Uitspraak
200.334.004/01in hoger beroep van:
,
200.335.929/01in hoger beroep van:
- [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2014 te [geboorteplaats] , hierna te noemen: [minderjarige 1] ;
- [minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2017 te [geboorteplaats] , hierna te noemen: [minderjarige 2] ;
- [minderjarige 3], geboren op [geboortedatum] 2019 te [geboorteplaats] , hierna te noemen: [minderjarige 3] ,
200.334.004/01:
200.335.929/01:
,
beide zaaknummers:
beide zaaknummersals informanten aan:
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het hoger beroep
5.De beoordeling
Hoewel de situaties van de ouders inmiddels iets gestabiliseerd lijken te zijn, worden de ouders onvoldoende in staat geacht de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de kinderen binnen een voor de kinderen aanvaardbare termijn te dragen. Dit wordt onder meer veroorzaakt door de kindeigen problematiek bij de kinderen. Deze problematiek brengt mee dat de opvoeding van de kinderen bovengemiddelde pedagogische kwaliteiten vergt van de opvoeders. Niet alleen zijn de ouders daartoe op dit moment niet in staat, ook onderkennen de ouders (de ernst van) de problematiek van de kinderen onvoldoende. Hiermee tonen de ouders dat zij geen zicht hebben op hetgeen van ouders wordt gevergd om tegemoet te kunnen komen aan de specifieke opvoedingsbehoeftes van de kinderen.