Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hij, meermalen, althans eenmaal, in of omstreeks de periode van 22 mei 2017 tot en met 1 september 2019 te Reusel, gemeente Reusel-De Mierden, in elk geval in het arrondissement Oost-Brabant, ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig kind, te weten [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 1] , door (telkens):
- de (ontblote) borsten en/of (ontblote) vagina, in elk geval het lichaam van die [slachtoffer 2] (onder de kleding) te betasten en/of
- (een) vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer 2] te brengen;
hij, meermalen, althans eenmaal, in of omstreeks de periode van 22 mei 2017 tot en met 1 juni 2020 te Reusel, gemeente Reusel-De Mierden, althans in het arrondissement Oost-Brabant, ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig kind, te weten [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] , door (telkens):
- de (ontblote) borsten en/of (ontblote) vagina, in elk geval het lichaam van die [slachtoffer 1] (onder de kleding) te betasten en/of
- zichzelf af te trekken in de directe nabijheid van die [slachtoffer 1] .
hij, meermalen, in de periode van 22 mei 2017 tot en met 1 september 2019 in het arrondissement Oost-Brabant ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig kind, te weten [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 1] , door:
- telkens de (ontblote) borsten en/of (ontblote) vagina van die [slachtoffer 2] (onder de kleding) te betasten en
- eenmaal een vinger in de vagina van die [slachtoffer 2] te brengen;
hij, meermalen, in de periode van 22 mei 2017 tot en met 1 juni 2020 in het arrondissement Oost-Brabant ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig kind, te weten [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] , door:
- telkens de (ontblote) borsten en/of (ontblote) vagina van die [slachtoffer 1] (onder de kleding) te betasten en
- eenmaal zichzelf af te trekken in de directe nabijheid van die [slachtoffer 1] .
1..
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 juni 2020 met bijlagen, dossierpagina’s 54-57, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 2] :
- Bij [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] .
En dan?
- [getuige 1] kwam naar boven omdat de meiden aan het huilen waren. De kinderen zeiden ook tegen [getuige 1] wat er was gebeurd.
- Ja op 2e Pinksterdag (…) zag ik dat de fiets van [slachtoffer 1] voor de deur stond. [slachtoffer 1] zat binnen helemaal in paniek huilend op de bank. [slachtoffer 1] zei snikkend dat pappa weer aan haar gezeten had. Pappa had terwijl ze sliep in de auto aan de borsten gezeten. [slachtoffer 1] had gezegd: "Pappa wat ben je aan het doen?". Hij had gezegd: "Niks niks". Thuisgekomen was ze op de bank gaan liggen en in slaap gevallen. Hij was toen naast haar gaan liggen en had haar gevingerd terwijl hij zich had afgetrokken. Ze vertelde dat ze haar GSM naast haar had liggen en dat ze een knopje nog had in kunnen duwen en had opgenomen. Ze zei toen: "Mamma ik heb bewijs eindelijk heb ik bewijs dat pappa aan mij heeft gezeten". Ik weet dat op een gegeven moment [slachtoffer 1] naar [slachtoffer 2] was gerend en dat ze had gezegd: " [slachtoffer 2] pappa heeft aan me gezeten, ik moet hier weg". Hierop is ze met de fiets naar ons gekomen. Maar ze had haar GSM in de haast daar laten liggen. Later hebben wij gevraagd waar de telefoon was. Hij zei toen dingen als dat hij naar de reparateur was en dat hij die in het weiland had gegooid.
het hof begrijpt:hem). [slachtoffer 2] krijgt die berichten ook binnen.
4..
Het proces-verbaal van verhoor d.d. 10 juni 2020, dossierpagina’s 81-90, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [slachtoffer 1] :
Postcode plaats: [adres 2]
5..
Het proces-verbaal van verhoor d.d. 10 juni 2020, dossierpagina’s 91-101, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [slachtoffer 2] :
Postcode plaats: [adres 3]
6..
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 juni 2020, dossierpagina’s 22-23, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 3] :
7..
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 oktober 2020, dossierpagina’s 29-35, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
Hof: de GPS-locaties betreffen achtereenvolgens:
- Op 1 juni 2020 vanaf 16:59 uur: [adres 2] (woonadres verdachte), Noord Brabantlaan Eindhoven (Mac Donalds vestiging), weer [adres 2] ;
- Op 2 juni 2020 vanaf 07:48 uur: Randweg-Oost Budel, Havenweg Budel-Dorplein, [adres 4] , [adres 5] (AH), [adres 6] (Boerenbond), [adres 2] , [adres 7] , [adres 8] , [adres 2] ;
- Op 3 juni 2020 vanaf 14:47 uur: [adres 9] en vanaf 15:49 uur [adres 2] .
8..
Het proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van het gerechtshof ’s- Hertogenbosch, zesde meervoudige kamer voor strafzaken, van 8 januari 2025, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte [verdachte] :
9..
Het proces-verbaal van verhoor van getuigen door de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Oost-Brabant, d.d. 14 juni 2023, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [slachtoffer 1] :
10..
Het proces-verbaal van verhoor van getuigen door de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Oost-Brabant, d.d. 14 juni 2023, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [slachtoffer 2] :
[betrokkene 2] en de inhoud van de gesprekken met Veilig Thuis zijn te herleiden naar [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] als bron. De door de rechter-commissaris gehoorde getuigen hebben niet op grond van eigen waarneming de verklaringen van [slachtoffer 1] kunnen bevestigen. Hetgeen over de waargenomen emoties bij [slachtoffer 1] is verklaard is dermate verschillend dat daaraan geen bewijs voor het tenlastegelegde kan worden ontleend. Er is aldus volgens de raadsman geen steunbewijs voor het tenlastegelegde aanwezig.
Ten overstaan van de rechter-commissaris heeft [slachtoffer 1] in min of meer gelijkluidende zin als bij de politie verklaard en daaraan toegevoegd dat de verdachte in 2017 en daarna soms middenin de nacht naar haar toe kwam en haar aanraakte bij haar borsten en/of vagina.
[slachtoffer 1] heeft op 10 juni 2020 bij de politie verder verklaard dat zij in de zomer van 2019 heeft gezien dat de verdachte haar zus [slachtoffer 2] heeft aangeraakt bij haar vagina. Daarnaast heeft zij tegenover de rechter-commissaris op 14 juni 2023 bevestigd dat zij, nadat zij en haar zus aan het zwemmen waren, heeft gezien dat de verdachte [slachtoffer 2] aanraakte. Dat was in ieder geval voor 2020, aldus getuige [slachtoffer 1] . Dat [slachtoffer 1] drie jaar later bij de rechter-commissaris dit incident iets anders beschrijft in die zin dat de verdachte toen min of meer op haar lag en beiden aan de onderkant naakt waren, maakt haar verklaring gezien het tijdsverloop niet onbetrouwbaar, zoals de verdediging heeft aangevoerd. De kern is en blijkt gelijkluidend.
Bij de rechter-commissaris heeft [slachtoffer 2] verklaard dat zij door de verdachte in de periode van 2017 tot en met 2019 seksueel is aangeraakt.
Op Tweede Pinksterdag in het jaar 2020 zag [getuige 2] dat [slachtoffer 1] in paniek huilend op de bank zat en dat zij tegen haar zei dat de verdachte aan haar borsten had gezeten, haar had gevingerd en zich tegelijkertijd had afgetrokken. [slachtoffer 1] had het voorval opgenomen en zei tegen haar dat ze nu eindelijk bewijs had dat de verdachte aan haar had gezeten.
ontucht plegen met zijn minderjarig kind, meermalen gepleegd.
ontucht plegen met zijn minderjarig kind, meermalen gepleegd.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
15 (vijftien) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
€ 10.000,00 (zegge: tienduizend euro)als vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 september 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 10.000,00 (zegge: tienduizend euro)aan immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 september 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 85 (vijfentachtig) dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
€ 10.000,00 (zegge: tienduizend euro)als vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 juni 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 10.000,00 (zegge: tienduizend euro)aan immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 juni 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 85 (vijfentachtig) dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;