3.1.Het hof gaat uit van de volgende feiten.
( a) [verweerster] is, samen met [betrokkene 2] (hierna: [betrokkene 2] ), bestuurder-aandeelhouder van [B.V. 3] B.V. (hierna: ' [B.V. 3] ').
( b) Op 7 oktober 2021 heeft [B.V. 3] de aandelen gekocht van (beide) appellanten in het kapitaal van [B.V. 4] B.V. In de koopovereenkomst is onder meer bepaald dat partijen afstand doen van het recht op ontbinding. Verder is bepaald dat de koper een aanbetaling van € 1.000.000,- dient te doen, welk bedrag aan de verkopers als schadevergoeding toevalt als de levering van de aandelen niet conform het bepaalde in de koopovereenkomst zal plaatsvinden.
( c) [B.V. 3] is haar in de koopovereenkomst vervatte verplichtingen niet nagekomen. Hierop is tussen appellanten, [B.V. 3] , [verweerster] en [betrokkene 2] op 8 maart 2022 een nadere overeenkomst gesloten (hierna: het Addendum).
Het Addendum luidt onder meer:
Partijen hebben op 7 oktober 2021 een schriftelijke koopovereenkomst getekend (..)
Koper is haar verplichtingen ingevolge deze koopovereenkomst niet nagekomen,
Partijen zijn in onderhandeling getreden,
Partijen hebben nadere overeenstemming bereikt die zij in de onderhavige overeenkomst neerleggen.
Artikel 9
Indien van de koopprijs van € 12.000.000,-- op 2 mei 2022 niet door Koper het gedeelte van € 10.000.000,- is betaald, hebben Verkopers (..) het recht de koopovereenkomst van 7 oktober 2021 te ontbinden (..) is Koper aansprakelijk voor alle door Verkopers geleden en te lijden schade (..) en is Koper aan Verkopers een boete verschuldigd (..)’
Artikel 10
Zowel mevrouw [verweerster] als de heer [betrokkene 2] verbinden zich jegens Verkopers ieder voor een bedrag van € 500.000,- tot hoofdelijk schuldenaar voor al hetgeen Koper ingevolge en in verband met de koopovereenkomst en dit addendum of de ontbinding daarvan aan Verkopers verschuldigd is of mocht worden, ten bewijze waarvan zij deze overeenkomst separaat ondertekenen.
( d) [B.V. 3] , [verweerster] en [betrokkene 2] zijn de in het Addendum vervatte verplichtingen niet nagekomen. Bij brief van 4 mei 2022 hebben appellanten de koopovereenkomst ontbonden en aanspraak gemaakt op een schadevergoeding van € 1.000.000,- (conform de koopovereenkomst) en een boete van € 489.000,- (conform het Addendum).
( e) Appellanten, [B.V. 3] en [betrokkene 2] hebben daarop op 2 juli 2022 een vaststellingsovereenkomst (hierna: VSO) gesloten. [verweerster] was geen partij bij die VSO.
De VSO luidt onder meer:
Partijen zijn -met anderen- partij bij het Addendum Koopovereenkomst (..),
[betrokkene 2] heeft zich jegens Verkopers tot hoofdelijk schuldenaar verbonden voor al hetgeen Verkopers ingevolge o.a. het Addendum van [B.V. 3] te [lees:] vorderen mochten hebben voor een bedrag van € 500.000,--,
[B.V. 3] is haar verplichtingen ingevolge het Addendum niet nagekomen,
Verkopers hebben per brief d.d. 4 mei 2022 [B.V. 3] aansprakelijk gesteld (..),
[betrokkene 2] is jegens Verkopers aansprakelijk voor een bedrag van € 500.000,
(..),
Partijen zijn in onderhandeling getreden,
Partijen hebben nadere overeenstemming bereikt die zij in de onderhavige overeenkomst neerleggen.
Artikel 1
Partijen komen overeen dat [B.V. 3] jegens Verkopers aansprakelijk is voor een bedrag van € 500.000,- welk bedrag [B.V. 3] aan Verkopers schuldig erkent.
Artikel 2
Partijen komen, onder de voorwaarde van tijdige betaling (..) overeen dat [betrokkene 2] jegens Verkopers aansprakelijk is voor de helft van de in art. 1 omschreven schuld van [B.V. 3] aan Verkopers, aldus voor een bedrag van € 250.000,- welk bedrag [betrokkene 2] aan Verkopers schuldig erkent.
Artikel 3
1. [betrokkene 2] betaalt het in art. 2 genoemde bedrag van € 250.000,- uiterlijk op
maandag 4 juli 2022 vóór 12.00 uur[hof: nader vastgesteld op dinsdag 5 juli 2022 9.00 uur met betaalbewijs]
(..)
2. [B.V. 3] betaalt een bedrag van € 250.000,- uiterlijk op 1 juli 2023 (...)
Artikel 5
De in art. 3 genoemde termijnen zijn fatale termijnen. Bij niet-tijdige betaling treedt automatisch verzuim in en zullen de betreffende vorderingen zonder ingebrekestelling opeisbaar zijn (...)
( f) [betrokkene 2] heeft op enig moment zijn schuld aan appellanten uit de VSO voldaan.
Betaling van de tweede tranche is uitgebleven terwijl de fatale termijn van 1 juli 2023 is verstreken.
( g) Appellanten hebben [verweerster] op 12 september 2023 gesommeerd tot betaling van € 250.000,-, uit hoofde van artikel 10 van het Addendum.
( h) [verweerster] heeft niet aan die sommatie voldaan. Op 6 december 2023 hebben appellanten verzocht om [verweerster] failliet te verklaren.