ECLI:NL:GHSHE:2024:960

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
18 maart 2024
Publicatiedatum
22 maart 2024
Zaaknummer
20-002128-23
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 18 maart 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte, geboren in 1991, was eerder veroordeeld voor bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De rechtbank had de verdachte vrijgesproken van mishandeling, maar hem wel veroordeeld tot een gevangenisstraf van 100 dagen voor de bedreiging. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen deze veroordeling. Tijdens de zitting heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vroeg om vernietiging van het vonnis en een veroordeling tot een gevangenisstraf van 100 dagen. De verdediging pleitte voor vrijspraak en voerde aan dat er geen sprake was van bedreiging.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte de aangever meermalen via Snapchat had bedreigd met de dood. De bedreigingen waren vergezeld van feitelijke handelingen, zoals het klemrijden van de aangever met een auto en het tonen van een gasfles. Het hof oordeelde dat de bedreigingen ernstig waren en dat de verdachte zich niet had gehouden aan de voorwaarden van zijn eerdere voorwaardelijke straf. Het hof verklaarde de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak van de mishandeling, maar vernietigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van 99 dagen, rekening houdend met het voorarrest. Tevens werd de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf bevolen.

Uitspraak

Parketnummer : 20-002128-23
Uitspraak : 18 maart 2024
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 21 juli 2023, in de strafzaak met parketnummer 02-075209-21 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf, parketnummer 02-231299-19, tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1991,
wonende te [adres 1] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de onder 2 tenlastegelegde mishandeling en ter zake van het onder 1 tenlastegelegde, te weten medeplegen van bedreiging met zware mishandeling, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 100 dagen, met aftrek van het voorarrest, en met toewijzing van een vordering tot tenuitvoerlegging van een bij vonnis d.d. 23 december 2019 in de zaak onder parketnummer 02-231299-19 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, in zoverre opnieuw rechtdoende, de verdachte ter zake van het onder 1 primair ten laste gelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 100 dagen, met aftrek van voorarrest, met toewijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging.
Door de verdediging is primair vrijspraak bepleit. Subsidiair is een strafmaatverweer gevoerd. Voorts is verweer gevoerd met betrekking tot de vordering tot tenuitvoerlegging.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
De verdachte is door de rechtbank Zeeland-West-Brabant vrijgesproken van hetgeen aan hem onder 2 ten laste is gelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak. Gelet op het bepaalde in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor een verdachte geen hoger beroep open tegen een vrijspraak. Het hof zal de verdachte daarom niet-ontvankelijk verklaren in het hoger beroep voor zover dit hiertegen is gericht.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis – voor zover thans aan het oordeel van het hof onderworpen – zal worden vernietigd omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de rechtbank.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep en voor zover thans aan het oordeel van het hof onderworpen – ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 14 en/of 15 maart 2021 te Oudenbosch, gemeente Halderberge, en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door
- die [slachtoffer] (een) (digitaal) bericht(en) te sturen met de tekst "48 uur en als je niet betaald gaat iemand slapen" en/of "Je moet nu komen anders gaat iemand gaan slapen" en/of "Grote fout, nu moeten mensen slapen" en/of
- als een bestuurder van een auto (VW Polo) die [slachtoffer] als bestuurder van een auto (Mercedes) klem te rijden, in ieder geval te beletten verder te rijden, en/of
- met een of meer onbekend gebleven personen uit de auto te stappen en/of te gaan in de richting van die nog in zijn auto aanwezige [slachtoffer] en/of
- die [slachtoffer] een (lachgas)tank, althans een dergelijk hard voorwerp, te tonen en/of met die (lachgas)tank, althans dat dergelijke harde voorwerp, (versneld) op die [slachtoffer] af te lopen,
althans (telkens) woorden en/of (een) da(a)d(en) van gelijke dreigende aard en/of strekking;
subsidiair, althans indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 15 maart 2021 te Oudenbosch, gemeente Halderberge, en/of elders in Nederland, openlijk, te weten op de rijbaan van [adres 2] , in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer] , bestaande dat in vereniging gepleegde geweld uit
- het met een auto onverhoeds klemrijden, in ieder geval beletten verder te rijden, van die [slachtoffer] als bestuurder van een (personen)auto en/of
- het direct na het stoppen van het voertuig van hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) en/of het stoppen van het voertuig van die [slachtoffer] , uitstappen en/of (versneld) lopen in de richting van die nog in diens auto aanwezige [slachtoffer] en/of
- het (tijdens dat lopen) meevoeren en/of aan die [slachtoffer] tonen van een (lachgas)tank, althans een dergelijk hard voorwerp.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1. primair
hij op 14 en 15 maart 2021 in Nederland [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door
- die [slachtoffer] digitale berichten te sturen met de tekst "48 uur en als je niet betaald gaat iemand slapen" en "Je moet nu komen anders gaat iemand gaan slapen" en "Grote fout, nu moeten mensen slapen", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en
- als een bestuurder van een auto (VW Polo) die [slachtoffer] als bestuurder van een auto (Mercedes) klem te rijden, en
- met personen uit de auto te stappen en te gaan in de richting van die nog in zijn auto aanwezige [slachtoffer] , en
- versneld op die [slachtoffer] af te lopen.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen [1]
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierna bedoelde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.
1. Het proces-verbaal van aangifte [2] van [slachtoffer] van 17 maart 2021, voor zover inhoudende als volgt:
Ik doe aangifte van bedreiging.
Ik wil u eerst iets vertellen over mijn broertje want hij heeft een bepaalde geschiedenis waar dit voorval mee te maken heeft.
Mijn broertje is heel erg gokverslaafd geweest. Degene bij wie hij schulden had die kwamen van het begin af aan al naar mij toe. Ik heb constant met hun afspraken proberen te maken en dat lukte soms wel en soms niet. De druk was wel hoog, ik ben jarenlang lastig gevallen. Ze zeiden dan dat ze mijn familie wat aan gingen doen. Ik wilde mijn familie beschermen.
Twee dagen voor dit incident is de ruit van de woning van mijn moeder kapot gegooid. Daar hebben wij aangifte van gedaan. Mijn moeder woont in Oudenbosch.
Op zondag 14 maart 2021 heb ik een Snapchat ontvangen. Dat was een filmpje van de voordeur van de woning van mijn moeder. Ook de kapotte ruit van de woning was op het filmpje te zien. Er stond een tekst bij "48 uur en als je niet betaald gaat iemand slapen". Het was van een Antilliaanse jongen. Ik heb gehoord dat deze uit Dordrecht komt. Ik heb geen naam van die jongen, het was iets met [Initialen] . Verder weet ik het niet. Deze jongen kwam vaker naar mij toe. Hij heeft mij echt vaak lastig gevallen. Echter tot nu toe altijd maar verbaal. Ik heb toen gezegd dat ik wilde afspreken. Op maandag 15 maart 2021 kreeg ik een bericht van die Antilliaanse jongen. Dat was via Snapchat. Ik moest nu komen anders zou er iemand gaan slapen. Ik had afgesproken bij Vliegveld Seppe, maar ze stonden bij het voetbalveld in Bosschenhoofd. Het was de Antilliaanse jongen en twee andere jongens naast hem. Ze zaten met zijn drieën in de auto. Ze hadden ballonnen in hun mond en ze hadden ook gasflessen bij zich. Ik heb 1 gasfles gezien. Het was een Zwarte Volkswagen Polo. Volgens mij is die auto van die Antilliaan. Die Antilliaan heb ik vaker gezien. Ik noem hem 'Kleine Anti'. Ik ging naar die Antilliaan toe. Die Antilliaan sloeg vol met een vuist in mijn gezicht op mijn oog. Ik zag [daarna] dat ze in de richting van Oudenbosch reden. Ik ben toen achter hun aangereden. We reden door Bosschenhoofd in de richting van Oudenbosch. Op een gegeven moment draaiden ze nog een keer. Dat was ter hoogte van het hotel. Ze zijn daar op de openbare weg gedraaid. Ze hielden helemaal geen rekening met het overige verkeer. Ze kwamen mij dus tegemoet rijden. Ter hoogte van dat hotel is er een versmalling van de weg om het verkeer af te remmen. Ze gingen dus midden op de rijbaan staan zodat ik er niet goed doorkon. Ik moest met mijn auto over de verhoging rijden om er langs te kunnen. Ze stonden dus zo goed als stil toen ik voorbij hun reed.
Onderweg van Bosschenhoofd naar Oudenbosch heb ik nog een Snapchat ontvangen van die Antilliaan van [Initialen] en daarin stond "Grote fout nu moeten mensen slapen". Hier heb ik wel een screenshot van gemaakt. Dit was op 15 maart om 16.34 uur. Het kwam dus van [Initialen] af. Ik had dus wat rond gereden door Oudenbosch. Op de Molenstraat wilde ik linksaf slaan. Vlak na de kruising met de Spuilaan zag ik de personenauto van de Antilliaan, de Volkswagen Polo. Ik zag dat ze op dat moment aan het keren waren. Ik denk dat ze mij hadden gezien. Ik ben vervolgens rechtsaf gegaan. Zij haalden mij toen heel snel in en toen gingen ze voor mij rijden en blokkeerden mijn doorgang. Ik zag ze alle drie gelijk uitstappen. De bestuurder, de passagier en de bijrijder stapten uit. Ik zag dat de bijrijder een wapen in zijn handen had. Ik werd beschoten door de bijrijder. […]
Ik reed in een personenauto van het merk Mercedes A klasse met een Duits kenteken. De Volkswagen Polo welke ik eerder op het parkeerterrein bij het sportpark in Bosschenhoofd zag, is dezelfde Volkswagen Polo die betrokken was bij de schietpartij op [adres 2] . De bestuurder was beide keren de Antilliaan.
Omschrijving Antiliaan:
- lengte ongeveer 1.70 meter
- kort zwart haar
- donker getint
- bestuurder van de personenauto
Door de Antilliaan ben ik vaak benaderd en hij maakt mij het leven zuur. Ik heb de bijrijder en de andere passagiers nooit eerder gezien.
Ik heb nu nog een blauw oog van de klap op mijn oog door die Antilliaan.
2. Het geschrift, inhoudende schermafbeeldingen [3] , voor zover inhoudende als volgt:
Een afbeelding van een scherm met daarop de tekst:
[Initialen] :
Grote fout nu moeten mensen slapen
Een afbeelding van een scherm met daarop de tekst:
Edit
15 March 2021 16:34
3a. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , met bijlagen, [4] van 16 maart 2021, voor zover inhoudende als volgt:
FOTO’S LETSEL:
Op dinsdag 16 maart 2021, omstreeks 15:30 uur, heb ik met toestemming van [slachtoffer] , foto's gemaakt van zijn letsel op zijn hoofd. Deze foto's zijn als bijlage bij dit proces-verbaal gevoegd.

3.b. De eigen waarneming van dit hof, voor zover inhoudende:

Het hof ziet op de in de bijlage gevoegde foto op dossierpagina 63 een portretfoto van een man (aangever [slachtoffer] ) met een streepvormige paars-blauwe verkleuring onder en boven het rechteroog van [slachtoffer] en een verdikt paars-blauw verkleurd ooglid van dit rechteroog.
4. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] [5] van 16 maart 2021, voor zover inhoudende als volgt:
Op 16 maart 2021 belde ik met getuige [getuige 1] die eerder bij de politie had gemeld dat hij mogelijk de voertuigen had gezien die betrokken waren geweest bij het schietincident dat gisteren had plaatsgevonden. De getuige [getuige 1] vertelde mij dat hij via het nieuws had vernomen dat er op 15 maart 2021 een schietpartij had plaatsgevonden in Oudenbosch. De getuige legde hierbij een verband met twee voertuigen die hij kort daarvoor had zien rijden in Bosschenhoofd. Vandaar dat hij contact had gelegd met de politie. De getuige verklaarde dat hij omstreeks 16.30 uur op de Pastoor van Breugelstraat te Bosschenhoofd liep ter hoogte van de kerk. Hij zag een Polo Volkswagen voorbij rijden in de richting van het centrum. Dit voertuig viel hem op vanwege het rustige rijgedrag en het sissende geluid wat het voertuig maakte. Getuige verklaarde dat er vaak wat harder gereden wordt op deze weg en dat het voertuig nu juist opviel door de langzame snelheid. Ter hoogte van hotel De Reiskoffer reed de Volkswagen Polo richting een aldaar gelegen wegversmalling. Volgens het bord had de Volkswagen Polo voorrang bij deze wegversmalling ten opzichte van het tegemoetkomend verkeer. Uit tegenovergestelde richting kwam een grijze Mercedes met Duits kenteken het betreffende (hof: voertuig, de Volkswagen Polo) tegemoet rijden. De Volkswagen Polo passeerde de wegversmalling en blokkeerde vervolgens de doorgang voor de Mercedes. De getuige verklaarde dat de Mercedes de indruk wekte zo snel mogelijk weg te willen komen doordat deze met zijn rechterwielen over de aangebrachte wegversmalling heen reed om vervolgens weg te rijden in de richting van Oudenbosch. De getuige zag dat de Volkswagen Polo verder reed en snel keerde om achter de Mercedes aan te kunnen rijden. De getuige omschreef de personen in de Volkswagen Polo als 2 of 3 gasten waarvan de bestuurder een donkere jongen was in de leeftijd van 25/30 jaar.
5. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] [6] van 16 maart 2021, voor zover inhoudende als volgt:
(Tijdstip verhoor: 15 maart 2021 om 17.15 uur.)
Ik reed zojuist in mijn bedrijfsbus over de Molenstraat, komende uit de richting van de spoorlijn in de richting van het centrum van Oudenbosch. Ik naderde de kruising met de Spuilaan. Ik zag dat voor mij een zwarte VW Polo reed. Ik zag dat deze Nederlandse kentekenplaten voerde. Ik zag dat deze zwarte VW Polo net over de kruising vol op zijn rem stapte en achteruit wilde rijden. Dat kon niet omdat ik achter deze auto reed. Ik weet ook niet waarom hij ineens remde en achteruit reed. Ik zag vervolgens dat deze VW Polo voor mij op de weg draaide en in tegengestelde richting reed. lk had gezien dat kort voordien mij een grijze Mercedes tegemoet kwam. Ik weet niet waar deze auto vandaan kwam of waar deze auto naartoe reed. Ik keek in de zijspiegel van mijn bedrijfsbus en zag vervolgens dat de zwarte VW Polo de grijze Mercedes inhaalde en klem reed. Dat gebeurde dus achter mij. lk zag dat er drie mannen uit de zwarte VW Polo sprongen en hoorde schoten. Ik zag dat de Mercedes hard achteruit reed, in mijn richting. Ik weet niet waar deze Mercedes uiteindelijk naartoe is gereden.
6. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] [7] van 17 maart 2021, voor zover inhoudende als volgt:
Op maandag 15 maart 2021 te 16.55 vond er een schietincident plaats op [adres 2] . Op maandag 15 maart 2021 bleek dat de bewoners van de woning gelegen aan [adres 2] camerabeelden beschikbaar hadden van het schietincident. Op woensdag 17 maart 2021 werden de hierboven beschreven camerabeelden bekeken en hieruit kwamen de navolgende bevindingen:
- Op 15 maart 2021 te 16.53.19 uur komt een grijze Mercedes A klasse, voorzien van een buitenlands wit kenteken, vanaf het centrum Oudenbosch in de richting van het spoor gereden. Links naast deze Mercedes is een donkere Volkswagen Polo te zien welke de Mercedes lijkt in te halen.
- Op 15 maart 2021 te 16.53.20 uur is het kenteken van de grijze Mercedes te lezen. Dit betreft: [kenteken 1] . Tevens is zichtbaar dat de donkere Volkswagen Polo nagenoeg is gepasseerd en is voorzien van een Nederlands kenteken.
- Op 15 maart 2021 te 16.53.23 uur is te zien dat de Volkswagen Polo de weg blokkeert voor de grijze Mercedes en dat het rechter achterportier open gaat van de Volkswagen Polo. Tevens is te zien dat bij de Mercedes de achteruitrijlichten aangaan.
- Op 15 maart 2021 te 16.53.24 uur is te zien dat het bijrijdersportier van de Volkswagen Polo opengaat en dat daar een manspersoon in zit, die achterom naar de grijze Mercedes kijkt. Daarbij is te zien dat deze man iets donkers in zijn rechterhand vast heeft. Tevens komt er een manspersoon via het rechterachterportier uit de Volkswagen Polo. Signalement: blanke huidskleur. Deze man maakt aanstalten om te lopen naar de grijze Mercedes.
- Op 15 maart 2021 te 16.53.25 uur is te zien dat vanaf de bestuurderszijde van de Volkswagen Polo een man komt aanlopen, welke een voorwerp in zijn rechterhand draagt, gelijkend op een gastankje. Deze man heeft als signalement: donker getinte huidskleur, donker kort haar. Tevens is te zien dat de man, die via het bijrijdersportier de Volkswagen Polo uitkomt, een licht getinte huidskleur heeft. Daarbij is tevens te zien dat deze persoon zijn linkerhand op het eerder benoemde voorwerp in zijn rechterhand legt, waarbij het voorwerp gelijkend is op een vuurwapen. Tevens is te zien dat de grijze Mercedes al een stuk achterwaarts is gereden.
- Op 15 maart 2021 te 16.53.26 uur is te zien dat de bestuurder van de Volkswagen Polo rent in de richting van de grijze Mercedes.
7. Het proces-verbaal van verhoor verdachte [8] d.d. 17 maart 2021, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
"V" Staat voor vraag verbalisant/verbalisanten.
"A" Staat voor antwoord/opmerking verdachte.
A: lk verblijf af en toe bij mijn vriendin en dat is het eigenlijk
V: Waar woont je vriendin?
A: In Dordrecht
O: Een en ander heeft te maken met een schietincident waar u maandag aan het einde van de middag bij betrokken bent geweest in Oudenbosch.
V: Wat kunt u over het incident verklaren?
A: Die maandag was ik in Brabant. Ik was gewoon een rondje aan het rijden.
V: Waar kwam je vandaan?
A: Ik kwam uit Dordrecht.
V: Wie heeft er nog meer gebruik gemaakt van jouw auto op maandag 15-03-2021?
A: Voor de rest niemand man.
V: Dus alleen jij bent de bestuurder geweest van jouw auto op maandag 15-03-2021?
A: Ja
V: Dan hebben we het over jouw zwarte Volkswagen Polo?
A: Ja.
V: Wat is het kenteken daarvan?
A: [kenteken 2] .

8. Het proces-verbaal van de terechtzitting in eerste aanleg van 7 juli 2023, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:

Ik was op 15 maart 2021 de bestuurder van de auto. Ik ben gestopt met die auto. Ik ben uitgestapt met de lachgastank in mijn hand. Ik heb zojuist met u de camerabeelden bekeken van het incident op [adres 2] . De zwarte VW Polo die om 00:24 in beeld komt, dat ben ik. Ik gebruik snapchat.

9. De eigen waarneming van het hof ter terechtzitting van dit hof op 4 maart 2024, voor zover inhoudende:

Het hof neemt waar dat de ter terechtzitting verschenen
verdachte niet zo groot is,
zulks naar aanleiding van de opmerking van de voorzitter dat de aangever de verdachte ‘Kleine Anti’ noemt.
Bewijsoverwegingen
De verdediging heeft bepleit dat het wettig en overtuigend bewijs ontbreekt dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan. Daartoe is aangevoerd dat het bewijs ontbreekt dat het de verdachte was die de tenlastegelegde Snapchat-berichten heeft verstuurd. Voorts is aangevoerd dat geen sprake was van klemrijden: de bijrijder vroeg de verdachte te stoppen en omdat er een tegenligger naderde, heeft de verdachte toen naar rechts gestuurd. Verder heeft de rechtbank terecht overwogen dat de aangever de lachgastank in de handen van de verdachte niet heeft gezien en dat dit dus niet als bedreigend element kan worden meegenomen. Hetgeen vervolgens van de tenlastelegging aan mogelijk bewijsbare handelingen overblijft, is onvoldoende om als bedreiging te worden gekwalificeerd, zo begrijpt het hof de verdediging.
Het hof overweegt als volgt:
Aangever [slachtoffer] heeft in zijn aangifte verklaard over een Antilliaanse jongen van wie hij via Snapchat op 14 en 15 maart 2023 berichten heeft ontvangen. Deze Antilliaanse jongen had aangever [slachtoffer] naar eigen zeggen al vaker ontmoet en met deze Antilliaanse jongen heeft aangever [slachtoffer] op 15 maart 2021 de diverse in de aangifte beschreven confrontaties gehad. De door hem bedoelde Antilliaanse jongen komt uit Dordrecht, noemt zich [Initialen] en is klein van stuk. De verdachte is geboren in Dordrecht, zijn initialen zijn [Initialen] , hij heeft een donkere huidskleur en hij is niet zo groot, zogezegd: hij is klein van stuk. Voorts was hij van de inzittenden van de VW Polo de enige met een donkergetinte huidskleur. De aangever laat er bovendien geen misverstand over bestaan dat het bij alle confrontaties waarover hij heeft verklaard steeds om dezelfde Antilliaanse man gaat.
Het hof volgt de aangever in zijn aangifte. De aangifte van aangever [slachtoffer] is gedetailleerd en vindt op verschillende punten steun in de overige bewijsmiddelen. Het hof wijst onder meer op:
  • de verklaring van de verdachte zelf dat hij destijds bij zijn (toenmalige) vriendin in Dordrecht verbleef, op 15 maart 2021 van daaruit met zijn zwarte Volkswagen Polo, kenteken [kenteken 2] naar Brabant is gereden en alleen hij die dag zijn auto heeft bestuurd;
  • de door verbalisant [verbalisant 2] opgetekende verklaring van getuige [getuige 1] over het minder dan een half uur eerder voorgevallen incident bij het hotel in Bosschenhoofd waarover ook aangever identiek verhaalt, waarbij die getuige het eveneens heeft over een donkere jongen als bestuurder van de VW Polo;
  • de omstandigheid dat de verdachte heeft bevestigd dat hij een lachgastank bij zich had in de auto (aangever [slachtoffer] had bij die eerdere confrontatie in Bosschenhoofd gezien dat de inzittenden van de VW Polo (een) gasfles(sen) hadden);
  • het aan het hoofd van aangever geconstateerde letsel dat matcht met de verklaring van de aangever;
  • de schermafbeelding van het Snapchat-bericht van 15 maart 2021 te 16:34 uur, afkomstig van [Initialen] , op de telefoon van aangever [slachtoffer] ;
  • de beschrijving van de camerabeelden van het incident in [adres 2] , die de door aangever gegeven lezing van de gebeurtenissen volledig en tot in detail ondersteunt.
Gelet op het vorenstaande, in samenhang en in tijdsverband bezien met hetgeen overigens uit de bewijsmiddelen naar voren komt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte degene was die de drie Snapchat-berichten aan aangever heeft verstuurd.
Gelet op de woordelijke inhoud van de Snapchat-berichten, in combinatie met de overige feiten en omstandigheden zoals die uit de bewijsmiddelen blijken, kunnen deze bewoordingen (met name “slapen”) naar het oordeel van het hof niet anders worden begrepen dan een bedreiging met enig misdrijf tegen het leven van aangever gericht.
Na deze via Snapchat geuite bedreigingen heeft de verdachte vervolgens aangever [slachtoffer] klemgereden, is hij uit de auto gestapt en met zijn mede-inzittenden gegaan in de richting van die nog in zijn auto aanwezige [slachtoffer] en is hij versneld op die [slachtoffer] afgelopen. Deze laatste handelingen konden door de aangever in de context van de uit de bewijsmiddelen blijkende feiten en omstandigheden redelijkerwijze worden gezien als uitvoeringshandelingen van de eerdere aan zijn adres geuite woordelijke bedreigingen, waardoor deze handelingen naar het oordeel van het hof eveneens bedreigend van aard zijn.
Het hof volgt de raadsvrouw overigens niet in het verweer dat van klemrijden geen sprake was, aangezien de in de bewijsmiddelen beschreven gedraging naar normaal dagelijks spraakgebruik als klemrijden wordt aangemerkt.
Het verweer wordt mitsdien verworpen.
Hetgeen de raadsvrouw overigens nog heeft aangevoerd leidt niet tot een ander oordeel.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:

Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. Het feit is strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Op te leggen sanctie
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De verdachte heeft de hem niet onbekende aangever [slachtoffer] op 2 opeenvolgende dagen meermalen via Snapchat bedreigd met de dood en hij heeft vervolgens zijn bewoordingen met feitelijke handelingen kracht bijgezet. Gelet op de context waarin deze bedreigingen zijn geuit, is het hof van oordeel dat sprake is van ernstige feiten.
Voorts heeft het hof gelet op de justitiële antecedenten van de verdachte, waaruit blijkt dat de verdachte reeds eerder ter zake van strafbare feiten, waaronder geweldsmisdrijven, onherroepelijk is veroordeeld. Strafverzwarend wegen tevens de omstandigheden dat de verdachte ten tijde van het plegen van de onderhavige misdrijven nog maar kort uit detentie was ontslagen, geen enkele verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen en het bewezenverklaarde is gebeurd tijdens zijn proeftijd, waarbij een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden hem kennelijk niet ervan heeft weerhouden tot dit laakbare gedrag over te gaan.
Gelet op de aard en de ernst van deze bedreigingen is het hof van oordeel dat niet met een andere of lichtere straf kan worden volstaan dan een die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. Het hof zoekt derhalve in het onderhavige geval geen aansluiting bij de LOVS-oriëntatiepunten en komt evenmin tot het opleggen van een taakstraf, zoals de raadsvrouw heeft verzocht. Een gevangenisstraf van 100 dagen, als gevorderd door het Openbaar Ministerie en opgelegd door de rechtbank, is gelet op de aard en ernst van het bewezenverklaarde en de justitiële antecedenten van de verdachte passend en geboden. Het hof merkt daarbij op, dat de op te leggen straf nog aanzienlijk hoger zou zijn uitgevallen als bewezen zou zijn verklaard dat de verdachte betrokken was bij het gebruik van het vuurwapen door zijn medepassagier.
Aangezien de verdachte reeds 99 dagen in voorarrest heeft doorgebracht, betekent veroordeling tot een gevangenisstraf van 100 dagen dat de verdachte na aftrek van het voorarrest nog een dag terug in detentie zou moeten. Dat acht het hof onwenselijk. Om die reden wijkt het hof enigszins en in het voordeel van de verdachte af van de eerder genoemde gevangenisstraf als gevorderd door het Openbaar Ministerie en opgelegd door de rechtbank.
Vordering tenuitvoerlegging
De officier van justitie in het arrondissement Zeeland-West-Brabant heeft de tenuitvoerlegging gevorderd van een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden, opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank te Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, van 23 december 2019 onder parketnummer 02-231299-19. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Het hof is ten aanzien van de vordering tot tenuitvoerlegging van oordeel dat, nu gebleken is dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig heeft gemaakt, de tenuitvoerlegging van de gehele voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 3 maanden dient te worden gelast. Dat de tenuitvoerlegging niet opportuun zou zijn, zoals door de raadsvrouw is bepleit, deelt het hof niet. De verdachte heeft zich binnen de proeftijd opnieuw aan een ernstig feit schuldig gemaakt. Het hof acht voorts geen termen aanwezig om deze gevangenisstraf om te zetten in een taakstraf, zoals tot slot door de raadsvrouw is bepleit.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 57, 63 en 285 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
Verklaartde verdachte
niet-ontvankelijkin het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 2 ten laste gelegde.
Vernietigthet vonnis waarvan beroep – voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen – en doet opnieuw recht:
Verklaartzoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaartniet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaarthet bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeeltde verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
99 (negenennegentig) dagen.
Beveeltdat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Beveeltde tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, van 23 december 2019, parketnummer 02-231299-19, te weten van:
een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
Aldus gewezen door:
mr. C.M. Hilverda, voorzitter,
mr. N.I.B.M. Buljevic en mr. S.V. Pelsser, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. R.J. Gras, griffier,
en op 18 maart 2024 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. N.I.B.M. Buljevic is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s van ambtsedige processen-verbaal van politie, opgenomen in het proces-verbaal einddossier van regionale eenheid politie Zeeland-West-Brabant, dossiernummer ZB2R021030 / Sultana, gesloten d.d. 2 november 2022, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 120, zulks tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte d.d. 17 maart 2021 met bijlagen, dossierpagina’s 70-76.
3.Bijlagen bij de aangifte van 17 maart 2021, dossierpagina’s 75-76.
4.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 maart 2017, dossierpagina’s 59-69.
5.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 maart 2017, dossierpagina’s 57-58.
6.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 16 maart 2021, dossierpagina’s 51-53.
7.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 maart 2017, dossierpagina’s 36-47.
8.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 17 maart 2021, dossierpagina’s 99-110.