok:
“In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. speelautomaat: een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;
b. behendigheidsautomaat: een speelautomaat waarvan het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen en het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de spelduur verlengd of het recht op gratis spelen verkregen wordt;
c. kansspelautomaat: een speelautomaat, die geen behendigheidsautomaat is.”
- artikel 30b lid 1, aanhef en onder b, Wok:
“1. Het is verboden, behoudens het in deze Titel bepaalde, zonder vergunning van de burgemeester een of meer kansspelautomaten aanwezig te hebben
b. op voor het publiek toegankelijke plaatsen.”
- artikel 30t lid 1, aanhef en onder b en c, Wok:
“1. Het is verboden een of meer speelautomaten, die niet overeenstemmen met het door de raad van bestuur, bedoeld in artikel 33a, toegelaten model daarvan en die niet ten bewijze daarvan zijn voorzien van het ingevolge artikel 30r, eerste lid, met betrekking tot die toelating vastgestelde merkteken:
b. te exploiteren;
c. aanwezig te hebben op plaatsen of in inrichtingen als bedoeld in artikel 30b, eerste lid.”
2.4.2.
Uit artikel 30 Wok volgt dat een ‘kansspelautomaat’ een speelautomaat betreft, die geen behendigheidsautomaat is. Onder ‘speelautomaat’ wordt verstaan ‘een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen’. Op grond van de geschiedenis van de totstandkoming van artikel 30 Wok, zoals weergegeven in het arrest van de Hoge Raad van 2 februari 2021, ECLI:NL:HR:2021:157, moet worden aangenomen dat dit vereiste met zich brengt dat het spel zelf moet bestaan uit een mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, dat door de speler in werking wordt gesteld.
2.5.
Het hof heeft vastgesteld dat de in het reisbureau van de verdachte aanwezige computers uitsluitend werden gebruikt om, via de daarop geïnstalleerde software, weddenschappen op (voetbal)wedstrijden af te sluiten en dat vervolgens aan de hand van de daadwerkelijke sportuitslagen werd bepaald of tot uitkering van een geldbedrag moest worden overgegaan. Het hof heeft geoordeeld dat deze computers kunnen worden aangemerkt als ‘kansspelautomaten’, zijnde ‘speelautomaten’. Dat oordeel getuigt – mede in het licht van de genoemde wetsgeschiedenis – van een onjuiste rechtsopvatting. Uit de vaststellingen van het hof volgt niet dat sprake was van een toestel dat is ‘ingericht voor de beoefening van een spel dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces’ in de zin van artikel 30 Wok. Bij een sportweddenschap (vgl. artikel 15 lid 2 Wok) is het ‘spel’ immers de sportwedstrijd waarop de weddenschap wordt afgesloten en niet een door de speler in werking gesteld proces als in die bepaling bedoeld.
Dat een computer (mede) is bestemd voor het afsluiten van sportweddenschappen brengt dan ook niet mee dat deze is aan te merken als een ‘speelautomaat’ en dus ook niet als een ‘kansspelautomaat’ in de zin van artikel 30 Wok.”
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, de verdachte zal vrijspreken van de aan hem tenlastegelegde feiten.
De raadsman van de verdachte heeft integrale vrijspraak bepleit.
Vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen, omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt dan de economische politierechter.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg, tenlastegelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 15 oktober 2015 tot en met 18 november 2017 te Oss al dan niet opzettelijk een of meer speelautomaten (in het dossier van de politie aangeduid als PC1, PC2 en PC3), die niet overeenstemmen met het door de raad van bestuur, bedoeld in artikel 33a van de Wet op de kansspelen, toegelaten model daarvan en die niet ten bewijze daarvan zijn voorzien van het ingevolge artikel 30r van de Wet op de kansspelen, eerste lid, met betrekking tot die toelating vastgestelde merkteken
  • heeft geëxploiteerd en/of
  • aanwezig heeft gehad op plaatsen of in inrichtingen als bedoeld in artikel 30b, eerste lid, van de Wet op de kansspelen;
2.
hij in of omstreeks de periode van 15 oktober 2015 tot en met 18 november 2017 te Oss al dan niet opzettelijk in een niet voor het publiek toegankelijke inrichting waarvoor ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet een vergunning vereist was en/of waarin een horecabedrijf werd uitgeoefend of op een voor het publiek toegankelijke plaats, te weten een belhuis en/of reisbureau, in elk geval in het pand gelegen aan de [adres 1] en/of [adres 2], zonder (geldige) vergunning van de burgemeester, één of meer kansspelautomaten, te weten 3 speelautomaten voorzien van (een computer en) software waarmee sportweddenschappen afgesloten kunnen worden (in het dossier van de politie aangeduid als PC1, PC2 en PC3), aanwezig heeft gehad.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Gelet op de overwegingen van de Hoge Raad in zijn arrest van 26 november 2024, zoals die hiervoor onder “Hoger beroep” zijn opgenomen, acht het hof niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte (een) speelautoma(a)t(en), als bedoeld in artikel 30, aanhef en onder a, van de Wet op de kansspelen, heeft geëxploiteerd en/of aanwezig heeft gehad, een en ander zoals onder 1 is tenlastegelegd, en acht het hof niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte (een) kansspelautoma(a)t(en), als bedoeld in artikel 30, aanhef en onder c, van de Wet op de kansspelen, aanwezig heeft gehad, een en ander zoals onder 2 is tenlastegelegd, zodat de verdachte van deze feiten behoort te worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Aldus gewezen door:
mr. A.R. Hartmann, voorzitter,
mr. A.M.G. Smit en mr. A.C. Bosch, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S. Kerssies, griffier,
en op 19 september 2025 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. A.M.G. Smit is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.