Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
herstelarrest van 22 april 2025
[appellant],
[geïntimeerde],
- Griffierechten € 783,00
- Salaris advocaat € 3.142,00 (2 punten x tarief III)
- Nakosten
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 22 april 2025 een herstelarrest gewezen naar aanleiding van een verzoek van mr. M.W. Huijzer, de advocaat van de appellant. De appellant had geconstateerd dat er een kennelijke fout was gemaakt in het dictum van een eerder arrest van 25 februari 2025, waarin de proceskostenveroordeling was vastgesteld op € 5.387,00 in plaats van het juiste bedrag van € 4.103,00. De advocaat van de geïntimeerde, mr. M.P.C. de Kramer, werd in de gelegenheid gesteld om zijn mening over deze kwestie te geven. Hij stelde dat de zaak onder tarief IV viel en dat het hof ten onrechte 2,0 punten had toegekend in plaats van 3,0 punten. Het hof heeft echter geoordeeld dat de eerdere beslissing geen kennelijke fout bevatte en dat de proceskostenveroordeling correct was vastgesteld op basis van tarief III, aangezien de hoofdsom inclusief de gevorderde kosten onder de € 40.000,00 bleef. Het hof heeft de proceskostenveroordeling in het dictum van het arrest van 25 februari 2025 verbeterd naar het juiste bedrag van € 4.103,00, en deze verbetering werd op de minuut van het arrest vermeld. De partijen werden verzocht de grosse van het eerdere arrest te retourneren. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 22 april 2025.