ECLI:NL:GHSHE:2025:1123

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
15 april 2025
Publicatiedatum
18 april 2025
Zaaknummer
20-001745-23
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van het vonnis met uitzondering van de beslissing op de vorderingen tot tenuitvoerlegging in een strafzaak betreffende diefstal met geweld

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 15 april 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld voor diefstal, gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om de diefstal te vergemakkelijken. Het hof bevestigde de veroordeling tot een gevangenisstraf van vier maanden, met aftrek van voorarrest, maar vernietigde de beslissing van de politierechter met betrekking tot de vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerder voorwaardelijk opgelegde straffen. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan diefstal van een fles bier en geweld tegen twee slachtoffers. De advocaat-generaal had gevorderd het vonnis te bevestigen, met uitzondering van de beslissingen op de vorderingen tot tenuitvoerlegging, die opnieuw moesten worden beoordeeld. Het hof oordeelde dat de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straffen moest worden gelast, omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit had schuldig gemaakt. Het hof verbeterde de bewezenverklaring van de politierechter en verving de toepasselijke wettelijke voorschriften. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, mr. A. van Kaathoven.

Uitspraak

Parketnummer : 20-001745-23
Uitspraak : 15 april 2025
TEGENSPRAAK (ex art. 279 Sv)

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 22 juni 2023 met parketnummer
02-144673-23 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissingen op de vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerder voorwaardelijk opgelegde straffen onder de parketnummers 02-210202-20 en 02-048124-21, in de strafzaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1991,
thans uit anderen hoofde verblijvende in P.I. [P.I.] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van naar het hof begrijpt ‘diefstal, gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren’ veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden met aftrek van voorarrest. De vorderingen tot tenuitvoerlegging met de parketnummers 02-210202-20 en 02-048124-21 zijn door de politierechter afgewezen.
Tot slot heeft de politierechter beslist op de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 1] .
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen met uitzondering van de beslissingen op de vorderingen tot tenuitvoerlegging en, in zoverre opnieuw rechtdoende, de vorderingen tot tenuitvoerlegging met de parketnummers
02-210202-20 en 02-048124-21 zal toewijzen.
Door de raadsvrouw van de verdachte is partiële vrijspraak bepleit, te weten voor zover het tenlastegelegde ziet op het strafverzwarende bestanddeel geweld en/of bedreiging met geweld. Voorts is een straftoemetingsverweer gevoerd en is verzocht de vorderingen tot tenuitvoerlegging af te wijzen.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het bestreden vonnis en de gronden waarop dit berust, met uitzondering van de beslissing op de vorderingen tot tenuitvoerlegging met de parketnummers 02-210202-20 en 02-048124-21. In zoverre zal het bestreden vonnis worden vernietigd.
Het verweer van de raadsvrouw tot partiële vrijspraak wordt verworpen nu dit verweer zijn weerlegging vindt in de door de politierechter gebezigde bewijsmiddelen.
Daarnaast zal het hof de bewezenverklaring van het tenlastegelegde in het vonnis van de politierechter verbeteren en verbeterd lezen. Het hof heeft geconstateerd dat in de bewezenverklaring van de politierechter abusievelijk – gelet op de kwalificatie en de gebezigde bewijsmiddelen – de zinsnede ‘die diefstal gemakkelijk te maken’ en ‘hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren’ zijn weggevallen. Deze verbetering van de bewezenverklaring houdt slechts in een vaststelling van de juiste inhoud daarvan en niet een ander oordeel omtrent hetgeen bewezen is verklaard.
Aldus verbeterd luidt de bewezenverklaring van het tenlastegelegde dat de verdachte:
op 13 juni 2023 te Tilburg bier, dat aan [slachtoffer 2] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, welke diefstal werd gevolgd van geweld tegen [slachtoffer 3] en [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
  • een fles bier op het hoofd van die [slachtoffer 3] te gooien en
  • die [slachtoffer 1] te slaan in het gezicht.
Tot slot zal het hof de toepasselijke wettelijke voorschriften waarop de beslissingen van de politierechter zijn gegrond, vervangen door de hierna opgenomen artikelen.
Vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 02-210202-20
De officier van justitie bij het arrondissement Zeeland-West-Brabant heeft de tenuitvoerlegging gevorderd van een bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 20 augustus 2020 onder parketnummer
02-210202-20 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van zeven dagen. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Het hof is ten aanzien van de vordering tot tenuitvoerlegging van oordeel dat, nu gebleken is dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig heeft gemaakt, de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf dient te worden gelast.
Het hof acht, anders dan de raadsvrouw maar met de advocaat-generaal, de tenuitvoerlegging van deze voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf onverkort opportuun, aangezien de uitspraken waarbij de tenuitvoerlegging van deze voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf is gelast nog niet onherroepelijk zijn.
Vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 02-048124-21
De officier van justitie bij het arrondissement Zeeland-West-Brabant heeft de tenuitvoerlegging gevorderd van een bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 4 maart 2021 onder parketnummer
02-048124-21 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 26 dagen. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Het hof is ten aanzien van de vordering tot tenuitvoerlegging van oordeel dat, nu gebleken is dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig heeft gemaakt, de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf dient te worden gelast.
Het hof acht, anders dan de raadsvrouw maar met de advocaat-generaal, de tenuitvoerlegging van deze voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf onverkort opportuun, aangezien de uitspraken waarbij de tenuitvoerlegging van deze voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf is gelast nog niet onherroepelijk zijn.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof vervangt de door de politierechter aangehaalde artikelen door de artikelen 36f, 63 en 312 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden. Op deze artikelen is zowel het deel van het bevestigde dictum van de politierechter als de hierna te geven beslissing gegrond.

BESLISSING

Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, doch uitsluitend ten aanzien van de beslissing op de vorderingen tot tenuitvoerlegging en doet in zoverre opnieuw recht:
gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 20 augustus 2020, gewezen onder parketnummer 02-210202-20, te weten een
gevangenisstrafvoor de duur van
7 (zeven) dagen;
gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 4 maart 2021, gewezen onder parketnummer 02-048124-21, te weten een
gevangenisstrafvoor de duur van
26 (zesentwintig) dagen;
bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het vorenoverwogene.
Aldus gewezen door:
mr. S. Riemens, voorzitter,
mr. M.J.M.A. van der Put en mr. K.J. van Dijk, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A. van Kaathoven, griffier,
en op 15 april 2025 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. A. van Kaathoven is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.