ECLI:NL:GHSHE:2025:2259
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Op tegenspraak
- C.A. van Roosmalen
- A. Muller
- R.A.T.M. Dekkers
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens termijnoverschrijding in diefstalzaak
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 13 augustus 2025 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die eerder door de politierechter in de rechtbank Limburg was veroordeeld voor diefstal. De politierechter had de verdachte op 30 oktober 2024 veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld, maar het hof heeft geoordeeld dat dit hoger beroep tardief was, omdat het pas op 7 maart 2025 was ingesteld, terwijl de termijn voor het instellen van hoger beroep veertien dagen na betekening van het verstekvonnis op 15 december 2024 was verstreken.
De raadsvrouw van de verdachte heeft betoogd dat de termijnoverschrijding verontschuldigbaar was, omdat de verdachte zich in een moeilijke periode bevond met alcohol- en drugsproblematiek. Het hof heeft echter geoordeeld dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die de termijnoverschrijding verontschuldigbaar maken. De verdachte had bekend moeten zijn met de inhoud van het verstekvonnis en de termijn voor het instellen van hoger beroep, die in de wet is vastgelegd. Het hof heeft het verweer van de raadsvrouw verworpen en de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep.
De beslissing van het hof is dat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn hoger beroep, wat betekent dat de eerdere veroordeling van de politierechter in stand blijft. Deze uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, met mr. C.A. van Roosmalen als voorzitter en mr. A. Muller en mr. R.A.T.M. Dekkers als raadsheren, in aanwezigheid van griffier mr. E.E. Vrieler.