Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
42 (tweeënveertig) maanden.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarbij de verdachte is veroordeeld voor het medeplegen van het handelen in strijd met de Opiumwet. De verdachte, geboren in 2002, was betrokken bij het opzettelijk aanwezig hebben van aanzienlijke hoeveelheden verdovende middelen, waaronder 108,7 kilogram MDMA en 40 kilogram hasjiesj. De rechtbank had de verdachte een gevangenisstraf van 30 maanden opgelegd, maar de advocaat-generaal vorderde in hoger beroep een straf van 42 maanden. De verdediging pleitte voor integrale vrijspraak of, subsidiair, een lichtere straf. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en de eerder opgelegde straf van 30 maanden vernietigd, maar heeft de verdachte uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden, met aftrek van voorarrest. Het hof overwoog daarbij de ernst van de feiten, de jeugdige leeftijd van de verdachte en de omstandigheden van de medeverdachte, die zijn vader is. Het hof constateerde ook een schending van de redelijke termijn voor berechting, maar zag geen aanleiding voor strafvermindering. De uitspraak werd gedaan op 24 januari 2025.