Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
met iemand van wie hij weet dat hij in staat van lichamelijke onmacht verkeert, handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd’ (feit 1)en
‘met iemand van wie hij weet dat hij in staat van lichamelijke onmacht verkeert en aan een zodanige verstandelijke handicap lijdt dat hij niet of onvolkomen in staat is zijn wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd’ (feit 2), de verdachte deswege strafbaar verklaard en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht en een proeftijd van 5 jaren. Voorts heeft de rechtbank aan het voorwaardelijk strafdeel bijzondere voorwaarden verbonden.
het duwen/brengen van zijn, verdachtes, penis in de vagina van die [slachtoffer 2] en/of
het duwen/brengen van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer 2] en/of
het duwen/brengen van zijn, verdachtes, penis in de anus van die [slachtoffer 2] en/of
het duwen/brengen van zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer 2] en/of
het betasten van en/of knijpen in de borsten van die [slachtoffer 2] en/of
het betasten van en/of strelen van de billen van die [slachtoffer 2] en/of
het met zijn, verdachtes, penis duwen tegen en/of bewegen tussen de billen van die [slachtoffer 2] .
het duwen/brengen van zijn, verdachtes, penis in de vagina van die [slachtoffer 2] en
het duwen/brengen van zijn, verdachtes, vingers in de vagina van die [slachtoffer 2] en
het duwen/brengen van zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer 2] en
het betasten van en/of knijpen in de borsten van die [slachtoffer 2] en
het betasten van en/of strelen van de billen van die [slachtoffer 2] .
sole and decisive’is voor het bewijs. Nu [slachtoffer 2] is overleden en er geen mogelijkheden zijn om de verdediging daarvoor te compenseren, dient haar verklaring te worden uitgesloten van het bewijs.
(hierna: EVRM)voortvloeiende ondervragingsrecht houdt het recht in om getuigen à charge te (doen) ondervragen, waarbij de verdachte een ‘adequate and proper opportunity’ moet worden geboden om ‘practical and effective’ deze getuigen te kunnen ondervragen, ter toetsing van diens ‘reliability’ en ‘credibility’. Dat recht is echter niet absoluut. Ook zonder een dergelijke ondervragingsgelegenheid kunnen belastende verklaringen voor het bewijs worden gebruikt zonder dat dan sprake is van een oneerlijk strafproces. Het gebruik van belastende verklaringen voor het bewijs is in overeenstemming met het in artikel 6, eerste lid, EVRM gewaarborgde recht op een eerlijk proces, mits voldaan wordt aan het door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens
(hierna: EHRM)ontwikkelde toetsingskader (vgl. EHRM (Grote Kamer) 15 december 2011, appl. Nos. 26766/05 & 22228/06, Al-Khawaja & Tahery vs. Verenigd Koninkrijk en EHRM (Grote Kamer) 15 december 2015, appl. No. 9154/10, Schatschaschwili vs. Duitsland). Dat toetsingskader houdt de drie volgende beoordelingsaspecten in, die met elkaar verbonden zijn en samengenomen bepalen of een procedure als geheel eerlijk is geweest:
‘sole or decisive’aan een eventuele veroordeling ten grondslag ligt en of er sprake is van voldoende andere factoren die het niet horen van de getuige compenseren zodat het proces als geheel een eerlijk proces is.
gevangenisstrafvoor de duur van
1095 (duizend vijfennegentig) dagen.
297 (tweehonderdzevenennegentig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
5 (vijf) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 5 (vijf) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
- dat de veroordeelde zich binnen drie werkdagen na het onherroepelijk worden van dit arrest, dient te melden bij Reclassering Nederland via telefoonnummer [telefoonnummer] . De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- dat de veroordeelde zich ambulant laat behandelen door forensische psychiatrische polikliniek [instelling] , of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
- dat de veroordeelde binnen [woonvorm] of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang verblijft, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd niet binnen zorginstellingen die geen onderdeel uitmaken van zijn forensisch traject bevindt.
dadelijk uitvoerbaaris.