Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
(het hof begrijpt dat de verdediging kennelijk heeft bedoeld: artikel 410, vierde lid)juncto artikel 365a, derde lid Sv, aldus de verdediging. Het belang van artikel 410 Sv moet worden aangenomen, anders zou de wetgever geen termijn hebben verbonden aan het uitwerken van een verkort vonnis. Daarnaast is er nadeel in die zin dat er sprake is van bemoeilijking van de procesvoering in strijd met de wet.
NJ1998/557 en HR 13 november 2001, ECLI:NL:HR:2001:AB2961,
NJ2002/233). Er is ook anderszins niet voorzien in een wettelijke sanctie op het niet nakomen van deze termijnen.
Het ambtsedige proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , opgenomen als pagina 18 in het eindproces-verbaal nr. PL2000-2023051520-15 van de politie-eenheid Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in wettelijke vorm. Dit proces-verbaal houdt, zakelijk weergegeven, in:
Het losbladige verzoek tot schadevergoeding van het slachtoffer/verzoeker [benadeelde 1] d.d. 27 februari 2023, met de daarbij gevoegde bijlage, voor zover inhoudende:
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
10 (tien) weken;