Uitspraak
- ‘bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht (eendaadse samenloop)’ (parketnummer 02-171031-21, feit 1 subsidiair en feit 2);
- ‘mishandeling’ (parketnummer 02-047176-20, feit 1), en
- ‘eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd’ (parketnummer 02-047176-20, feit 2),
hij op of omstreeks 28 juni 2021 te Vlissingen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] (politieambtenaar van de politie Zeeland- West-Brabant) opzettelijk van het leven te beroven, dan wel zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, die [slachtoffer 1] bij de nek/hals heeft gegrepen en/of achterover heeft getrokken en/of daarbij/vervolgens een mes op/tegen/in de nek/hals heeft gezet/geduwd en/of daarbij in het Arabisch en/of Engels te schreeuwen en/of te roepen "schiet me dood dan" en/of "schiet me dood, schiet me dood", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 28 juni 2021 te Vlissingen, [slachtoffer 2] (politieambtenaar van de politie Zeeland-West-Brabant) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door de zich in de nabijheid van die [slachtoffer 2] bevindende [slachtoffer 1] bij de nek/hals te grijpen en/of achterover te trekken en/of daarbij/vervolgens een mes op/tegen/in de nek/hals te zetten/duwen en/of daarbij in het Arabisch en/of Engels te schreeuwen en/of te roepen "schiet mij dood dan" en/of "schiet me dood, schiet me dood", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
hij op of omstreeks 22 februari 2020 te Middelburg, [slachtoffer 3] heeft mishandeld door deze meermalen, althans eenmaal, op/tegen het hoofd te slaan en/of te stompen en/of te stoten;
hij op of omstreeks 22 februari 2020 te Middelburg, opzettelijk meerdere, althans een, ambtena(a)r(en), te weten [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] (respectievelijk hoofdagent en/of aspirant van politie Eenheid Zeeland-West-Brabant), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, in zijn/haar/hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/haar/hen de woorden toe te voegen: "You fucking motherfuckers" en/of "You racist pigs", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
hij op 28 juni 2021 te Vlissingen, [slachtoffer 2] (politieambtenaar van de politie Zeeland-West-Brabant) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door de zich in de nabijheid van die [slachtoffer 2] bevindende [slachtoffer 1] bij de hals te grijpen en achterover te trekken en vervolgens een mes op/tegen de hals te zetten en daarbij in het Arabisch en/of Engels te schreeuwen "schiet mij dood dan" en/of "schiet me dood, schiet me dood", althans woorden van gelijke aard en/of strekking.
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 1 juli 2021, dossierpagina’s 58 tot en met 63, voor zover inhoudende als verklaring van aangever [slachtoffer 1] :
(het hof begrijpt: getuige [getuige 1] )rijden. Hij rijdt in de richting van de Paul Krugerstraat. [slachtoffer 2]
(het hof begrijpt telkens: aangever [slachtoffer 2] )ziet dat deze jongen een mobiele telefoon in zijn hand had. De jongen fietst de Jozef Israëlslaan in. Wij besluiten om deze jongen te laten stoppen en hem een bekeuring aan te zeggen. (…) Ik ben toen uitgestapt en stond meteen bij die jongen. [slachtoffer 2] stapte uit en kwam bij mij en die jongen staan. Dan sta ik met mijn gezicht naar die jongen toe en [slachtoffer 2] staat aan de andere kant van die jongen. Het was een normaal bekeuringsgesprek.
Letselrapportage Forensische Geneeskunde GGD HvB/WB/Zeeland, met als bijlagen foto’s van de hals van aangever [slachtoffer 1] , d.d. 29 juni 2021, dossierpagina’s 64 tot en met 70:
Het proces-verbaal onderzoek wapens en munitie d.d. 19 juli 2021, dossierpagina’s 128 en 129, voor zover inhoudende als relaas van [verbalisant 4] :
Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 28 juni 2021, dossierpagina’s 80 en 81, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige 1] :
(toevoeging hof: te Vlissingen)op de fiets en zette muziek op mijn telefoon en sloeg af richting de Jozef Israëlslaan. Ik hoorde een auto voorbij rijden en zag dat het een politieauto was. Ze deden het raam open en stopten en ik stopte ook. Ik had een gesprek met de politie over het gsm in mijn hand houden en dat ik mijn ID niet bij me had. Ik zou een bekeuring krijgen voor de gsm en het gesprek was rustig. Het was een oudere en een jongere politieagent.
Het proces-verbaal aangifte d.d. 1 juli 2021, dossierpagina’s 71 tot en met 75, voor zover inhoudende als verklaring van aangever [slachtoffer 2] :
(het hof begrijpt telkens: aangever [slachtoffer 1] )dat ik hem wel even achterna zou rijden en [slachtoffer 1] kon hem dan aanspreken vanuit de politieauto. Die jongen was best aan het slingeren, waardoor we besloten om hem een bekeuring te geven. Op de T-splitsing met de Jozef Israëlslaan en de Bloemenlaan was de weg breed genoeg zodat ik er met de politieauto snel en veilig langs die jongen kon rijden. Toen [slachtoffer 1] was uitgestapt ben ik ook uitgestapt. De afstand tussen mij en de jongen betrof 2 meter en tussen de jongen en [slachtoffer 1] ook 2 meter. Ik stond dus 4 meter van [slachtoffer 1] vandaan. We stonden alle drie op het trottoir.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 2] ten overstaan van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, d.d. 11 februari 2022, voor zover inhoudende als verklaring van de getuige:
(het hof begrijpt: de raadsman van de verdachte)vraagt mij of ik heb gezien dat de verdachte mijn collega vastpakte. Ja.
Het proces-verbaal van verhoor van de verdachte van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, d.d. 2 juli 2021, toetsing rechtmatigheid inverzekeringstelling en vordering tot bewaring, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
Het proces-verbaal ter terechtzitting van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg d.d. 17 maart 2022, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
(op 28 juni 2021, toevoeging hof)zag ik een man met een donkere huidskleur staan. Ik heb bepaalde aannames gemaakt en ik dacht niet helder na. Ik reageerde best wel impulsief. Ik pakte [slachtoffer 1] vast omdat ik hem wilde laten zien hoe ik mij voelde. Ik heb mijn handen op hem gelegd. Ik doe voor hoe ik hem vasthield (verdachte houdt zijn handen om zijn nek heen). Ik had een mes in mijn mouw. Terwijl ik dat deed sprak ik Engels.
Het proces-verbaal aangifte d.d. 22 februari 2020, dossierpagina’s 3 en 4, voor zover inhoudende als verklaring van aangever [slachtoffer 3] :
Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 22 februari 2020, dossierpagina 5, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige 2] :
Het proces-verbaal van aanhouding d.d. 22 februari 2020, dossierpagina’s 17 en 18, voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 6] en [verbalisant 7] :
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 februari 2020, dossierpagina 10, voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] :
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
gevangenisstrafvoor de duur van
29 (negenentwintig) maanden;
€ 7.500,00 (zevenduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening;
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) ter zake van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening;
€ 150,00 (honderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening;