Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
[minderjarige] (hierna: [minderjarige] ),
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
subsidiairverzoek in hoger beroep met één productie ingediend. De moeder verzoekt
subsidiaireen zorg- en contactregeling tussen haar en [minderjarige] vast te stellen, waarbij [minderjarige] bij de moeder verblijft in de oneven weken van vrijdag na school tot zondag 18:30 uur, waarbij de vader zorg zal dragen voor het halen en brengen van [minderjarige] , althans een zorg- en contactregeling vast te stellen die het hof juist acht.
- de moeder, bijgestaan door mr. Hermans;
- de vader;
- de raad, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de raad] .
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 20 februari 2024;
- het V6-formulier met bijlage van 12 november 2024 ingediend door de advocaat van de moeder.
3.De beoordeling
primaireverzoek in hoger beroep over de hoofdverblijfplaats van [minderjarige] , ingetrokken. Het hof maakt hieruit op dat de moeder haar grief ten aanzien van de hoofdverblijfplaats van [minderjarige] niet langer handhaaft. Dit brengt met zich dat het hof de moeder niet-ontvankelijk zal verklaren in haar
primaireverzoek in hoger beroep. Dit betekent dat alleen nog het
subsidiaireverzoek in hoger beroep van de moeder over de vast te stelen zorg- en contactregeling tussen haar en [minderjarige] aan het hof voorligt.
subsidiairom die omgedraaide zorg- en contactregeling in een beschikking vast te leggen. Omdat uit het voorgaande volgt dat de zorg- en contactregeling tussen [minderjarige] en zijn ouders al in de procedure bij de rechtbank aan de orde was, mag de moeder als belanghebbende dit verzoek in hoger beroep doen. De moeder is in zoverre ontvankelijk in haar
subsidiaireverzoek in hoger beroep, waardoor het hof aan de inhoudelijke beoordeling hiervan toekomt. Het hof overweegt hieromtrent het volgende.
4.De beslissing
- stelt, onder wijziging van de (eerder geldende en bij partijen genoegzaam bekende) regeling tussen de vader en de moeder over de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken, een minimale regeling tussen de vader en de moeder met betrekking tot [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2009 te [geboorteplaats] vast, waarbij [minderjarige] één zaterdag of zondag per maand van 11.00 uur tot 19.00 uur bij de moeder verblijft;
- bepaalt dat de vader [minderjarige] ter uitvoering van de hiervoor genoemde regeling naar de moeder brengt en de moeder [minderjarige] na het contactmoment weer naar de vader terugbrengt;