Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 1] hoofdelijk kan worden toegewezen tot een bedrag van € 22.296,00 te vermeerderen met de wettelijke rente, alsook met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, en tot de niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij in de vordering voor het overige;
- de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 2] hoofdelijk kan worden toegewezen tot een bedrag van € 24.736,00 te vermeerderen met de wettelijke rente, alsook met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, en tot de niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij in de vordering voor het overige.
zij in of omstreeks de periode van 1 februari 2020 tot en met 3 juni 2020
te ’s-Hertogenbosch en/of Best en/of Oss en/of Uden en/of Schijndel
en/of Geleen en/of Veghel en/of Breda en/of Helmond en/of Oosterhout
en/of Reusel en/of Sint Oedenrode en/of elders in Nederland en/of te
Mol en/of elders in België
Wetboek van Strafrecht genoemde middelen, te weten door dwang en/of
geweld en/of een andere feitelijkheid en/of dreiging met geweld of een
andere feitelijkheid en/of door afpersing en/of door fraude en/of door
misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden
voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie,
met het oogmerk van uitbuiting (sub 1), en/of
verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) dan wel enige
handeling heeft ondernomen waarvan zij, verdachte, wist of
beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van
seksuele aard) (sub 4), en/of
[slachtoffer 3] (sub 6),
geweld of een andere feitelijkheid heeft/hebben bestaan uit:
- het brengen en/of houden van die [slachtoffer 3] in een positie waar die
[slachtoffer 3] afhankelijk van verdachte en/of haar mededader(s) was voor
het hebben van onderdak,
bestaan uit (onder andere):
- het bijhouden en/of in ontvangst nemen van de opbrengsten uit de
prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 3] ;
zij in of omstreeks de periode van 17 augustus 2018 tot en met 31 oktober 2018
[slachtoffer 2] en/of
[slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 4] ,
Wetboek van Strafrecht genoemde middelen, te weten door dwang en/of
geweld en/of een andere feitelijkheid en/of dreiging met geweld of een
andere feitelijkheid en/of door afpersing en/of door fraude en/of door
misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden
voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie,
opgenomen met het oogmerk van uitbuiting (sub 1), en/of
verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) dan wel enige
handeling heeft ondernomen waarvan zij, verdachte, en/of haar
mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die
[slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 4] zich daardoor
beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid of
diensten (van seksuele aard) (sub 4), en/of
mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van seksuele
handelingen van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 4]
met of voor een derde tegen betaling (sub 9),
[slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 4] (sub 6),
geweld of een andere feitelijkheid heeft/hebben bestaan uit:
- het brengen en/of houden van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 4] in een positie waar zij afhankelijk van verdachte en/of
haar mededader(s) was/waren voor het hebben van onderdak,
bestaan uit:
- het regelen en/of maken van foto’s voor de advertentie(s) van die
[slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 4] op [website] en/of
- het regelen/maken van (een) advertentie(s) op [website] voor die
[slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 4] en/of
- het boeken en/of betalen en/of ter beschikking stellen van
hotelkamer(s) en/of chalet(s) als werkplek voor die [slachtoffer 2]
en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 4] en/of
- het bijhouden en/of in ontvangst nemen van de opbrengsten uit de
prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 4] en/of
- het begeleiden/brengen van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 4] bij/naar escortwerkzaamheden;
- het begeleiden van die [slachtoffer 2] bij het kopen van lingerie en/of
- het regelen van medicatie (voor borderline) voor die [slachtoffer 1] ;
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 17 augustus 2018 tot en met 3 juni 2020 te ’s- Hertogenbosch en/of Uden en/of Eindhoven en/of Geldrop en/of Arnhem en/of elders in Nederland en/of te Mol en/of elders in België
uit seksuele uitbuiting van [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 5] ), de werkelijke aard, de
herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing
heeft verborgen en/of verhuld en/of heeft verborgen en/of verhuld
wie de rechthebbende op voormeld(e) voorwerp(en) was, en/of
seksuele uitbuiting van [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 4]
en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 5] ), heeft verworven en/of voorhanden gehad en/of
overgedragen en/of omgezet en/of van voormeld(e) voorwerp(en)
gebruik heeft gemaakt,
voorwerp (en) geheel of gedeeltelijk – onmiddellijk of middellijk –
afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf;
voorwerpen, te weten diverse geldbedragen (opbrengsten uit seksuele uitbuiting van [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 3] ),
voorwerpen onmiddellijk afkomstig waren uit enig eigen misdrijf.
Ten aanzien van feit 1: mensenhandel [slachtoffer 3]
Een andere feitelijkheid
Misleiding
Misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht
Misbruik van een kwetsbare positie
(‘ik maak me eigen brood kapot als ik controle niet houd’). Zelfs op het moment [medeverdachte 1] preventief gedetineerd was, stuurde hij [slachtoffer 3] nog aan. De verdachte heeft zich in die periode ook niet onbetuigd gelaten en heeft vanaf 4 mei 2020 ‘waargenomen’ voor [medeverdachte 1] door die aansturing van [slachtoffer 3] gedeeltelijk over te nemen.
‘the kechs are working’en over
‘andere kechs’regelen. Weliswaar zijn er tekstberichten afkomstig van de telefoon van de verdachte die mogelijk door [medeverdachte 1] zijn gestuurd, maar dat alle genoemde berichten wel vanaf haar telefoon, maar door of op verzoek van [medeverdachte 1] zouden zijn verzonden en dat zij daartoe onder druk werd gezet door [medeverdachte 1] , acht het hof niet aannemelijk. Het hof wijst in dat kader bovendien op de in het dossier aanwezige spraakberichten van de verdachte aan [slachtoffer 1] waarin zij pogingen blijft doen om haar in de prostitutie te houden.
Een andere feitelijkheid
‘zorgen voor screens’waarmee zijn relatie over zou gaan, omdat
‘die domme hoer wil stoppen’. Op die manier heeft zij geprobeerd om [slachtoffer 1] als prostituee aan het werk te houden.
Misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht
Misbruik van een kwetsbare positie
‘kechs’moet regelen.
Ten aanzien van feit 3: medeplegen van eenvoudig witwassen
medeplegen van eenvoudig witwassen, meermalen gepleegd.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden;
17 (zeventien) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis;
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] :
€ 20.748,00 (twintigduizend zevenhonderdachtenveertig euro)bestaande uit € 17.748,00 (zeventienduizend zevenhonderdachtenveertig euro) als vergoeding van materiële schade en € 3.000,00 (drieduizend euro) als vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 oktober 2018 tot aan de dag der algehele voldoening en bepaalt dat de verdachte met haar mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is;
€ 20.748,00 (twintigduizend zevenhonderdachtenveertig euro)bestaande uit € 17.748,00 (zeventienduizend zevenhonderdachtenveertig euro) aan materiële schadevergoeding en € 3.000,00 (drieduizend euro) aan immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 oktober 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 138 (honderdachtendertig) dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] :
€ 17.799,05 (zeventienduizend zevenhonderdnegenennegentig euro en vijf cent)bestaande uit € 14.799,05 (veertienduizend zevenhonderdnegenennegentig euro en vijf cent) als vergoeding van materiële schade en € 3.000,00 (drieduizend euro) als vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 oktober 2018 tot aan de dag der algehele voldoening en bepaalt dat de verdachte met haar mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is;
€ 17.799,05 (zeventienduizend zevenhonderdnegenennegentig euro en vijf cent)bestaande uit € 14.799,05 (veertienduizend zevenhonderdnegenennegentig euro en vijf cent) aan materiële schadevergoeding en € 3.000,00 (drieduizend euro) aan immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 oktober 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 123 (honderddrieëntwintig) dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;